Het architectenbureau kwam met de oplossing de schouwburg uit te breiden door een uitkraging over de Melkweg en de Lijnbaangracht. Zo kon de Melkweg worden uitgebreid op de begane grond op het terrein van de schouwburg. Dit plan is als basis genomen voor het uiteindelijke ontwerp. Dit maakt het mogelijk dat de historische schouwburg veel minder wordt aangetast dan het eerdere plan waarbij sloop en nieuwbouw nodig was in het rijksmonument.
De nieuwe zaal zit in de uitkraging en heeft daardoor zijn grondvlak dertien meter boven de straat. Hij staat ‘rug aan rug’ op anderhalve meter van de oude toneeltoren. De gevelbekleding bestaat uit dubbele metaalplaten, waarvan de buitenste zijn geperforeerd. Hierachter bevindt zich de zaal, waarboven zich een tweede repetitiezaal met dakterras bevindt. De onderste helft van het gebouw aan de Lijnbaansgracht is van glas met verschillende transparantiewaarden en bevat een repetitiezaal, de publiekstrappen en de kassa.
De brede en diepe zaal biedt plaats aan 520 stoelen. De gebogen stoelrijen en de oplopende curve geven zicht op het toneel en veroorzaken een gevoel van nabijheid. Aan weerzijden zijn techniekzones met akoestische draaibare luiken, waar spots tussendoor kunnen schijnen.