Het Smedinghuis kent een structuralistische opbouw. Het hoofdgebouw is door middel van luchtbruggen verbonden met twee vleugels die hier haaks op staan. Voor het hoofdgebouw langs loopt een verhoogde straat die de bezoeker naar de eerste verdieping brengt waar de ontvangsthal is. Het beeld van de buitengevel wordt bepaald door de aluminium erkers en de polyester leidingschachten langs de gevel. De belangrijkste kwaliteit in het interieur is het brutalistisch cassetteplafond. Du Pon en Van Mourik maakten een kantoortuin met daarin een van de eerste flexibele wandsystemen. De teloorgang van het oorspronkelijke interieurontwerp zette in, toen de organisatie afstapte van de vrije werkomgeving: er werden tussenwanden geplaatst, de plafonds werden verlaagd en de wanden gesaust. Dit aftakelingsproces werd versneld door de brand die op12 januari 2003 in een installatieschacht ontstond en het hoofdgebouw buiten gebruik stelde. De bouwkundige constructie was door de brand echter nauwelijks aangetast en Rijkswaterstaat voelde zich dusdanig met het gebouw verbonden, dat is gekozen voor een renovatie.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 12, 2006, p74-77.