ARC21: Little C, Rotterdam - Ruud-Jan Kokke i.s.m. CULD

Little C viert hoog stedelijk, informeel wonen in een woongebied waarin stedenbouw, architectuur, detaillering en buitenruimte elkaar in één verhaal versterken. Een nieuw stuk stad dat als een puzzelstuk verschillende stadsdelen aan elkaar hecht. De bruggen, balkons, balustrades en noodtrappen dragen bij aan de samenhang en voegen een extra laag toe aan het stoere karakter.

Tekst CULD

Het staalwerk van Little C combineert de kwaliteiten van de fraaie elementen in de omgeving tot een voor Rotterdam unieke compositie. Zo draagt ook het staalwerk bij aan de vanzelfsprekende aansluiting op de context. De gebouwen vormen een familie, verbonden door rijk gedetailleerd staalwerk, elk met een eigen karakter. Samen leveren de gebouwen en het staalwerk een levendig stadsbeeld op.

_{Little C door CULD. Beeld Rene de Wit}

Het designteam met CULD en de staalvormgever e.a. staat centraal in het ontwerp en ontwikkelproces. Tijdens het proces sluiten meerdere disciplines aan zoals een signing ontwerper. Het ontwerpen en ontwikkelen wordt in bouwteamverband afgestemd met staalproductie bedrijven om de kostprijs van deze ‘niet standaard’ hekwerken te kunnen beheersen.

De ontwerper heeft getracht verbinding te maken met de omliggende wijken. Aanknopingspunten zijn gevonden in de gebruikte staaltechnieken tijdens het ontstaan van de omliggende gebieden: Lloyds haven is gerealiseerd in het ‘klinknagel’ tijdperk; het Binnenweg gebied wordt gedomineerd door smeedijzer balkons; in de Veerhaven is veel staalplaatwerk toegepast in de stijl van de Jugendstil.

De uitgangspunten resulteerden in 3 typeringen: smeed, sier en industrieel; uitgewerkt tot 3 basis hekwerktypen met 5 afgeleide varianten en 1 brugtype. De vluchttrappen zijn opgebouwd uit brede bordessen met trappen in dezelfde steekrichting in een zo transparant mogelijke uitvoering (voor de looproosters zijn daarom varkensstal roosters toegepast) en als een voile tegen de gevels aan gedrapeerd.

_{Little C door CULD. Beeld Ossip van Duivenbode}

Door de aandacht die aan zowel de architectuur als het staalwerk is besteed ontstaat er een compleet geheel dat verbonden is met zijn directe omgeving. Ruim 5 kilometer aan balkons, 43 bruggen en 62 noodtrappen zorgen voor een stoere, ruige uitstraling die de plek doet aanvoelen als een uniek stukje Rotterdam. Het kleur gebruik versterkt de samenhang en het stalen karakter.

Het staalwerk is volledig demontabel aangebracht. Het materiaal is verzinkt en gecoat voor een zeer lange levensduur.

Kenmerkend aan de bruggen en balkons is de totaalvormgeving in staal. Niet een opbouw van een vloer met daarop een los hekwerkdeel maar één krachtig element. Bij het uit plaatstaal gelaserde hekwerktype ‘sier’ is het motief in de hoeken ‘dichtgegoten’. Door de verschillende breedtes van de balkons en balustrades ontstaat er steeds een andere hoekbalustervorm.