De drie meter hoge tunnel is honderdtien meter lang en tien meter breed. In het ontwerp is een duidelijke deling gemaakt voor de twee gebruikers van de tunnel: fietsers en voetgangers. Door het niveau voor de voetgangers herkenbaar hoger te maken dan het fietspad, ontstaat overzicht en wordt de voetganger veiligheid geboden.
De fietser ervaart ruimtelijk de snelle route, begeleid door een lange lijn ledverlichting in de ‘plint’ van het voetpad. Het voetgangerspad heeft een gladde afwerking van handgevormde, geglazuurde, keramische tegels. Het fietspad heeft als contrast een ruwere, open afwerking van zwart asfalt en roosters – met geluidsabsorberend materiaal. Dit verhoogt het comfort van de gebruikers ten opzichte van de betonnen constructie en de lengte van de tunnel. De roosters bieden geen mogelijkheid tot aanplakken en verkleinen ook het risico op graffiti vanwege de open structuur.
Stedelijke kamer
De tegels aan het voetpad vormen een grafische afbeelding naar ontwerp van Irma Boom Office. Uitgangspunt is een gerestaureerd tegeltableau van de Rotterdamse tegelschilder Cornelis Boumeester (1652-1733) met 's Lands schip Rotterdam en de haringvloot uit het Rijksmuseum. Het wapen op de achtersteven verving Boom door het Amsterdamse stadswapen.
Overgang van historisch naar hedendaags
De fietser of voetganger verlaat via de Cuyperspassage het historische gedeelte van Amsterdam om richting het ‘nieuwe Amsterdam’ te gaan, en andersom. Richting het IJ vervaagt de afbeelding; de schetsmatige lijnen gaan over in een kleurverloop van lichtblauw naar donkerblauw, dat ervoor moet zorgen dat fietsers minder hard gaan rijden als de pont in zicht komt. Hiermee wordt de overgang van de historie (tekening) naar het moderne beeld (pixels) gevisualiseerd.
Stadskamer
Tegelfabriek Koninklijke Tichelaar Makkum werkte vijf jaar lang aan de 46.000 wandtegeltjes voor het paneel en de 33.000 vloertegels. Deze werden speciaal voor dit project gemaakt op het oud-Hollandse formaat van dertien bij dertien centimeter. Het tableau toont grote en kleine koopvaardijschepen, haringvissers met grote netten, woeste golven, zeemeeuwen; het doet denken aan oude keukens in Amsterdamse grachtenpanden, waardoor de tunnel op een ruimtelijk veilige manier wordt beleefd als een stedelijke kamer.