Kinderexpertisecentrum Atlent in Den Bosch door Frencken Scholl Architecten

Door Dolf Broekhuizen - Een kinderexpertisecentrum is een nieuw type gebouw waarin speciaal onderwijs, therapie en opvang zijn geclusterd. Voorheen waren de partners in het centrum verspreid over verschillende locaties in Den Bosch en omgeving. Groepering van de voorzieningen in één gebouw voorkomt reistijd, reiskosten, en de psychische belasting van busvervoer, maar biedt tevens kansen aan opvang, behandelaars en onderwijsgevenden om betere, meer integrale zorg aan te bieden.

Het witte, langgerekte paviljoen straalt een serene rust uit en vormt een ankerpunt in de omgeving. Het is de bedoeling dat de kinderen in het kinderexpertisecentrum tot rust kunnen komen, zich op hun gemak voelen en geborgen zijn. Dat zijn basisvoorwaarden voor hun ontwikkeling. Rust is extra noodzakelijk, omdat kinderen door een meervoudige of motorische beperking of een langdurige ziekte zijn aangewezen op busvervoer en door de reis vermoeid op school komen.

in 2009, toen de opdracht werd gegeven, liepen de partners in dit kinderexpertisecentrum voorop in de ontwikkeling tot clustering, inmiddels wordt het elders ook toegepast1. Het sluit aan bij de tendens tot betere samenwerking in regionale expertisecentra voor speciaal onderwijs. Om dit nieuwe type te ontwikkelen hebben de partners, Stichting Mytylschool Gabriël, revalidatiecentrum Tolburg, Cello en SWZA, al in een vroeg stadium in het ontwerpproces nauw overlegd over het ontwerp met het in scholenbouw ervaren architectenbureau Frencken Scholl Architecten. Huub Frencken:  “De intensieve betrokkenheid van alle gebruikers leidde ertoe dat de kantoren niet op de bovenste verdieping decentraal in het gebouw zijn gegroepeerd, maar geïntegreerd zijn in de onderwijs- ruimten. Zij wilden nadrukkelijk een instituuts- of ziekenhuissfeer met afdelingen en gangen in het nieuwe gebouw voorkomen. Met het gebouw willen we sterkere verbindingen maken, tussen kinderen en de maatschappij.”

Oriëntatie, kijken, deelnemen

De hoofdopzet van het gebouw is gebaseerd op het idee dat er geen verschillende afdelingen zijn, maar dat de voorzieningen ruimtelijk in elkaar overlopen zodat levendigheid ontstaat met vanzelfsprekende ontmoetingsmomenten voor zowel de kinderen als het team. Ook kinderen die uitsluitend voor poli- klinische behandeling naar het kinderexpertisecentrum komen, verblijven niet in een ziekenhuis maar in een leefwereld voor kinderen waarvan ook de buurtbewoners deel uitmaken (vergaderruimte en sportzaal). Centraal ligt de ruime foyer met een aula waarmee alle ruimten zo veel mogelijk visueel contact hebben. Dat biedt kinderen de mogelijkheid om zich altijd goed te kunnen oriënteren. Ontworpen doorkijken geven bovendien de mogelijkheid dat kinde
ren die even alleen willen zijn, via een raam contact houden met de groep. Op de begane grond liggen collectieve voorzieningen zoals een therapiebad en de voorzieningen voor de jongste en de oudste kinderen. Dezen hebben zo gemakkelijker contact met de buitenruimte en staan dan dichter de maatschappij.  Op de eerste verdieping zijn leerlandschappen gemaakt voor de tussengroepen. Een grote luifel op beide bouwlagen zorgt ervoor dat er een prachtige overgang is tussen binnen en buiten. De kinderen kunnen hier een eigen plek vinden en met elkaar spelen. De sportzaal op de tweede verdieping is via twee liften toegankelijk.

Kinderexpertisecentrum Atlent in Den Bosch door Frencken Scholl Architecten. Beeld Bob Barten
Een grote luifel op begane grond en eerste verdieping biedt ruimtelijk tal van beschutte plekken die kinderen zich op hun eigen wijze kunnen toe-eigenen - Beeld Bob Barten

Levensecht leren

Aan het kinderexpertisecentrum ligt het pedagogische idee ten grondslag dat kinderen met een beperking voorbereid moeten worden op een leven buiten de beschermende schoolomgeving. Dat betekent dat spreekwoordelijke drempels doelbewust in het gebouw zijn aangebracht; met uitdagende hindernissen zoals een hellingbaan die voor kinderen met een beperking een hele tour is. Ook helpen de oudere kinderen mee achter de balie, dekken ze de tafel in de eetruimten en  ruimen ze de vaatwasser in. Onder begeleiding doen ze ook ervaring op buiten het gebouw. Zo doen ze boodschappen bij een supermarkt in de buurt en gaan ze vervolgens samen koken. Dat levensechte leren geeft hun trots en zelfvertrouwen en leert hen grip te krijgen op de omgeving. Of, zoals een van de ouders het formuleerde: “In het begin was ik wat angstig: een mytylschool met twee verdiepingen en zelfs sportzalen helemaal boven! Maar als ik nu zie hoe onze dochter zelfstandig door het hele gebouw kan, ben ik apetrots!2

Noten

1 Zie het artikel over Kind Onderwijs en Zorgcentrum  Maximaal, Rotterdam, elders in dit nummer.

2 De wijze waarop het gebouw via programma en ontwerp kinderen voorbereidt op de maatschappij, leverde de gemeente ‘s-Hertogenbosch als opdrachtgever van dit project de prestigieuze Scholenbouwprijs 2013 op. Zie: ICS, Onderwijskwaliteit en verbindingen. Scholenbouwprijs 2013, Amsterdam 2013, citaat p. 14.