Toelichting Atelier Tomas Dirrix | Beeld Max Hart Nibbrig
Het karakter grijpt terug op de oorsprong van het gebouw als een productiehal en omvat ateliers, werkplaatsen, presentatie- en expositieruimtes, een vergaderruimte en kantine. Het hart van het ontwerp zijn twee openbare vierkante kamers. De westzijde van de hal is bedacht als semi-besloten gedeelte waar kunstenaars en ontwerpers hun eigen studio’s hebben. Een puntvormige gemeenschappelijke ruimte verbindt de verschillende gebruikers en biedt mogelijkheid voor presentaties.
Het ontwerp is een eerbetoon aan het erfgoed van de site en toont tegelijkertijd de veelzijdige en experimentele ambities van de nieuwe invulling. Het interieur is gerealiseerd dankzij een voortdurende samenwerking met een variëteit aan disciplines. Een selectie van kunstenaars en ontwerpers zijn gevraagd meubels en objecten te maken voor de verschillende ruimtes. Het plan blijft kunstenaars, ontwerpers, curatoren en denkers samenbrengen om een inclusief en groeiend ecosysteem te vormen.
Het ontwerp van de transformatie steekt als een reeks diagonale houten wanden dwars door de voormalige fabriekshal. Twee lange wanden scheiden privé studio’s van gemeenschappelijke ruimtes; tussen de wanden creëren twee gedraaide kubussen afgeschermde hoeken waar presentaties en tentoonstellingen gehouden kunnen worden. De onafgewerkte houten constructie is als tussenruimtes zichtbaar gelaten. Een verfijnde afwerking aan de binnenzijde maakt het geschikt voor presentaties en tentoonstellingen.
De gehele transformatie is uitgevoerd als een houten constructie die zoveel mogelijk los staat van de oorspronkelijke constructie, en kan eventueel na het semi-tijdelijke programma worden aangepast en indien nodig worden gedemonteerd en hergebruikt. De ingreep bouwt voort op de informele bouwsels die door voorgaande gebruikers binnen het oorspronkelijke skelet zijn toegevoegd. Door enkele eenvoudige gebaren wordt zoveel mogelijk van wat reeds aanwezig is gebruikt.
Door te spelen met nuances in typen hout tussen de elkaar kruisende wanden of met kleur zoals de contrasterende witte interieurs van de tentoonstelling kubussen en de diep rode en groene kamers krijgt het geheel een veelzijdige expressie. Grote, roterende en openslaande deuren zetten de verscheidenheid aan ruimtes met elkaar in open verbinding. Hiermee ontstaat binnen de rechtlijnigheid van de ingreep een beweeglijk geheel van veranderende doorgangen en doorkijkjes.
Het ontwerp is een schijnbaar eenvoudige en expressieve structuur die zowel grenzen als openheid definieert, en een breed scala aan activiteiten, gebruikers en bezoekers verwelkomt. Een architectuur die een zekere mate van toe-eigening toestaat. Meer dan een definitief ontwerp, is het opgevat als een dynamisch skelet dat meebeweegt met de toekomst.