Hans Teerds
Hans Teerds is architect en stedenbouwkundige. Hij is werkzaam als senior docent en onderzoeker bij de leerstoel voor geschiedenis en theorie van de stedenbouw aan de ETH in Zürich.
Hans Teerds is architect en stedenbouwkundige. Hij is werkzaam als senior docent en onderzoeker bij de leerstoel voor geschiedenis en theorie van de stedenbouw aan de ETH in Zürich.
Als business developer bij Benthem Crouwel Architects toetst Hans Teerds zijn reflecties over architectuur en de rol van de architect aan de praktijk. Zo dompelde hij zich onder in tenderprocedures, kerncompetenties en selectiecriteria. Echt opwekkend was dat niet. Brengt de tentoonstelling 'Form Follows Finance' in Arcam, over tenderen in Amsterdam, hem op andere gedachten?
Sommige architectuurtheoretici en -historici maken een onderscheid tussen 'bouwen' en 'architectuur'. In dit essay reflecteert Hans Teerds in drie 'denkstappen' op dit onderscheid, om daarmee iets van de culturele waarde van architectuur te kunnen definiëren. Want: waarom ons druk maken over architectuur, als we een woning ook - en veel goedkoper - uit een catalogus kunnen bestellen?
Hoe beoordeel je een boek dat bestaat uit eerder gepubliceerde columns? Samen vormen ze niet één groot verhaal, één weidse gedachte die tot in detail is uitgewerkt, noch een uitgekiende theorie. Violette Schönberger geeft dat meteen toe in de inleiding van haar boek 'Paradijs van imperfectie', waarin ze veertig columns verzamelde die ze de afgelopen vijf jaar publiceerde, onder meer op Architectenweb en in de Volkskrant.
Amsterdam is al lang geen 'poep op de stoep en haat in de straat' meer, geen 'overal rotzooi, papier, en patat', zoals Danny de Munk zong in 1985. Integendeel, de stad is terras geworden, de straat schoon, grachten strakgetrokken en schoongemaakt, vervallen gevels gerenoveerd en langzamerhand wordt ook de auto uit het centrum geweerd. Amsterdam is 'Instagrammable', en dat is een probleem zegt René Boer in zijn recent gepubliceerde boek 'Smooth City'.
Het is de gebouwde omgeving die mensen bij elkaar brengt of van elkaar isoleert. 'En juist die fysieke dimensie is essentieel voor een politieke democratie. Daarom moet het ontwerp, het onderhoud, en de transformatie van de gebouwde omgeving - architectuur dus -, juist nu, tegen de achtergrond van woningnood, klimaatverandering, vergrijzing, armoede en segregatie, onderwerp zijn van een publiek gesprek', stelt Hans Teerds in zijn essay 'De ruimte die we delen', uitgegeven door Trancity*Valiz.
De Zuidas in Amsterdam is een icoon rijker: Valley, ontworpen door MVRDV. Het luxe kantoor- en appartementencomplex ziet eruit als een rotsformatie, geboetseerd uit onregelmatig gevormde terrassen en hangende tuinen. Het groenplan voor dit berglandschap is van Piet Oudolf. De conceptuele helderheid vande MVRDV-benadering pakt goed uit in de berg, maar minder in de publieke plint van het complex.
De entree is misschien wel het belangrijkste onderdeel van een gebouw - zeker in woongebouwen. Zij vormt de grens tussen straat en huis, tussen openbaar en privé, tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid. Het is de scheidingslijn tussen buitengesloten zijn dan wel welkom geheten worden, tussen in de wereld participeren en eruit terugtreden.
Richard Sennett behoeft onder architecten nauwelijks introductie. Al sinds de Jaren zeventig schrijft hij over stedelijke thema's als publieke ruimte, stedelijkheid en stedelijk leven. Zijn boek The Fall of Public Man (1972) is een van de standaardwerken voor wie zich in de stad wil verdiepen. Hij schreef over meer dan de stad: ook de moderne mens, het kapitalisme en het thema 'respect' trokken zijn aandacht. Het afgelopen decennia beïnvloedde hij de architectonische discussie opnieuw, met name met zijn pleidooi voor vakmanschap in het boek The Craftsman (2008) en het surplus van samenwerken in het boek Together (2012). Ze zijn deel van een reeks die hij nu afsluit met het boek Building and Dwelling.
Letterlijk betekent hospitality 'gastvrijheid'. Dat is een positief geladen term. We roemen een land, een cultuur, een stad als het gastvrij op ons overkomt. Je wordt gezien als bezoeker en in de watten gelegd. Niet voor niets hekelen partijen die een strenger immigratiebeleid nastreven de politieke correctheid van hun tegenstanders. Niemand wil immers ongastvrij genoemd worden? De term hospitality is verbonden met ontwikkelingen in de hotellerie. Het is daarom de vraag of dit begrip ook breder inzetbaar is, zoals bij het ontwikkelen van nieuwe woningen of stadsplannen.
Op deze plek spreken Hans Teerds, onderzoeker en docent aan de Faculteit Bouwkunde TU Delft, en Marit Overbeek, online coördinator en initiatiefnemer in Utrecht, met elkaar over bewoners die zelf ruimtelijke initiatieven opstarten in hun eigen wijk. Volgens Hans kan iedereen kan bijdragen aan het ontwerp, maar moet de verantwoordelijkheid voor het geheel en de integratie bij de architect liggen.