De ruimte die er voor bewoners was om vorm te geven aan hun individuele en collectieve woonwensen maakt dit transformatieproject bijzonder en innovatief. Waar het complex niet geschikt bleek te zijn voor standaardwoningen en traditionele ontwikkelaars daarom geen interesse hadden in de transformatie van deze plek, bleek dit met een groep van particulieren wel mogelijk. Zo kon sloop van het industriële erfgoed worden voorkomen.
Omdat bewoners vanaf het begin bij het transformatieproces betrokken waren hadden ze grote invloed op het programma van eisen. Zo konden bewoners - binnen bepaalde ontwerpuitgangspunten - de plek en grootte van hun woning bepalen, alsmede de woningindeling, de plek en grootte van de eigen buitenruimte, de inrichting van gemeenschappelijke tuinen, parkeerterrein en bergingencluster. In vroegtijdig stadium is bepaald dat alle woningen grondgebonden zouden zijn, dit vanwege brand en geluidseisen. Na veel puzzelwerk - wie waar en hoe groot - zijn er 16 woningen gerealiseerd uiteenlopend van 55 tot 195 m2, uitgerust met ofwel patio, dakterras, balkon of tuintje en voorzien van eigen fietsenberging, parkeerplaats. De groepsdynamiek die tijdens het project ontstond zorgde dikwijls voor onverwachte keuzes. Zo gaven de bewoners bijvoorbeeld de voorkeur aan open, groene afscheidingen tussen collectieve tuin en privé terrassen in plaats van sterk afgebakende privé buitenruimten.
Bij de transformatie wilden we de structuur en de eigenheid van de oude fabriek zoveel mogelijk behouden. Het complex bestond uit grote, hoge hallen met veel volume en prachtige kapconstructies van hout en staal maar met weinig daglicht en geen mogelijkheid voor een buitenruimte. Hoe creëer je daar woningen in?
Met een paar strategische ingrepen hebben we dit opgelost. Zo is een weinig karakteristieke hal op het binnengebied gesloopt. Hiervoor in plaats is een nieuw Leids hofje gerealiseerd. Vanwege dit hofje verdween de noodzaak om iedere woning van een grote buitenruimte te voorzien.
Door een nieuw ontsluitingssysteem zijn alle bouwdelen binnendoor of buitenom met elkaar verbonden en is er een echte eenheid en wooncollectief ontstaan. Ook de nieuwbouwwoningen horen, met hun voordeuren aan het binnenhofje en hun stoere bakstenen buitengevel, nadrukkelijk bij het ensemble.
De bestaande structuur van kolommen bood veel vrijheid in de indeling; door vrije plaatsing van lichte woningscheidende wanden kon eenvoudig worden gedifferentieerd in woninggroottes. Op het gebied van energiebesparing is gezocht naar een optimum tussen hoogwaardig isoleren en behoud van karakteristieken. Het complex is aan de binnenzijde geïsoleerd met dunne gasbetonblokjes om de uitstraling van de gevels aan de buitenzijde te kunnen behouden.