Toelichting NEXT architects | Beeld Karl Banski en Koen Mol
De toren is ingetogen, maar heeft tegelijkertijd een herkenbare en karakteristieke vorm.De herkennings- en uitkijktoren maakt deel uit van het recreatieve fiets- en wandelnetwerk van bosgebied Einderheide. Bezoekers kunnen met een wenteltrap omhoog naar een uitzichtplateau op 26-meter hoogte. Vanaf daar hebben zij een uniek panoramisch uitzicht over de wijde omgeving.
Naast de uitkijkfunctie vanaf het dak, biedt de toren ook onderweg naar boven al verrassende perspectieven; inkepingen, op verschillende hoogtes en aan verschillende zijden van het ontwerp, geven een doorkijkje tijdens de klim. Zowel tussen de bomen door als over het bos heen geeft de door zijn opvallende vorm van ver herkenbare toren een bijzonder uitzicht.
Vleermuizenverblijf
De toren is niet alleen voor het uitzicht bedoeld, maar biedt door het gebruik van hout ook onderdak aan boombewonende vleermuizen. Op meerdere hoogtes in het bouwwerk is een diversiteit aan nissen en holtes gecreëerd met verschillende soorten habitatten, zoals winter- en zomerverblijven en paar- en nestplekken. Deze kasten zijn speciaal ontwikkeld voor dit project door ecoloog Jeroen Mos. Het hout past niet alleen goed in de bosrijke omgeving maar het draagt ook bij aan het nabootsen van de natuurlijke habitat. Alleen het winterverblijf is uitgevoerd als betonnen kelder, half ingegraven en vormt daardoor de fundering van de toren.
De gevel van het ontwerp bestaat uit gelamineerde Lariks kolommen, bekleed met thermisch verduurzaamd grenen. De ruwheid van het materiaal geeft de vleermuizen grip om te kunnen aanlanden en wegkruipen.
Laatste gebiedsicoon
Het ingetogen, maar iconische oriëntatiepunt vormt het sluitstuk in een reeks gebiedsiconen in relatie tot de provinciale weg N69.