Toelichting EVA architecten | Beeld Sebastian van Damme
In 1975 werd het hoofdkantoor van de Suikerunie (Royal Cosun) gerealiseerd naar een ontwerp van Wim Quist. Het gebouw stond in een parkachtige omgeving, met kunst en veel groen. In de loop der jaren is vrijwel al het groen verloren gegaan ten koste van parkeerplaatsen en andere verharding. Mede doordat het gebouw al een paar jaar leeg staat, heeft het gebied veel kwaliteit verloren.
EVA architecten werd gevraagd het gebouw te transformeren naar een woonbestemming. Dit hebben wij gedaan in overleg met Wim Quist die toen nog leefde. Het behoud van het markante, solitaire karakter en de expressieve gevels van het gebouw zijn belangrijke uitgangspunten geweest, evenals het terugbrengen van de groene omgeving.
De bestaande invulling van zowel de baksteen gevel als de binnengevel bleken niet geschikt voor woningbouw. Bij de baksteengevel bestaat deze uit een samengesteld kozijn met tripel glas zonder te openen delen. Dit is bovendien geheel weggewerkt in de gevel, dus aanpassen betekent automatisch onomkeerbaar beschadigen. De binnengevel had ook geen te openen delen en de lamellen belemmerden het uitzicht, wat bij een kantoorfunctie wenselijk is, maar niet bij een woonfunctie. De dakopbouwen waren verrommeld in de loop der jaren. EVA wilden zowel dak als kelders activeren.
De metselwerkgevel is gereinigd en puien zijn vervangen door nieuwe, verdiepingshoge kozijnen. Deze zijn qua profilering en uitstraling zodanig dat ze identiek lijken, net zoals in de bestaande situatie. De gevel in de snede kenmerkte zich door zijn gelaagdheid en de high-tech uitstraling die contrasteert met het metselwerk. Er is een nieuwe open gevel ontworpen in hetzelfde ritme als de bestaande en een tweede laag toegevoegd met geperforeerde schermen. Deze kunnen de bewoners laten begroeien en zo ontstaat er een prettige, groene binnenwereld. De bestaande dakopbouwen zijn vervangen door een enkel, ondergeschikt volume dat is uitgevoerd als metalen lamellengevel.
Het gebouw heeft een uitermate sterke constructieve basis: de gevel en centrale kernen zijn behouden gebleven, de kantoorinbouw verwijderd. De structuur van gevel, kernen en tweetal kolommen blijven de basis, voor de rest is de vloer vrij indeelbaar: de kantoorinvulling droeg weinig bij aan de karakteristiek van het gebouw Door de vorm die oorspronkelijk niet voor woningbouw bedacht is en de hoogtes van de verdiepingen leent het gebouw zicht goed voor ruime, bijzondere appartementen.
Diversiteit
De architecten maakten een nieuwe indeling die uitgaat van ondersteunende functies in en rond de bestaande kernen en leefruimtes aan de gevel. Zo ontstaat er een grote diversiteit aan appartementen, mede omdat de kelder en het dak geactiveerd zijn. Er zijn 23 verschillende woningen variërend van 60 tot 150 m² ontworpen. De scherpe hoeken geven aanleiding tot bijzondere typologieën en plattegronden. In overleg met Wim Quist zijn buitenruimtes bij de metselwerk gevel uitgewerkt als wintertuinen.
Aan transformatie worden lagere eisen gesteld met betrekking tot de energiehuishouding dan aan nieuwbouw. Door na-isolatie, het gebruik van slimme installaties en warmte-koude opslag in de grond is toch aan de nieuwbouweisen weten te voldoen. Maar belangrijker: het zo lang mogelijk kunnen (her)gebruiken van een gebouw door de functionele vrijheid om het opnieuw in te delen en doordat het een onmiskenbare kwaliteit heeft waardoor niemand de neiging heeft het af te breken is in de ogen van het ontwerpers het meest duurzame dat er is.