Provinciehuis Friesland

In het ontwerp voor het nieuwe provinciehuis in de binnenstad van Leeuwarden, op de plek van het bestaande provinciehuis, zijn de oorspronkelijke achttiende-eeuwse gebouwdelen en de negentiende-eeuwse statenzaal behouden gebleven en geïntegreerd in de nieuwbouw. Een nieuw gebouw was nodig omdat het bestaande te klein was en niet meer voldeed aan de hedendaagse eisen.

Cruciale planonderdelen zijn dat de bestaande opzet van drie binnenhoven is verlaten en dat het nieuwe gebouw uit twee binnenhoven bestaat. In het midden van het binnenterrein is een nieuwe toren geplaatst, waarmee in één keer het tekort aan oppervlakte is opgelost. Een andere belangrijke ingreep is de openbare route door het complex heen. Hierdoor is de mooie neogotische statenzaal, die eerst verborgen lag in een van de binnenhoven, weer in het stedelijke beeld gebracht.
Aan de buitenkant sluiten de nieuw toegevoegde volumes aan bij de bestaande historische bebouwing doordat maatvoering en materiaal van de achttiende-eeuwse gebouwen zijn overgenomen. In de binnenhoven is gezocht naar het contrast tussen het nieuwe en het bestaande. Het persbalkon waarmee de statenzaal is uitgebreid doet middeleeuws aan en is gemaakt van hout en zink. De klassieke onderbouw van de toren bestaat uit bakstenen blokken die een Loire-natuursteen effect hebben. De glazen gevels van de kantoren hebben een moderne uitstraling. Door het gebruik van verschillende stijlen en materialen wordt hier de indruk gewekt dat het gebouw in de geschiedenis gegroeid is.