In deze woning brengt Binst verschillende activiteiten als eten, baden, slapen en leven op een nieuwe wijze bij elkaar. In deze zogenoemde Loungebox zijn de innovatieve plattegrond en de perfecte afwerking de belangrijkste kwaliteiten.
“We verwachten van onze gebouwen dat ze ons, als een soort psychologisch model, een bruikbaar zelfbeeld voorhouden. Door een gebouw als ‘thuis’ aan te duiden, erkennen we dat het in harmonie is met onze diepste zielenroerselen.”1 In zijn boek De architectuur van het geluk betoogt de Engelse filosoof Alain de Botton dat de plek waarop we ons bevinden, een immense impact heeft op wie we zijn. Volgens hem is het de taak van de architectuur om onze capaciteiten en gevoelens te versterken.
De eigen woning van de jonge Belgische architect Luc Binst is een treffende illustratie van deze benadering. Niet alleen straalt de woning zowel overdag als ’s nachts de identiteit van zijn bewoner uit, ook stimuleert het hierin geboden overzicht de bewoners tot een evenwichtig leven.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect interieur, nummer 21, 2006, p22-25.