Sydhavn_x002f_Sluseholmen

De gemeente Kopenhagen wilde een ontwerp voor de transformatie van het zuidelijke havengebied van de stad tot woongebied, met het Java-eiland in Amsterdam als voorbeeld. Een Deens comité maakte daarvoor een studie van diverse havenontwikkelingen in Europa. Daarbij viel Java-eiland bij hen het meest in de smaak. In het plan zitten zowel overeenkomsten als grote verschillen met het Amsterdamse ontwerp.

Het ontwerp beslaat vier schiereilanden, die in verschillende fases worden ontwikkeld. Anders dan het Java-eiland bestaat Sydhavn helemaal uit stadsblokken, die zo zijn gesitueerd dat ze aan alle kanten op het water zijn georiënteerd. Om dit te bereiken zijn aan het gebied kilometers gracht toegevoegd. Dat ging in Sydhavn veel gemakkelijker dan in Amsterdam, waar eerst U-vormige aquaducten op palen in het water moesten worden gezet. In Kopenhagen kon worden volstaan met damwanden, waarna de gracht eenvoudig met water kon worden gevuld. Als uitgangspunt voor de blokgrootte in Sydhavn is de maat van de grote stadsblokken in de binnenstad van Kopenhagen genomen. Net als op het Java-eiland zijn over de grachten bruggen aangelegd die een beetje bol zijn, waardoor ze ritmiek geven aan de openbare ruimte. Ook de knikken en bochten in de grachten zorgen voor steeds andere ruimtelijke effecten en zichtlijnen.

In de vier deelgebieden van het plan wordt steeds hetzelfde stedenbouwkundige principe gebruikt van stadsblokken omgeven door water, geknikte grachten en bruggen.

Sluseholmen is de eerste uitwerking van het Sydhavn-plan. Het eiland wordt gekenmerkt door een weids uitzicht op het omringende water en een intiemere binnenkant. Het binnengebied wordt gevormd door een gebogen hoofdgracht en een aantal korte dwarsgrachten. De grote stadsblokken liggen met één kant aan het grote water en met de andere kanten aan deze nieuwe grachten. Er is geprobeerd de profielen van de grachten minimaal te maken: aan de zonkant van elke gracht loopt een smalle kade en aan de andere kant staan de gebouwen direct met hun voeten in het water. De dwarsgrachten lopen niet recht, maar hebben een knikje, waardoor je er niet in één keer langs kunt kijken. Doordat de hoofdgracht een bocht heeft gekregen, worden bovendien de nabijgelegen industrie- en kantoorgebouwen aan het zicht onttrokken. De lange kant van de gebogen hoofdgracht is op het zuiden georiënteerd. In de hoven van de blokken zijn tuinen aangelegd, met daaronder ruimte om te parkeren.

Elk stadsblok bestaat uit verschillende woningtypen: aan het grote water liggen appartementsgebouwen en aan de dwarsgrachten individuele grachtenhuizen, die bestaan uit gestapelde maisonnettes. Net als op het Java-eiland zijn de verschillende delen door verschillende, in dit geval Deense, architecten uitgewerkt. Er zijn architectonische richtlijnen opgesteld voor materialen, kleuren, ruimtelijke effecten en bebouwingshoogte, die ervoor moeten zorgen dat elk stadsblok een eenheid blijft en aansluit bij het grotere geheel. De Deense architecten waren aanvankelijk sceptisch over deze aanpak, en hadden er bezwaar tegen dat ze – in hun ogen – gereduceerd werden tot ‘gevelartiesten’. Nu het project gereed is, geven ze echter toe dat deze aanpak tot goede resultaten heeft geleid.