De Augustanakerk (1957) betekende voor architect Ferdinand Jantzen een stijlbreuk met zijn vooroorlogse kerkgebouwen: een “moderne” kerk met een transparante entreehal, bedoeld als ontmoetingsruimte voor de gemeenschap. Een driedelig ensemble: de hoge kerkzaal, de zondagsschool en de kosterswoningen. De laatste jaren daalde het aantal kerkgangers sterk.
De Lutheranen vroegen ons daarom te onderzoeken of een verkleuring van kerk naar woonhof mogelijk en haalbaar zou kunnen zijn. De Lutherse Diaconie, een toegelaten instelling, beheert meerdere woongemeenschappen met ruimte om activiteiten te delen met medebewoners én met de buurt. “Omzien naar elkaar”, in onze huidige maatschappij misschien wel relevanter dan ooit. De transformatie bleek haalbaar en wenselijk. We werden “bouwheer” en begeleidden ontwerp, exploitatie, financiering en realisatie.
De heldere no-nonsense organisatie van het gebouw is leidend geweest voor de transformatie.
De bestaande structuur bepaalde de woningtypologieën, de overmaat in hallen en gangen gaf ruimte aan collectiviteit. Waar mogelijk zijn de liefdevolle details bewaard en ingrediënten hergebruikt. Aanvullingen (voor buitenruimte, voor meer daglicht) zijn bescheiden en doelmatig ingezet, geheel in de geest van het frisse optimisme van het oorspronkelijke gebouw.
Het bouwen aan het collectief toekomstige bewoners ging gelijk op met het ontwerpen en bouwen van de fysieke ruimte. De jongste bewoner is 24, de oudste 94. De buurtactiviteiten blijven en worden uitgebreid, evenals een plek voor bezinning, zowel binnen als buiten.
Werken aan een daadwerkelijk duurzame leefomgeving gaat over thuis, over mensen, over gemeenschappen, over cultuur, over verbindingen en relaties. Sociaal, ruimtelijk, economisch en ecologisch, altijd geïntegreerd.