Toelichting Humblé Martens & Willems
Het plan kreeg het motto ‘stadsgezichten’ mee. De groene gordel van het stadspark loopt door tot diep in het Polverpark. Naast meer binding met het stadscentrum behoudt het gebied haar eigen sfeer. Het parkachtige karakter blijft intact, met de monumentale bomen en een stuk oude stadsmuur erin. Zo’n vijftig procent van het terreinoppervlak blijft park. Een envelop gaf het maximale volume aan dat gebouwd mag worden, gesneden naar vergezichten op de kerktorens van de stad.
In een proces van 16 jaar werkten we samen met Cultureel Erfgoed en archeologie, gemeentelijke stedenbouw, landschapsontwerp, boomchirurgie en ecologie, bestemmingsplanmakers, buurtbewoners en de zorginstelling. Maar ook met de aanbesteders, projectontwikkeling, beleggers en bouwers. In de wisselende rol als stedenbouwkundig supervisor, in opdracht van de zorginstelling als grondeigenaar en later ad hoc voor de marktpartijen.
Het eerst sterk verharde terrein is als groene uitloper van het stadspark ingericht met zeer compacte bouwblokken. Hiermee zijn o.a. waterberging en hittestress aangepakt. De verhoogde groene tussenruimtes op de ondergrondse parkeergarage fungeren door hun aanplant als ecologische tussenzones. De bestaande bomen zijn opgenomen in het plan alsmede bestaande gebouwen welke sterk verduurzaamd zijn.
De oude verpleegkliniek op een gesloten terrein wordt een gemengd woongebied in de binnenstad. Het grote instituut wordt in kleinere zorginstellingen verspreid over de regio en maakt plaats voor woningen naast seniorenappartementen, en een nieuwe kleinschalige zorginstelling, een hospice en zorgkantoor. Historische overblijfselen en monumenten worden herbestemd en opgenomen in het plan. De zorg wordt van een gesloten instituut in het stadspark geplaatst.
Een leidraad in het plan is de reeks van kleine parken en tuinen waaraan direct gewoond wordt. De monumentale bomen blijven gespaard. De kerktorens doemen steeds op tussen de drie afzonderlijke woonblokken en er zijn lange doorlopende zichtlijnen richting binnenstad gekomen. Ook het stadspark wordt haaks daarop met een lange lijn doorgezet langs de oude stadsmuur. Een parkeergarage vormt de constructieve ondergrond van de drie woonblokken en maakt het gebied autovrij.
De kloostertuin werd sanatorium daarna ziekenhuis en vervolgens verpleeghuis. De locatie versteende. Nu komt de verborgen tuin van weleer weer terug. De bestrating in het verkeersvrije gebied blijft beperkt tot wandelpad en vergroening neemt toe met aandacht voor biodiversiteit en infiltratie. Auto’s en toelevering zijn ondergronds geplaatst in een ruime parkeergarage onder de gebouwen. Dit levert een sterke reductie van geluidsoverlast, hittestress en verbetering luchtkwaliteit op.
De stadswoningen bouwen de stadsstructuur aan de randen af. De bouwblokken omsluiten een eigen open entree hof. Het doorsnedeprofiel tussen de stadswoningen en de hoge Polvertoren levert een verdichte urbane situatie op, zonder dat ze last hebben van elkaar. Als sluitsteen is een sculpturaal vrijstaand huis in de rij ingevoegd. Een opmaat naar de hoge toren. De footprint en de vorm werden ingegeven om het wortelgestel van de beschermde Ginko Biloba boom niet te schaden.