Jo Coenen is de winnaar van de ARC20 Oeuvre Award met een oeuvre waar je u tegen zegt. Het bestaat uit gebouwen en stadsdelen die uiterst aangenaam zijn en plezierig aandoen. De jury onder leiding van Thijs Asselbergs noemt Coenen een boegbeeld voor de sector, met een grote uitstraling in de architectuur en stedenbouw en met een forse bijdrage aan het maatschappelijke, vakinhoudelijke en stedelijke debat.
Door Andrea Prins - Sinds de eeuwwisseling geldt in de woningbouw het recht van de sterkste. Dit begint langzamerhand ook in bredere kring door te dringen. Gemeenten schrijven nota's vol mooie woorden. Ontwikkelaars en architecten leveren smakelijke plaatjes en ronkende getallen. Men wil ons doen geloven dat de woningcrisis met bouwen! bouwen! bouwen! op te lossen is. Maar zijn de aantallen het échte probleem? Noodzakelijk zijn ándere woningen.
Een van de meest besproken gebouwen van Den Haag heeft een naam gekregen, schrijft Omroep West op haar website. Het nieuwe Haagse onderwijs en cultuurcomplex (OCC) heet vanaf nu: Amare. Dat is donderdagmiddag bekendgemaakt. In het cultuurcomplex aan het Spui komen vanaf de zomer van 2021 het Zuiderstrandtheater, Residentie Orkest Den Haag, Nederlands Dans Theater en Koninklijk Conservatorium Den Haag.
TBI-onderneming ERA Contour bouwt vanaf 2020 in opdracht van woningbouworganisatie Wonam, woningcorporaties Mitros en Portaal het nieuwbouwproject BUUR in Leidsche Rijn Centrum. In BUUR verrijzen 454 huurappartementen in 3 woonblokken met gezamenlijke binnentuinen. Op de begane grond worden winkelruimtes gerealiseerd voor kleinschalige en maatschappelijke initiatieven. NWA Architecten, Dam & Partners en JCAU zijn samen verantwoordelijk voor het ontwerp.
De jury van de NEPROM-prijs voor locatieontwikkeling heeft vijf projecten genomineerd die op 16 mei tot winnaar uitgeroepen kan worden tijdens de Dag van de Projectontwikkeling in Den Bosch. De prijs wordt uitgereikt aan een gemeente en één of meer marktpartijen gezamenlijk die door goede samenwerking een hoogwaardig project hebben opgeleverd.
Bij het ontwerpen van stedenbouwkundige projecten gaat het bij Coenen niet om het beeld, maar over hoe stedelingen zich in ruimtes bewegen en zich daarin koesteren. In zijn ogen zijn straten, pleinen en tuinen nog lang niet uitgeput om stukken stad mee te maken. Ze geven oriëntatie aan en bieden herkenning voor velen die in een binnenstad komen. Zo ook bij Leidsche Rijn Centrum in Utrecht. In een interview met Harm Tilman verduidelijkt hij zijn standpunt.
Door Harm Tilman - Met trots presenteren wij vandaag drie nieuwe monografieën op de terreinen van architectuur, stedenbouw en interieur. De eerste behandelt de recente productie van KAAN Architecten. De tweede volgt het stedenbouwkundige werk van Jo Coenen tot het voorlopige hoogtepunt in Leidsche Rijn Centrum. En de derde spot de laatste trends op het gebied van de werkomgeving.
Leidsche Rijn Centrum is een heden ten dage zeldzaam geslaagd experiment waarin op grote schaal is gewerkt aan een stuk stad. Dankzij de bloksgewijze opbouw is sprake van een flexibele opzet die gedurende de planontwikkeling rigoureuze aanpassingen en bouwkundige rationalisaties met gemak doorstond. Tegelijkertijd is binnen deze opzet een grote stedenbouwkundige kwaliteit gerealiseerd. Deze kwaliteit werd mogelijk door een groot aantal betrokkenen en vooral door Jo Coenen die het gebied als een regisseur vormgaf.
