Het oude bankgebouw is door De Bazel tot en met de interieurs en meubels als eenheid ontworpen. De indeling volgt een proportiesysteem met een basismaat van 3.60 bij 3.20 meter. Voor de constructie ontwierp A.D.N van Gendt een geavanceerd betonskelet met geïntegreerde dubbele vloeren op de verdiepingen. De huid van het gebouw is gemetseld met blok- en bandpatronen van baksteen en natuursteen. Het interieur heeft veel symboliek en werd rijk gedetailleerd. De plattegrond is opgebouwd rondom twee glasoverdekte lichthoven. In de loop der jaren slibde het interieur dicht. Chronisch ruimtegebrek leidde in de jaren vijftig tot het dichtzetten van de centrale hal, vlak boven het oorspronkelijke glazen plafond. In de jaren zeventig verdween bovendien een deel van het originele interieur en ontstond een wirwar van scheidingswanden, schotten en verlaagde plafonds.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 11, 2007, p52-57.