Geruime tijd was de Aelbrechtskade grotendeels geannexeerd door de in de bedrijvenplint van de vrijwel aaneengesloten bebouwingswand gevestigde automobielbranche, en dan wel die van het ruigere slag. De handel stond breeduit uitgestald op kade, stoep en de buitenste twee van de vier rijstroken. Het in ordentelijker banen leiden van deze gebruikersoptie (laden, lossen, uitstallen) was dan ook een van de opdrachten bij de herinrichting van de kade. Het was echter ook slechts het topje van de ijsberg. Immers, de Delfsha-vense Schie is een druk bevaren binnenvaart-route tussen Rotterdam en Den Haag en vereist aanlegmogelijkheden en ruimte om de eventuele auto’s van de binnenschippers op de kant te kunnen zetten. De bewoners bóven de bedrijvenplint verlangen een vrije stoep om hun woningen ongehinderd te kunnen bereiken en de wijkbewoners willen op de kade kunnen vertieren. Daarnaast moest een fietsroute langs de Schie worden gerealiseerd èn het doorgaand verkeer worden gewaarborgd. Dat verkeer rijdt hard, dus moeten de voetgangers veilig naar de overzijde geholpen worden. Last but not least diende het profiel dat dit scala aan functies zou herbergen zodanig te zijn vormgegeven dat het een verbindende schakel zou vormen tussen de verschillende andere projecten die in het kader van ipso op de linkeroever van de Schie in ontwikkeling worden gebracht.
Lengte en breedte
De wijze waarop West 8 dit overspannen programma heeft bezworen is op alle fronten en tot in de details representatief voor het weliswaar nog niet zo omvangrijke maar des te pregnantere oeuvre.' Een belangrijke karakteristiek betreft het doorvoeren van een vergaande comprimatie van het programma, hetgeen overigens in een zeer heftige dialoog met de Verkeersdienst bevochten moest worden. Tegen het in Nederland tot in decadente proporties volgroeide specialisme van de zonering voert West 8 al sinds de oprichting
(iq86) een ‘anti-debiliseringsguerilla’. Aan de Aelbrechtskade vormde een simpele rekensom het hardste argument: de verdeling van het programma in het dwarsprofiel vereist 50 meter breedte, terwijl er maar 25 a 30 meter beschikbaar is. Het nieuwe profiel is gebaseerd op een overzichtelijke tweedeling in een verkeersgebied en een ‘kadesfeer’ Het verkeersgebied bestaat uit een negen meter brede asfaltweg (tweebaans met 'vrij links af en blauwe ‘oversteekeilanden’), die deel uitmaakt van de ‘stadsbinnenringweg’. Een 12 tot 16 meter brede zwart-wit geblokte kade van stelconplaten, een dubbele rij platanen in roosters, verlichting, een eenrichtingsschippersweg met fietsroute en parkeerruimte voor 370 auto’s, verbeelden de kadesfeer.
De gevolgen van de door Verkeersdienst bedongen verbreding van de schippersweg -want er moeten tenslotte ook fietsers gebruik van maken- zijn inmiddels zichtbaar. De schippersweg heeft nu nèt voldoende breedte om er toch weer dubbel te kunnen parkeren, waardoor fietsers alsnog rodeo moeten rijden. Het tweede ontwerpuitgangspunt vormde de beoogde articulatie van ‘de lange lijn’ van de Delfshavense Schie. Door met ijzeren discipline het ontworpen profiel langs de totale 2,5 km oever door te voeren, met een minimum aan afwijkingen of verbijzonderingen is dit bereikt. Het verschil in breedteprofiel van 25 en 30 meter is opgelost door de manier van parkeren aan de schippersweg: schuin parkeren in het brede deel, langs parkeren in het smalle deel.
Dankzij de overtuigingskracht van dit heldere concept èn de onvrede over de veel ongenuanceerdere annexatie en detaillering van de openbare ruimte door de diverse andere architecten van de overige deelprojecten aan de Schie verwierf West 8 de opdracht het ontwerp voort te zetten over de volle lengte en langs beide oevers van de Schie. De uitwerking en detaillering werd echter niet toevertrouwd aan West 8, maar is overgenomen door de Dienst rovv van Rotterdam.
Gebruik gerespecteerd
Typerend voor het ontwerp van West 8 is hoe ondanks de comprimatie van het programma de diverse en soms aan elkaar gewaagde ruimteclaims desalniettemin in het ontwerp tot hun recht komen. Van het saneren van ongewenste functies is, op de werkplaats van één schrootboer na, geen sprake geweest. Aan de gebruikseisen van autodealers en garages is vergaand tegemoet gekomen, met name door zeer uitgebreide parkeergelegenheid. De stoep voor de bedrijven-plint is voor zover mogelijk zeer breed gehouden en van een doorlopende inritband voorzien. Ook hier mogen auto’s gestald worden. Kleine betonnen paaltjes vrijwaren hierachter permanent een voetgangerscircuit. Parkeren op de kade is pertinent verboden, hetgeen even simpel als afdoend is gegarandeerd door de afwerking van de kade met een ‘triëf geleideband’ van zo’n 30 cm meter hoog. Daar komt geen auto tegenop. Klare taal: deze kade is geen mietje.
Wat betreft de vormgeving van de gewenste, meer recreatieve functie van de kade prevaleerde in de optiek van West 8 zeer sterk het gegeven van de binnenvaart. Wanneer je deze zeer druk bevaren route serieus neemt, dient de kade als kade behandeld te worden met een bijbehorend helder en eerder een stoer dan een geaffecteerd boulevard-karakter. Met de zwart-witte, stelcon-‘betegeling’, het benutten van de maximale breedte en het zo leeg mogelijk laten van de kade is hier een optimaal effect bereikt. De perfectie van de eenvoud en de weelde van de (straks) volgroeide platanen leveren daarbij evenzeer een kwalitatief hoogwaardige ambiance voor eenieder die hier verpozen wil, poedel en pitbull.
Ook hierin profileert West 8 zich. Gewone, ook banale gebruiksfuncties en de praktijk van het gebruik krijgen alle aandacht. De neiging kwalijk geachte zaken te negeren of te verdrijven ontbreekt. Er is eerder sprake van de sublimatie ervan, zodat een adequate omgeving ontstaat. In die zin representeert de Aelbrechtskade een waardevolle emancipatoire wending binnen de stadsvernieuwing. Hier is geen ‘gouden rand’ afgetroggeld van de aanpalende stadsvernieuwingswijken. De inrichting van Aelbrechtskade doet recht aan eisen, verlangens en behoeften van de gevestigde bewoners en bedrijven, terwijl tegelijkertijd een milieu met een zodanige allure is gerealiseerd dat het aantrekken van de marktsector -tenslotte één van de belangrijke verschuivingen binnen de tot ‘stedelijke vernieuwing’ geëvolueerde stadsvernieuwing- bovendien zal vergemakkelijken.
In de detaillering laat West 8 zien -hoewel uitermate eigentijds en in zekere zin extreem-dat zij stevig in de vaderlandse traditie geworteld is door een vergaand en inventief functionalisme te combineren met een artistieke lading. Straks zullen op de kade betonnen banken prijken die door West 8 zelf zijn ontwikkeld en zijn geïnspireerd op de zigzagstoel van Rietveld. De stelconplaten zijn tegelijk zeer praktisch -omdat ze partiële kadereparatie en de toegankelijkheid van het omvangrijke kabelpakket eronder mogelijk maken-alswel door hun zwart/witte patroon een zeer sterk optisch gebaar. Verbaal belijdt Adriaan Geuze regelmatig zijn liefde voor het Hollands licht (‘Ruysdaelluchten’).4 De Aelbrechtskade blijkt hiervan de fysieke getuigenis. Het zwart/witte kadevlak naast de hoge waterspiegel van de Delfshavense Schie is even gepast sensationeel onder dynamische wolkenluchten als gepast troosteloos op een grauwe regendag. Wanneer de kade nat is maakt de uitbundigheid plaats voor gelaten rust, de witte platen kleuren grijs. Een verademing naast alle mediterrane (terracotta-kleurige) terreur die nu al te lang in onze architectuur en inrichting van de openbare ruimte woekert.
NOTEN - 1) De gefaseerde uitvoering is praktisch voor tweederde voltooid. Het laatste deel -van Mathenesserbrug tot Aelbrechtsplein- moet medio mei worden opgeleverd. In het najaar zullen de platanen van dit laatste traject worden geplant. Ter hoogte van de Lage Erfbrug is voorlopig alleen de strook aan de waterkant aangelegd. De rijbaan en het trottoir zullen hier pas definitief worden aangelegd nadat de hier geplande nieuwbouw klaar is (1999/2000). De weg zal hier iets worden verbreed. 2) De aanloop voor het Project werd genomen met de nota Vernieuwing van de stadsvernieuwing. Vier delen: ‘Stadsvernieuwing en stedelijk beheer’; ‘Particuliere woningverbetering’; ‘Woonmilieudifferentiatie’; ‘Vernieuwing van de stadsvernieuwing’, Rotterdam, 1988. Aan de concretisering hiervan lagen op onderzoek, discussie en inspraak gebaseerde praktijkgerichte plannen ten grondslag, ontstaan tijdens het evenement Stadstimmeren 1989-1990 ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van Rotterdam. Hiervan uitgebreide verslaggeving in de documentatiemap: Stadsvernieuwing als laboratorium; Vernieuwing van de stadsvernieuwing, Rotterdam, 1990. Het ambitieuze project kreeg volle wind in de zeilen door de aanwijzing als (landelijk) voorbeeldplan voor de Openbare ruimte (in 1989) in het kader van de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening (vrom 1988). Zie ook: Rein Geurtsen, ‘Een mooie barrière is niet lelijk; de spin-off van een Voorbeeldplan’, in: Stadsvernieuwing als laboratorium; Vernieuwing van de stadsvernieuwing, Rotterdam, 1990. 3) Zie o.a.: Janny Rodermond, ‘De poëzie van het pretentieloze; werk van West 8’, in: de Architect, !993) nr- 31 P- 42-44i G. Andela, ‘Uitdagende landschappen voor ontdekkingsreizigers; vervreemding en verzoening in het werk van West 8’, in: Archis, 1994, nr. 2, p. 38-49; A. Geuze, ‘Accelerating Darwin’, in: Gerrit Smienk (red. ed.), Nederlandse landschapsarchitectuur; Tussen traditie en experiment, Amsterdam, 1993. 4) O.a. tijdens het symposium ‘Kleur en architectuur’, 1994, NAi.