Stedenbouwkundige context
Bijzonder aan dit bedrijvenpark is dat het gemeente Enschede hier gelukt om gelijksoortige bedrijven te clusteren en om een hoog niveau van beeldkwaliteit af te dwingen. Zo werd er sterk gestuurd op materialisering en verschijningsvorm, maar ook op hoogte en onderlinge relaties van ondergebrachte industriële panden.
Het gebied toont zich als een drietal entiteiten: een clustering van een viertal autogerelateerde bedrijven (verbonden met elkaar door middel van een soort pergola constructie), een groepering van twee detailhandelzaken (gerelateerd aan elkaar door een gedeelde monumentale entree) en een solitaire brandweerkazerne. De hallen zijn verder allen uitgevoerd in zilverkleurige gevelafwerkingen en kregen allen min of meer dezelfde hoogte mee. Hierdoor is een bedrijvenpark ontstaan met een opmerkelijke samenhang en een ruimtelijke kwaliteit waardig voor een belangrijke uitvalsweg.
De opgave
Een van de voorwaarden voor de gemeente bij het toestaan van detailhandel op dit bedrijvenpark was dat de hallen bij één architect ondergebracht zouden worden. In eerste instantie werd vanuit de gemeente Enschede aangestuurd op een gemeenschappelijke gebouw, maar dit bracht voor de twee afzonderlijke investeerders te veel restricties met zich mee. Toen dit onbespreekbaar bleek hield de Gemeente Enschede vast aan de randvoorwaarde van één architect.
Niet zonder reden kwamen de investeerders uit bij Van der Jeugd Architecten, een klein maar opvallend bureau uit Enschede. Het bureau heeft een goede naam in de regio en een vooraanstaand oeuvre van kwaliteitsbouwwerken.
De simultane ontwerpopgave vormde voor Van der Jeugd Architecten een uitgelezen mogelijkheid om aan te tonen dat grootschalige detailhandelszaken meer kunnen zijn dan grote metalen dozen voorzien van billboards.
Ontwerpdilemma’s
De Praxis is een bekende doe het zelf keten met een sterke identiteit en gevestigde bouwcultuur. Het Budgetcenter daarentegen is echter een nieuw concept winkelcentrum, waarbij een Nettorama supermarkt gecombineerd moest met een reeds budget ketenwinkels (Zeeman, Scapino, Dirk, Blokker). In tegenstelling tot de opdracht bij de Praxisvestiging waar men een duidelijk beeld had van wat men wilde, was het voor de investeerder van het Budgetcenter veel meer een zoektocht naar het juiste programmering en uitvoeringswijze. Praxis wenste een grootschalige enkellaagse bouwmarkt (groter dan 6000m2, een zogenaamde Megastore), terwijl het Budgetcenter een warenhuis wenste opgebouwd uit twee lagen. Hierbij was lang onduidelijk of de supermarkt boven gesitueerd diende te worden of juist beneden. Ondanks het wat stroef verlopende besluitvormingsproces is het Van der Jeugd Architecten gelukt om beide vestigingen met een minimale uitloop op de gewenste planning en binnen budget te realiseren. Hierbij zijn uiteindelijk de twee vestigingen door 2 verschillende bouwbedrijven uitgevoerd.
Een belangrijke conceptueel ontwerpvraagstuk was de vraag wat de twee hallen zou kunnen verbinden, met behoud van individuele identiteit. Van belang hierbij was tevens de nabijheid van de Zuiderval, een drukke uitvalsweg van Enschede.De locatie van de twee detailhandelzaken wordt van deze weg gescheiden door een groot P+R terrein. Nagedacht moest worden over hoe de ondergebrachte bedrijven zich op een bijzondere wijze kunnen presenteren en hoe dit bij kan dragen aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied.
Uitwerking
Als antwoord op deze ontwerpvragen heeft Van der Jeugd Architecten om te beginnen Las Vegas achtige gevelbehandelingen voorgesteld. Bij de Praxis vestiging is gekozen om het bedrijfslogo als ruimtelijke structuur uit te voeren (42 m breed, 8m hoog en 2m dik) afgezet tegen een verlichtte achterwand. Daar tegen over is bij het Budgetcenter gekozen voor een diepdruk, alsof het logo in de huid gestanst is, in combinatie met een volledig verlichte, verdiepingshoge plint voorzien van reclame-uitingen. Dit heeft geleid tot een in het oog springende verschijningsvorm van de gevelwand waarbij reclames tot architectuur verworden.
Opvallend is ook de hoofddoorgang tussen de twee grootschalige detailhandelhallen. Als ludieke verwijzing naar de hoofdingangen zijn hier een vijftal grote pijlen op masten gezet en reeds van een grote afstand aandacht naar zich toetrekken. Verder zijn beide hallen voorzien van grote luifels die elkaar bijna raken. Hierdoor ontstaat een spectaculaire hoofddoorgang waarin tevens enkele gedeelde voorzieningen (collectieve bluswatervoorziening en transformatoren) gesitueerd zijn. Gekozen is om dit ‘noodzakelijke kwaad’ vorm te geven als een soort grenswachterhuisje, compleet met slagbomen en uitgevoerd in dezelfde gevelbeplating de beide hallen. De gedeelde voorzieningen dragen hiermee bij aan de monumentale entree, waarin passage tot sublieme ruimtelijke ervaring verwordt en op een originele wijze samenhang wordt bewerkstelligd tussen beide hallen.
De hallen zelf zijn opmerkelijk vanwege de gestileerde uitvoering. Beide hallen zijn zo gaaf mogelijk gehouden en uitgevoerd in zo veel mogelijk dezelfde materialen. Hemelwaterafvoeren en noodoverstorten gaan binnendoor in plaats van buiten langs en monden uit in de terug liggende betonnen plint.
Bij de Praxis is het sculpturale karakter benadrukt door noodzakelijke ingrepen in de hoofdvorm uit te voeren als strategische uitsneden uit het volume. Dit als tegenhanger tegen het no-nonsense Budgetcenter waarbij entrees, dienstingangen en raamopeningen geaccentueerd zijn door opvallende en in het oog springende luifels.
Met deze hallen laat van der Jeugd architecten zien dat bedrijfshuisvesting meer kan zijn dat een behuizing van functies. Niet alleen laten de Praxis en Budgetcenter vestiging zien een huisstijl zich niet hoeft te beperken tot visitekaartjes en briefpapier, maar ook dat architectuur in bedrijventerreinen ingezet kan worden ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van een gebied en ter vergroting van aanloop en daarmee omzet voor de gevestigde bedrijven.