woonhuis 1

De opdrachtgevers wilden op een stuk grond aan de rand van Bergen een huis met een rieten dak laten bouwen. Dit heeft geleid tot een villa, die in sfeer een kruising is tussen een Noord-Hollandse schaapskooi en de architectuur van de Bergense school uit de jaren twintig en dertig.

Er is een jaar lang gepraat, getekend en opnieuw gepraat voordat de juiste vorm was gevonden. Uitgangspunt bij het ontwerp was het behoud van de grote boom midden op het terrein. De woning ligt daarom aan de ene kant van de boom, en de garage, in één lijn met het huis, aan de andere kant.

De rieten kappen van het woonhuis en de garage nijgen een beetje naar elkaar toe, en om deze verbinding te benadrukken zijn in het riet horizontale koperen stroken aangebracht, die er door de vorming van koperoxide bovendien voor zorgen dat algen en mos minder grip krijgen op het riet.

Aan de achterkant is de villa hoog en open, terwijl zij er aan de voorkant uitziet als een gesloten, lage schuur. Dit effect is versterkt door een talud voor het huis te leggen. Vanaf de straat zie je zo alleen de grote rieten kap en daaronder een horizontale strook glas

Het interieur is bedacht als een enscenering van afwisselend kleine en grote ruimtes en met variaties in licht en kleur. Je komt eerst binnen in een klein, donkerblauw halletje; dan betreed je een gedeelte waar de hal dubbelhoog en licht is. De hal is een gotische ruimte en de trap heeft een split-levelbordes. Daarna wordt het weer donker en ten slotte sta je in de ruime en lichte woonkamer. In de woonkamer zijn op de hoeken stukken plafond opgetild en grote hoekramen gemaakt. Die zorgen voor verrassende lichteffecten en geven zicht op de lage delen van de rieten kap. De keuken, die bedoeld is en functioneert als het centrum van het huis, ligt als een scharnierpunt tussen de woonkamer en de eetkamer in.