Het voormalige leprozen,- pest- en dolhuys in Haarlem dateert uit 1320 en lag destijds buiten de stadsmuren, net als de begraafplaats en de vuilnisbelt. Buiten de muren werden niet alleen dood en vuil gedumpt, maar ook de verworpenen van de samenleving. Met de groei van de nederzetting kwam Het Dolhuys echter in het hart van de stad te liggen.
Diezelfde ontwikkeling tekende zich af in de psychiatrie. Als gevolg van de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg zijn mensen met psychiatrische problemen steeds nadrukkelijker aanwezig op straat en in de buurt. Die ontwikkeling resoneert in het museum: hier móeten bezoekers zich wel verhouden tot het onbekende en het andere. Afzijdig blijven is onmogelijk.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 4, 2006, p94-95.