Oase
Met de opening van Fondazione Prada in Milaan heeft de organisatie er een wervelende vestiging bij voor eigentijdse kunst en onderzoek. Fondazione Prada werd in 1993 opgericht door
Miuccia Prada en Patrizio Bertelli als platform om de eigentijdse cultuur te onderzoeken door middel van tentoonstellingen, conferenties en kunstopdrachten. Naast een vestiging in Venetië vond Prada in Milaan een locatie om deze projecten te presenteren aan het publiek. Het terrein bevindt zich nabij de derde stadsring in de periferie ten zuiden van het stadscentrum. Een eveneens nabij- gelegen voormalig rangeerterrein getuigt van diverse industriële activiteiten. Een gewaagde keuze om juist hier groot uit te pakken met een indrukwekkende hoeveelheid moderne kunst. Het industriegebied is in transformatie, maar op cultureel vlak nog steeds een woestijn. Het is meer een gebied voor pioniers, waarin de Fondazione een oase is. Het architectonische project, ontworpen door oma, behelst de conversie van een voormalige distilleerderij (Società Italiana Spiriti) uit de jaren 1910. Het terrein huisvest circa 11.000 vierkante meter aan tentoonstellingsruimte, een bibliotheek, een bioscoop en een café.
Al van enige afstand valt een gouden gebouw op, dat als een uitkijkpost uitsteekt boven de omringende terreinmuren. Het volume geeft blijk van een kleurrijke kwetsbare binnenwereld die afgeschermd wordt van de omgeving. Vaag doet het gebouwtje denken aan de gouden bol in het conferentieoord te Agadir, een prijsvraagontwerp van OMA in 1990.
Lees ook: Koolhaas bouwt museum voor Prada
Contrast genereert energie
Het publiek betreedt het terrein via een authentieke stalen poort die als uitzondering in de stenen ommuring van de terreinbegrenzing is opgenomen. Achter de muren wordt direct het thema van het project prijsgegeven: een ruimtelijke collage van vlakken die nieuw en oud met elkaar confronteren. Contrasterende materialen, horizontale en verticale texturen, brede en smalle ruimten, ge- sloten en transparante volumen, gladde en ruwe vlakken zijn naast en tegenover elkaar geplaatst. De voormalige fabrieksgebouwen zijn opgeschoond en voorzien van nieuwe ruimtelijke elementen. Een deel van de bebouwing is gesloopt. Her en der zijn gevels gedeeltelijk vervangen door spiegelwanden of glasvlakken. Daarnaast zijn in het ontwerp drie nieuwe gebouwvolumen toegevoegd: de toren, de bioscoop en het podium. De tien verdiepingen hoge toren was ten tijde van de opening nog in aanbouw en wordt geopend in een volgende fase.
Een rondgang over het terrein langs de opeenvolgende gebouwen biedt afwisselende ruimtelijke ervaringen door de materiële verscheidenheid. Bijna elk ruimtelijk vlak dat tegenover een ander staat heeft een eigen materialisering of textuur. Er gaat een positieve energie van het project uit door de rijkdom aan contrasten.
Het podium, het centrale paviljoen, staat tegen het gouden gebouw en naast een stenen gebouw. Het paviljoen heeft een soort Miesiaanse tektoniek: twee horizontale aluminium vlakken met daar- tussen glas, die voorzien zijn van uitvergrote stijlen. De ene gevel heeft dragende stijlen, de andere louter esthetische. Een tweede expositieruimte die eroverheen schiet is geheel bekleed met aluminium schuimpanelen. Vanaf het terrein bezien houdt een forse zwarte staalconstructie de gebouwdelen visueel los van elkaar.
In een volgende hof is van een stenen gebouw een gevelvlak geheel vervangen door een spiegelwand, waarmee het alzijdige aspect van het volume om zeep is geholpen. Muren van bestaande gebouwen zijn opnieuw gestuukt en de stalen profielen ertegen zijn in contrasterende kleuren geschilderd. De materialisering van het terrein is ook op verschillende manieren afgewerkt: houten blokken, stalen roosters en geslepen keien volgen elkaar op. De contrasterende vlakken zijn onderdeel van de ruimtelijke compositie. Nu en dan loopt de terreinvloer door naar binnen. De vanzelfsprekendheid gekeerd. De omringende terreinbebouwing is nagenoeg ongemoeid gelaten.
Op de kruising van twee assen in het hart van het complex komt een heel scala aan architectonische elementen bij elkaar: een gouden vlak staat tegenover een hellingbaan van glas met een aluminium vloer, een gebogen betonplafond stopt op een met aluminium beklede gevel. Een vierde wand van deze ruimte is bekleed met verticale kunststof- panelen. De ruimte lijkt een van de wezenlijkste plekken, maar heeft geen specifieke bestemming.
De contrasten zijn divers en de fragmenten komen gebalanceerd in aanraking met de bestaande bebouwing, die er niet door wordt overdonderd. Het project maakt dankbaar gebruik van de bestaande gebouwen en gaat er op diverse plekken een boeiende dialoog mee aan. Rem Koolhaas benadrukt dat de Fondazione geen project is dat over behoud gaat en ook niet over nieuwe architectuur. Het zijn twee condities die hier met elkaar in verband zijn gebracht.
Het project is op zichzelf een architectonische expositie. De façades zijn onderdeel geworden van een ruimtelijke scenografie. Hier is gepoogd een nieuwe realiteit te implementeren die het project van binnenuit transformeert.
Zie ook: Prada opent museum voor 24 uur
Synergie
Het project is vernieuwend door de omgangswijze met het voormalige fabriekscomplex. Door nieuw en oud als gelijkwaardig te benaderen in een totaalconcept is een boeiende synergie ontstaan. Deze aanpak laat zien dat verlaten gebouwen heel goed getransformeerd kunnen worden zonder deze volledig te conserveren in hun oude staat of ze te slopen.
Waar in Nederland vernieuwingen al te vaak met geheel nieuwe uitbreidingen gerealiseerd zijn, heeft OMA in Milaan een oud fabriekscomplex op een geslaagde manier getransformeerd door er een dialoog mee aan te gaan. De gerealiseerde synergie bezorgt het complex een nieuwe vitaliteit.
L
Lees ook: Fondazione Prada van OMA geopend