De locatie van het crematorium ligt tussen de bollenvelden in het buitengebied van Lisse. Het terrein is globaal opgedeeld in drie delen: entree, gebouw en herdenken.
Het gebouw is opgedeeld in vier delen, van elkaar gescheiden door gangen. Hetgeen in het gebouw gebeurt, het afscheid nemen, de plechtigheden en het condoleren is privé, dus besloten. De gevels van het gebouw zijn om die reden grotendeels gesloten/blind. Daar waar de gevels wel open zijn, is, om inkijk vanaf buiten te beperken, een scherm van houten schijven aangebracht. Door reflectie is het hout mede bepalend voor de sfeer in de achterliggende ruimte. Een serie van patio’s voorziet de ontvangs-/condoleancekamers van daglicht.
Door het gebouw loopt een route welke de bezoeker begeleid tijdens de tocht door het gebouw en welke de momenten van het afscheid nemen markeert.
De toegepaste materialen en het daglicht zijn bepalend voor de sfeer binnen het gebouw: deze is ingetogen en laat ruimte voor de emoties welke gepaard gaan met het afscheid nemen: van opluchting na een langdurig ziekbed tot intens verdriet na een plotseling overlijden.
Het herdenkingsveld bestaat uit een strooiveld, een columbarium en een ‘buitenaula’. De ‘buitenaula is een plek waar de nabestaanden de mogelijkheid wordt gegeven de overledene buiten te herdenken. Deze plek grenst aan en kijkt uit over een vijver. Om de beslotenheid te waarborgen is dit gebied afgeschermd van het gebouw doormiddel van muren en hagen. Inkijk in de aula wordt zo voorkomen. Het terrein is beplant met streekeigen bomen, hagen en planten.