Passiefhuis, Amsterdam - Maarten van Kesteren architecten

De jonge opdrachtgevers wilden een villa uit de jaren '60 in de Westelijke Tuinsteden transformeren tot een huis om oud in te worden. Zij vroegen aan Maarten van Kesteren architecten een ontwerp voor een passiefhuis: een huis dat optimaal gebruik maakt van de zon.

Anders dan veel duurzaamheidslabels is dit een bouwmethode die gebaseerd is op eenvoudige zaken die op lange termijn goed blijven, niet op actieve technologieën die technisch en esthetisch snel dateren. Het gaat primair om goede isolatie en goede oriëntatie. Er hoeft in winter vrijwel niet kunstmatig verwarmd te worden, dat doet de zon. Het binnenklimaat is het hele jaar prettig. Het architectonische streven was om een huis en tuin te maken die samen mooier worden door de jaren heen en die nog steeds verrassend zijn wanneer de opdrachtgever tachtig jaar is.

Beeld Max Hart Nibbrig
Beeld Max Hart Nibbrig

De bijzonder lage energievraag is alleen te realiseren met buitenisolatie. Stucwerk is dan een logische afwerking, maar resulteert vaak in vlakke gevels die meestal niet goed passen in de Nederlandse context. Door gebruik te maken van ruw stucwerk uit de regio van de Turkse aannemer, geeft het project een mogelijk antwoord op de veelvoorkomende vraag hoe een gebouw tactiel kan blijven bij buitenisolatie.

Beeld Max Hart Nibbrig
Beeld Max Hart Nibbrig

Bij aankomst bij het huis is het niet direct evident dat dit om een getransformeerd passiefhuis gaat. Het is een kalm gebouw met grote gevelopeningen. De meeste openingen zijn geplaatst in diepe nissen, als resultaat van de dikke isolatie en om direct zonlicht in de zomer te voorkomen. Elke ruimte is georiënteerd op een ander deel van het landschap. De planten en het water verkoelen, bladverliezende bomen bieden het huis schaduw in de zomer. Een lage muur om een deel van de tuin creëert een tuinkamer als antichambre voor het huis.