Wie het Walterboscomplex binnen wil gaan, wordt aangestaard door vier grijnzende monsters. Uit het water rijzen vreemde ijsblokken op, met geheimzinnige spleten. Wordt hier iemand bespied?
Toch ziet het gebouw er benaderbaar uit. De ingang is gemakkelijk te vinden en bereikbaar zonder hekken met spookachtige intercoms te hoeven trotseren. De beide binnenhoven waarop de bezoekers neerkijken, ogen vriendelijk; de vliegdennetjes vertellen dat dit gewoon de Veluwe is en overal klinkt het geklater van stromend water. Bezoekers gaan met een gerust hart één van de blokken binnen.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 9, 2007, p68-73.