De toren bestaat uit drie karakteristieke ruimten; het donkere souterrain (entree), de verticale torenruimte en de ruimte onder de kap. Deze ruimten worden verbonden door het belevenispad in de vorm van een trap. De gesloten balustrade van de trap verandert voortdurend van hoogte en leidt hierdoor het zicht van de bezoeker.
Het pad voert de bezoeker langs bijzondere punten, zoals het uurwerk, de klokken en de oude constructie, maar ook langs informatiepunten die iets vertellen over de geschiedenis van de toren en haar plek.
Aan het eind van de route wordt het pad zichtbaar aan de buitenzijde van de Toren. Hier bevindt zich het uitkijkpunt met zicht op het omliggende landschap en in de verte, achter de dijk, het water van de Eems.