Toelichting door Labics/Cultivar | Beeld Marco Cappelletti, courtesy Labics
Het project wordt aangedreven door het idee dat architectuur – in tegenstelling tot schilderkunst, beeldhouwwerk en andere kunstvormen – een levende kunstvorm is die niet alleen gewaardeerd kan worden om zijn schoonheid. Hij moet ook ervaren worden en, indien nodig, geherinterpreteerd worden. Dit is altijd al zo geweest. Alleen de laatste tijd zien we vaak dat pure conservatie het vaak wint van het herschrijven en verrijken van monumenten.
Het Palazzo dei Diamanti, een meesterwerk van de Italiaanse renaissance en ontworpen door Biago Rossetti in 1492, heeft een complexe geschiedenis waardoor het een prachtige palimpsest is, bestaande uit heroverwegingen, toevoegingen en onafgemaakte onderdelen. Een gebouw dat – afgezien van de externe façades – een eenduidige eenheid mist. Zo is de main floor in gebruik als de National Picture Gallery of Ferrara, maar vond men daar oorspronkelijk de grote hal en het zestiende-eeuwse appartement van Virginia de’ Medici. Sinds 1991 wordt de begane grond gebruikt als tentoonstellingsruimte voor hedendaagse tentoonstellingen van de Ferrara Art Foundation.
Palazzo dei Diamanti is daarom niet een monument op zichzelf, maar een gebouw dat bedoeld is om publieke activiteiten te organiseren die de Italiaanse cultuur weergeven. Het laat niet alleen erfgoed zien, maar zet het tentoonstellen van cultuur door in de toekomst.
In deze context moeten de ingrepen begrepen worden als een organische set van acties die het historische gebouw met zijn ruimtelijkheid en intrinsieke kwaliteiten wil bewaren, maar ook de ruimtes aanpast naar de behoeften van moderne tentoonstellingsruimten.
Restauratie en voorbereidend werk
Na het bestuderen en analyseren van historische documenten om de originele delen van de latere toevoegingen te onderscheiden, was de eerste taak om de staat van conservatie van het bestaande gebouw vast te stellen.
Labics verwijderde de oude gipsplaten bekleding, die ooit geplaatst waren om de originele muren te beschermen. Toen de gipsplaten weg waren, viel op dat de staat van de muren fragiel was: in sommige muren zaten gaten, veroorzaakt door het oude aircosysteem. Andere waren beschadigd, deels door leeftijd, deels door de aanwezigheid van oude, ongerepareerde perforaties. Het was nodig om dit eerst te repareren.
Daarnaast werd een moderne vloer verwijderd. Het idee hierachter was om de dubbele hoogte van die kamer terug te brengen. Om dit te bereiken moesten de originele houten balken flink verstevigd worden.
Toen het restauratiewerk voltooid was, werd het tentoonstellingspad gecreëerd. Vooral in de ruimtes die al in gebruik waren als tentoonstellingszalen, namelijk de Rosetti-vleugel en de Tisi-vleugel.
Alle zalen beschikken nu over technologische en resistente oppervlakken, waarachter de techniek verschuilt die nodig is in een hedendaags kunstmuseum. De nieuwe oppervlakken bedekken de eeuwenoude muren zonder dat ze hun textuur aanpassen. De Rossetti-vleugel heeft nieuwe Venetiaanse terrazzovloeren. Beide vleugels hebben gepolijste, messing portalen gekregen om de ruimtelijke opeenvolging met het renaissancepaleis te duiden.
De tweede interventie had betrekking tot de ruimten van het voormalige Risorgimento-museum. Die zijn compleet gerestaureerd en er zitten nieuwe functies: een koffiebar, boekenwinkel, educatieruimte en een multifunctionele ruimte. Daarnaast zijn de binnenplaatsen gerestaureerd en hebben ze een nieuwe terracotta bestrating gekregen. Ze worden als echte buitenkamers gezien, waardoor ze onderdeel zijn van het museum. Zo wisselt het complex tussen bebouwd en open, binnen- en buitenruimtes.
Het ontwerp van de paden
De derde interventie ging over de continuïteit van de paden – een centraal thema voor een tentoonstellingsruimte, zowel binnen als buiten.
De interne paden functioneren opnieuw als belangrijke connectie tussen het Risorgimento-museum en het belangrijkste plein. Daarnaast is de toegankelijkheid via de kleine loggia aan de zijkant verbeterd, waardoor het een essentieel onderdeel is geworden van de route die de bezoeker aflegt.
De belangrijkste interventie is het maken van een tuin die de connectie is tussen de twee vleugels van het paleis. Het centrale gedeelte van het gebouw heeft een open plattegrond met een hoofdbinnenplaats die grenst aan het toegangsportiek.
Het nieuwe project dat de twee vleugels met elkaar verbindt – zoals bedacht door Andrea Bolzoni in 1782 – bestaat uit een lichte, houten constructie die tot in de tuin loopt. Zo wordt de geometrie van het geheel uitgelicht.
De positie ten opzichte van de muur die de hoofdbinnenplaats definieert, bevestigt de intentie om een open ruimte als soort van bufferzone te creëren. Daarmee beaamt het ook nog eens zijn rol als filter tussen twee buitenruimten, een rol die het heeft gehad tot de dag van vandaag.
De structuur, gemaakt van verkoold hout, is duurzaam en onderhoudsarm. De schuivende glazen panelen, die het wandelpad beschermen tegen het weer, maken een opening mogelijk, waardoor de continuïteit tussen de renaissance binnenplaats en de achtertuin terugkeert. De nieuwe structuur verbindt niet alleen de twee vleugels van het paleis, maar is onderdeel van de tuin, die ook compleet herontwikkeld is.
De tuin
De tuin moet de samenstelling van de oude ‘brolo’ laten zien, die in vierkanten en rechthoeken was verdeeld zoals blijkt uit Bolzoni’s prints uit 1782 en nogmaals bevestigd door de survey uit 1843.
De voorgestelde interventie kan daarom gezien worden als een nieuw project op een historische plek. Het is geen conservatie van een bestaande tuin, noch een pure restauratie van een exacte historische situatie. De al bestaande bomen, opgesteld in de ‘Engelse stijl’, zijn bewaard en verweven zich met de brolo. Deze samenhang van twee tegenpolen – gelijkmatig en onregelmatig – laten stratigrafie zien van verschillende historische perioden.
De nieuwe elementen maken de tuin af. De quincunx van steeneiken creëren een filter tussen de tuin en het paleis. Het water, een simpele ronde bassin, reflecteert de lucht en nodigt de bezoeker uit om het uiteinde van de tuin te bezoeken.