Op de woonlaag (straatniveau) en het souterrain (tuinniveau) zijn de ingrijpendste wijzigingen gerealiseerd. De kamers van de woonverdieping zijn omgevormd tot een vloeiende woonruimte met grote muuropeningen naar tuin en bos; door de zwevende erker en glazen puien is de zitruimte lekker licht geworden en is de natuur tastbaar. Het zwevende balkon verlengt de woonruimte naar buiten; van hier is de tuin bereikbaar.
In het souterrain is de secundaire entree (achterom) gemaakt met berging en (bij)keuken aan het tuinterras; hier bevinden zich ook een multifunctionele tuinkamer met eigen voorzieningen geschikt voor speel- en logeerruimte(n).
Op de verdieping is de ouderslaapruimte bedacht, een ruimte verdeeld in drie plekken: slapen, baden en kleden.
Het grootste gedeelte van deze ingrijpende verbouwing vindt plaats in stijl van het originele woonhuis; verloren gegane elementen zoals de dubbele ramen in de voorgevel en het glas in lood in het trappenhuis zijn weer teruggebracht.
In contrast hiermee zijn de nieuwe ingrepen, die het woonhuis openen naar de tuin en het bos, modern strak vormgegeven in lichtblauw metaal, glas en strakke antracietkleurige baksteen.