Het gebouw is een bijna volmaakte kubus, met een grondvlak van 35 bij 35 meter en een hoogte van 34 meter. Door de Spartaanse vormgeving lijkt het eenduidig. Maar de 134 glazen perforaties in vier formaten, die zich langs drie kanten van het gebouw ophopen en het massieve blok bijna doen oplossen, zorgen voor uiterst verrassende doorzichten. Voorbijgangers krijgen de indruk dat de gevels flinterdun en geheel poreus zijn, terwijl het hier toch om een blok beton gaat. De perforaties zijn bovendien dusdanig geplaatst, dat de passant bijna niets te weten komt over de etageverdeling van het interieur en over de functies die het gebouw herbergt.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 11, 2006, p64-67.