De torens van Tripolis hebben afwisselende hoogtes, dakterrassen en een organische plattegrond, die doet denken aan micro-organismen of bloemen. De bijzondere ligging van de trappenhuizen maakt elke verdieping uniek, de gebogen lijnen en de houten belijning geven het interieur een vriendelijke en karakteristieke sfeer.
Terughoudend
Uitgangspunt voor het interieurontwerp was om terughoudend op de rijkdom van het ontwerp te reageren en de bestaande ruimtelijke kwaliteiten aan te vullen en te versterken. Op de verdiepingen liggen de werkplekken in ‘lobben’, die zijn gegroepeerd rondom een centrale ontmoetingsplaats, the waterhole, waarin zich de zitjes en de pantry’s bevinden. Het meubilair van deze informele ontmoetingsplekken is comfortabel, maar niet lui.
Transparantie
Om het weidse uitzicht op de kantoorvloeren intact te laten zijn de managerskamers en overlegruimtes (die zich alleen onderscheiden door een verschillende bureaustoel) aan de ingang van iedere ‘lob’ gelegd en zijn de wanden ervan volledig transparant gehouden.
Elke ‘lob’ heeft zijn eigen trappenhuis dat per verdieping verder van de gevel en meer naar het midden van de ‘lob’ verschuift. Hierdoor krijgt niet alleen elke verdieping een andere plattegrond maar ook zijn eigen verticale verbinding, waardoor er zowel contact is met de medewerkers en afdelingen op dezelfde verdieping als met die erboven of eronder. De verdiepingen onderscheiden zich verder door verschillend meubilair.
Rust in hout
De karakteristieke houten latten uit het bestaande interieur komen terug op de nieuwe binnenwanden. Als tegenhanger op de vele vormen en rijke detaillering is gekozen voor een rustige en moderne materialisatie met een warme uitstraling.