Haverleij_x002f_kasteel Leliënhuyze

Midden jaren negentig maakte de gemeente Den Bosch zich zorgen omdat veel goedverdienende inwoners uit de stad vertrokken en zich vestigden in de omliggende dorpen. Om deze Bosschenaren binnen de gemeentegrenzen te houden werd besloten een voormalig voor de industrie bestemd terrein te transformeren tot een aantrekkelijk woongebied met duurdere woningen.

De opgave was een plan te maken voor duizend woningen op een oppervlak van 220 hectare. Dat is met vier à vijf woningen per hectare slechts een zevende van de dichtheid van de gemiddelde Vinex-wijk. Met deze uitzonderlijke lage dichtheid als uitgangspunt is gezocht naar een benadering waarin bebouwing en landschap elkaar zouden versterken. In plaats van de huizen als kruimels over het gebied uit te strooien zijn de woningen geconcentreerd in een ‘vesting’ en negen ‘kastelen’. Hierdoor kon het overgrote deel van het terrein onbebouwd blijven en getransformeerd worden tot een prachtig landschap, ontworpen door Paul van Beek. De primaire gedachte achter het plan is dat landschappen doorgaans interessanter zijn als er gebouwen in staan, en dat gebouwen gezegend zijn als ze omringd zijn door een mooi landschap. De kastelen rijzen stevig uit het landschap op, vormen contrapunten en geven er schaal aan. Elk kasteel is op een bijzondere plaats gesitueerd: in het bos, aan de rand van bos en rietland of op de grens van weiland en bos. Ze staan als zelfstandige entiteiten aan het einde van oprijlanen of aan de overkant van ophaalbruggen. Hiermee sluit dit project onmiskenbaar aan bij de romantische ontwerpprincipes van de Engelse landschapsstijl.

Kasteel Leliënhuyze is een antwoord op de vraag van de ontwikkelaars om in Haverleij ook twee-onder-een-kapwoningen te bouwen, omdat die in Brabant doorgaans goed verkopen. Dit ‘kasteel’ heeft in de buitenring twee-onder-een-kapwoningen, in de binnenring rijtjeshuizen en in de hoektorens appartementen. De woningen zijn zo gesitueerd dat ze allemaal uitzicht hebben op het landschap. De binnenring ligt hoger dan de buitenring en heeft terrassen aan de buitenkant, zodat de bewoners tussen de twee-onder-een-kappers door naar het omringende landschap kunnen kijken. De woningen in de buitenring hebben dubbelhoge woonkamers, en hebben in plaats van voor- en achtertuinen ‘tussentuinen’ met uitzicht. In dit kasteel zijn per woning 2,2 gebouwde parkeerplekken gerealiseerd, die zich onder de woningen en de binnenplaats bevinden.

De buitenkant van het kasteel heeft een rustiek uiterlijk gekregen door verschillende kleuren bakstenen te gebruiken en door natuursteenblokken, dichtgemetselde raamnissen en gotische bogen in het metselwerk te verwerken. Dit wekt de suggestie dat het gebouw in het verleden meermalen verbouwd en aangepast is. Inspiratiebron was het werk van de Engelse landhuisarchitect Edwin Lutyens (1869-1944), die zijn metselaars ’s ochtends bier gaf om ze enigszins onregelmatig te laten metselen. Dit mag nu niet meer vanwege de Arbowetgeving, en daarom hebben de metselaars van dit kasteel precieze tekeningen gekregen van de gewenste onregelmatigheid en zijn ze aangemoedigd tot ‘vrij-metselen’. Om het gebouw extra rustiek te maken hangen de lantaarns in de binnenplaats op ongelijke afstanden en niet allemaal op dezelfde hoogte. Bewoners van het kasteel hebben gezegd dat ze sinds ze hier woonden thuis een vakantiegevoel hebben, wat te beschouwen is als een groot compliment.