Flevoland is het kroonjuweel van de oer-Nederlandse traditie van het winnen van land op de zee. Een Mondriaanlandschap van wereldfaam, gebouwd door de pioniers van het nieuwe land. Maar de ruimtelijke kwaliteit van Flevoland staat onder druk door grote ruimtelijke opgaven zoals de energietransitie en woningbouw. Er moet daarom opnieuw worden gepionierd, door het proactief en integraal vormgeven van veranderingen in het landschap. Bouwstenen hiervoor zijn de 24 kernkwaliteiten van het Flevolandse landschap die zijn vastgesteld.
Polder-DNA, panorama’s, karakters
De basis van de visie ligt in het behouden en beter beleefbaar maken van het waterbouwkundig bouwwerk van dijken, gemalen, vaarten en sluizen: het polder-DNA. Daarnaast wordt een lans gebroken voor de unieke ervaring van het open polderpanorama en de beleving van licht en lucht boven een weidse horizon. Onder meer door het versterken van de monumentale assen, lanen en lange lijnen in het landschap.
Het derde uitgangspunt van de visie richt zich op het herkenbaarder maken van de verschillende karakters van de drie Flevolandse polders. In de Noordoostpolder wordt ingezet op het versterken van de kenmerkende dorpenring en in Oostelijk Flevoland is het realiseren van een robuust netwerk van ‘polderparkwegen’ een belangrijke opgave. In Zuidelijk Flevoland wordt ingezet op herstel en versterking van het rationele ‘poldercarré’ en de monumentale Vogelweg, om zo de sublieme polderervaring in het grootse open landbouwhart te borgen.
Landschapsinnovatie in hybride gebieden
Het vierde focuspunt van de visie ligt op het werken aan ruimtelijke kwaliteit in gebieden waar veel ruimtelijke opgaven samen komen: hybrides. Zoals het waterfront bij Lelystad waar wonen, bedrijvigheid, klimaatadaptatie en recreatie zijn gecombineerd, het gebied met bodemdaling ten zuiden van Emmeloord, en Almere Pampus - een modern stedelijk waterfront in verbinding met het Markermeer als ‘Central Lake’ van Nederland.
De visie is voor elk van de drie polders verder uitgewerkt in overwegingen en ontwerpprincipes. Hierin wordt een koppeling gemaakt met de belangrijkste ruimtelijke opgaven van nu. Bijvoorbeeld ecologie en waterkwaliteit, de landbouwtransitie, klimaatadaptatie, de energietransitie, beplanting en biodiversiteit, woningbouw en nieuwe stadsranden. De visie ligt vanaf half april ter inzage en wordt naar verwachting in de loop van het jaar definitief vastgesteld.