Wie regelmatig met de trein het traject Rotterdam-Den Haag aflegt, heeft kunnen waarnemen hoe in de afgelopen jaren op een steenworp afstand van het Rotterdamse stationsemplacement een opvallende combinatie van gebouwen verrezen is. Alle gevels van het complex zijn, ongeacht de verschillende functies die er achter liggen, bekleed met witte fassalplaten.
'Halverwege de jaren '70 is een nogal uitgebreide opgave onderzocht door architectenbureau Landers: een ijsbaan, een schakelstation voor het G.E.B. van volumineuze afmetingen, een parkeergarage, een middelgroot hotel en een reeks woningen. Dit programma bleek veel te omvangrijk te zijn. In samenwerking met Passchier Vandensteen, studio voor architektuur b.v. is toen naar een alternatieve mogelijkheid voor een minder omvangrijk programma gezocht. Het ontwerp, dat nu gerealiseerd is, omvat naast de ijsbaan een parkeergarage in twee lagen met 417 parkeerplaatsen, 200 woningen, 2500 m2 showroom en winkelruimte op de begane grond, 720 m2 kantoorruimte in de arcade, 4750 m2 kantoorruimte in twee 'torens' aan de Statentunnelzijde en de Conradstraat, waaronder ruimte voor een squash-center. Onder de showrooms 2500 m2 magazijnruimte.
Het ijsbaan programma is voorzien van alle voor een ijsbaan noodzakelijke accommodaties als een restaurant, kleed- en toiletruimten, een selfservice restaurant, een sportwinkel, kantoorruimten, een grote overdekte fietsenstalling en de nodige dienstruimten voor het onderhoud van het ijs.
Hoofdopzet
Voor Passchier bestond er weinig twijfel over de situering van de bouwmassa's. De plaats van de ijsbaan, langs de spoorlijn lag van meet af aan al vast. Daaromheen is een hoge bouwstrook gedrapeerd, die langs het Weena de wand van het Groothandelsgebouw doorzet. Zowel qua kleur als qua hoogte en gedeeltelijk qua functie krijgt het Groothandelsgebouw een vervolg, waardoor tegelijkertijd de verbinding tussen stadscentrum en woonwijken tot stand gebracht wordt. Op de begane grond zijn, evenals bij het Groothandelsgebouw, showrooms gesitueerd, die liggen aan een ruime, over twee verdiepingen uitgespaarde arcade. Deze versterkt de voetgangersverbinding tussen het centrum en de woonbuurt nog.
De kromming in de wand van het Groothandelsgebouw krijgt zijn tegenhangers in twee knikken in de wand van het nieuwe gebouw. Aanleiding tot deze breukvlakken vormde een drinkwaterleiding van twee meter doorsnee, die op een paar punten vlak langs het gebouw scheert. De wand van het gebouw volgt in grote lijnen het verloop van deze leiding. De knikken liggen precies tegenover twee straten, die haaks op het Weena staan. Van dergelijke 'toevalligheden' moet je gebruik maken vindt Passchier. Dat wil zeggen dat qua functie afwijkende, of anderszins interessante onderdelen van een gebouw, die goed zichtbaarzijn, om een verbijzondering vragen. In dit geval liggen op de knikken de knooppunten van de ontsluiting. De afgeronde trappenhuizen fungeren als scharnierpunten in de wand. In de zichtlijnen van de twee straten en op de hoeken trekken de ronde balkons de aandacht en doorbreken een mogelijke monotonie. Een soortgelijke situatie deed zich voor bij de arcade. Door het normale leidingenpakket onder deze arcade te leggen kon het gebouw doorgetrokken worden tot aan de hoofddrinkwaterleiding. Hierdoor wint het gebouw aan ruimte en aan ruimtelijkheid. De randvoorwaarde gevormd door de leiding, wordt op zinvolle wijze verwerkt in het stede-bouwkundig en architectonisch ontwerp.
De arcade en de verbijzondering van de knikken zijn middelen om het gebouw met de stad te verweven, aldus Passchier. Deze verwevenheid wordt nog versterkt door de multifunctionele opzet van het gebouw. Vooral de grote recreatieve trekpleister, de ijsbaan is hierbij van belang.
Indeling
Het complex ligt ingesloten tussen het spoorwegemplacement, de Statentunnel en het Weena. De ontsluiting van de parkeergarage kon dan ook alleen plaatsvinden vanaf de Conradstraat. Daar schiet een hellingbaan onder het gebouw door naar de parkeergarage. In de onderste laag is een expeditiestraat opgenomen, zodat vrachtwagens van hieruit de onder de showrooms gelegen magazijnen kunnen bevoorraden. Boven de showrooms ligt een laag kantoren, die al dan niet in combinatie met een showroom en een magazijn gebruikt kunnen worden. Vanuit de kantoren heeft men uitzicht op de voetgangers in de arcade, die straks door een weelderig groeiende Blauwe Regen van het drukke verkeer op het Weena gescheiden zullen worden.
Boven de kantoren volgen negen woonlagen. Aan de uiteinden van de korte poten, die voornamelijk uit woningen bestaan, zijn twee kantoortorens aangehaakt. In de toren aan de Conradstraat is de dakhelling overgenomen van de overkapping van de ijsbaan. In deze toren zal binnenkort het GAK haar intrek nemen.
De ijsbaan heeft een nooduitgang aan de Conradstraat, die tijdens de bouw van de rest van het complex als hoofdentree gebruikt werd. In feite ligt de hoofdentree aan het 'ijspleintje', de wigvormige ruimte tussen de ijsbaan en de wand, die via trappen vanaf het Weena bereikbaar is. Met deze trappen, die onder de wand door gaan wordt het hoogteverschil tussen het Weena en het niveau van de ijshal overbrugd.
Woningtypen
Bij het indelen van de woonlagen is de maisonnette gebruikt als basistype. Hierop zijn nogal wat variaties ontstaan, die voornamelijk afhankelijk zijn van de ligging in het complex. De meeste afwijkende woningtypen liggen op de hoeken, nabij de knikken en onder het schuine dak.
In grote lijnen is de opbouw als volgt. Boven de kantoren volgen eerst twee lagen maisonnettes met vijf kamers, die aan de straatzijde beschikken over een groot overdekt balcon. Daarboven liggen twee lagen maisonnettes, waarvan elke woning beschikt over anderhalve verdieping. Op de gedeelde tussenlaag liggen de slaapvertrekken. Onder het dak liggen de zogenaamde penthouses met drie kamers, verdeeld over twee verdiepingen. Op de hoeken liggen extra grote types en een paar kleine flats. In de knikken liggen portaalwoningen.
Het is jammer dat de aannemers/c.q. makelaars een te beslissende stem gehad hebben in de indeling van de plattegronden en de inrichting van de woningen met de onvermijdelijke mosgroene en donkerbruine keukenblokken en sanitaire voorzieningen en de te logge, donkerbruine houten trappen. De hokkerige, inefficiënte indelingen en het materiaalgebruik van sommige woningtypen staan in contrast met de nuchtere helderheid van het exterieur. Dit is vooral spijtig omdat de ruimtes voor de woningen goede mogelijkheden boden om van het geijkte stramien af te wijken. Het is jammer dat deze mogelijkheden niet volop benut zijn.
Constructie en materiaalgebruik
Passchier stelt duidelijk dat bij het ontwerpen van dit project niet uitgegaan is van esthetische principes. Wat hem tijdens het ontwerpproces veel meer bezig gehouden heeft is de vraag hoe het bouwproces zo efficiënt mogelijk georganiseerd kon worden. En, in samenhang daarmee, hoe je materialen zo zuinig en functioneel mogelijk toepast. De noodzakelijke geluidsisolatie langs het drukke Weena en langs de Statentunnel heeft daarbij ook een belangrijke rol gespeeld. Twee voorstudies moeten in dit verband genoemd worden. Bureau Cauberg-Huygen b.v. heeft onderzoek verricht naar de optimale maatregelen in verband met de geluidsoverlast. In samenwerking met de aannemer, de leverancier van de gevelplaten, de constructeur en de geluidsadviseur is een studie gemaakt van de detaillering van de gevel. Met een beperkt aantal gevelelementen zijn alle gevels samengesteld. De gevelelementen van de slaapruimtes zijn bijvoorbeeld zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de woningen toegepast, maar ook bij de kantoren. De los voor de gevel geplaatste fassalplaten fungeren als paraplu en als parasol. Passchier is zeer content met dit materiaal. Het is licht, duurzaam en onderhoudsarm. Het gebruik ervan eist wel een zorgvuldige detaillering om vervuiling door jarenlang langs de gevel sijpelend hemelwater te voorkomen.
Om geluidsoverlast tegen te gaan zijn de balkons van de woongevels op de onderste woonlagen voorzien van een glazen opbouw, zodat de overdekte buitenruimtes als geluidsbuffer werken. De ramen van deze serres kunnen zomers eventueel opengeschoven worden. Waar nodig zijn ramen en deuren voorzien van dubbele aansluitingen. De boven de woongevels gelegen balkons zijn aan de onderkant afgeschuind en bekleed met houtwolcementplaten. De raamopeningen in de slaapgevels zijn zo klein mogelijk gehouden. Op verschillende punten in het gebouw is extra dik glas toegepast. Deze maatregelen tezamen zorgen ervoor dat de geluidsoverlast in de woningen inderdaad tot een minimum beperkt wordt.
De dakbedekking van de woningen en van de kantoren bestaat evenals de overkapping van de ijsbaan uit blauwe geprofileerde staalplaat. Opvallend zijn de blauwe hemelwaterafvoeren, die helemaal langs de buitenzijde van de gevels het water naar de grond geleiden.
Deze buizen vormen samen met de ronde trappenhuizen de verticale elementen, die de sterk horizontale gelaagdheid doorbreken. De verbijzondering van de gevels in de knikken en op de hoeken zorgen ervoor dat de lagen niet weglopen in een eindeloos perspectief. Het Weena heeft er weer een kloek gebouw bij gekregen. Passchier hoopt dat het gebouw waardige overburen zal krijgen, wanneer de woonbuurt aan de overkant vernieuwd wordt. Hij ziet het al helemaal voor zich: drie grote kubusachtige volumes, geplaatst tegenover zijn - door de knikken in de wanden ontstane - drieledige wand.
Gebruikte materialen:
— beton voor de funderingen, de skeletstructuur van de parkeergarages en de onderbouw, de wandenstructuur van de woningen, de trappenhuizen
— gelamineerd hout voor de overspanningen van de ijshal
— staal voor de skeletstructuur van de kantoren-oost
— houtskeletbouwframe waarin hardhouten kozijnen voor de gevels
— glas in aluminium voor de serres en overkappingen
— rond stalen buis voor de leuningen van de balkons en de borstweringen en voor de hemelwaterafvoeren
— fassalplaten voor de buitenzijde van alle gevels
— geprofileerde staalplaat voor de daken
— gladde prefab beton voor de borstweringen en balkons
— houtwolcementplaten voor de horizontale geluidsreflectievlakken