Het stadhuis van Menen bestaat uit een autonoom bouwblok van ongeveer 40 bij 40 meter dat aan twee zijden wordt begrensd door een plein. Het werd in 1782 opgetrokken naast het belfort (klokketoren) en de lakenhalle. De lakenhalle werd in de negentiende eeuw verbouwd tot vijf privéwoningen met onderaan winkelruimte. Aan de zijde Groentenmarkt werden in dezelfde periode twee ambtswoningen opgetrokken voor de commissaris en de secretaris van de stad. Door de opeenvolgende verbouwingen slibden de binnenkoeren volledig dicht en kreeg het interieur een chaotische configuratie. Het leidde tot een versnippering met een bijna krotachtig karakter.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 5, 2008, p76-79.