Toelichting Frans Masereel Centrum: Het Frans Masereel Centrum is een kunstenaarscentrum met als specialisatie grafische kunst, van op de tekentafel, in de doka of bibliotheek tot in de spotlights, van gerenommeerd werk tot works-in-progress. Het nieuwe paviljoen dient als uitbreiding en is opgezet als een 'Machikado' structuur waardoor de gebruikelijke scheiding tussen kunstenaars en publiek, tussen met machines gevulde ateliers en tentoonstellingsruimtes, tussen product en proces wegvalt.
Het bestaande centrum bestaat uit een centraal gebouw, het biedt onderdak aan de grafische studio en kantoren en verschillende bungalows met een driehoekige vorm, een A-Frame. De geometrische vorm, een koepel, diende als uitgangspunt bij het ontwerp van het nieuwe paviljoen dat bestaat uit twee eenvoudige vormen, een glazen cilinder en een kegelvormig dak op de bovenkant ervan. Door delen uit het volume te snijden en op te delen zijn verschillende ruimtes met scherpe hoeken ontstaan. De glazen cilinder verbindt de binnenruimte visueel met het open landschap van de omgeving. Door de natuurlijke omgeving eromheen te reflecteren, verdwijnt de glazen cilinder, terwijl de bakstenen muren als gevels in de holtes verschijnen, daar waar de delen uit het volume zijn gesneden.
Zes ruimtes, zes tuinen
De muren snijden de eerste cirkel in een reeks van zes gebieden en zes binnenplaatsen, waardoor het naast elkaar bestaan van verschillende activiteiten en sferen mogelijk is. Elke ruimte en binnenplaats heeft iets andere verhoudingen. Terwijl de zes gebieden op een centraal punt samenkomen, zijn de zes binnenplaatsen meer onafhankelijke gebieden. Ze hebben allemaal twee bakstenen gevels en staan open voor het landschap. De binnenplaatsen zijn verlengingen van de binnenruimten en ze maken snelkoppelingen tussen twee gebieden mogelijk. Ze promoten tal van activiteiten en bieden de mogelijkheid om buiten het werk uit te breiden en buiten het daglicht te gebruiken voor het observeren van bijvoorbeeld bewijzen.
Muur
De bestaande koepel en driehoekige studio's hebben veel ruimtelijke kwaliteiten, maar in geen van de gebouwen is er een rechte muur. Alle oppervlakken zijn gebogen, schuin of transparant. In de grafische kunst is een solide witte muur een essentiële uitrusting, om werkdrukken vast te pinnen en ze vanaf een bepaalde afstand, onder een goed licht, te bekijken. Het nieuwe gebouw biedt 120 strekkende meter binnenmuur. De muur passeert de verschillende programma's zonder duidelijke grenzen vast te stellen tussen tentoongestelde werken en kunstenaarsproeven of schetsen. Het doorlopende oppervlak suggereert dat men mooi ingelijst werk naast het work-in-progress kan hangen.
Productie
Het Frans Masereel Centrum is een productieplaats. Het centrum herbergt tientallen machines van verschillende groottes. Sommigen produceren geluidshinder, andere stinken. Het is een kleine fabriek. Net als in Andy Warhol's Factory wordt het productieproces en de groepsinteractie naar voren gebracht. Alle machines zijn daarom geënsceneerd en getoond als onderdeel van de ervaring. De zichtbaarheid van de werken, naast de machines en het onderhanden werk, draagt bij aan het imago van FMC als een atelier en niet als een kunstgalerie.
Materialen
De materialen en afwerkingen zijn eenvoudig. Het paviljoen is gebouwd met traditionele bouwmaterialen en technieken. De buitenmuren zijn gemaakt van donkerrode bakstenen en het binnenblad is een blokmuur met betonnen kolommen. Er zijn twee soorten openingen, de glazen vliesgevels rond de cilindervorm en de deuren en vierkante ramen in de verzonken bakstenen muren. De vloer is een gepolijste betonnen plaat.
Dakconstructie met een omgekeerd frame
De dakconstructie is in nauwe samenwerking met de ingenieurs van Bollinger + Grohmann gerealiseerd. De complexe geometrie van het ingesneden kegeldak zorgde voor een technische en architecturale uitdaging. De structuur is gebaseerd op de eeuwenoude structurele typologie, reciproque frame of Mandala-dakstructuur. Het is bekend om zijn vermogen grote grote afstanden te overspannen met houtelementen van beperkte lengte. Deze typologie wordt gegenereerd door onderling zelfdragende elementen die op een specifieke geometrische aanpassing zijn geplaatst en voornamelijk zijn ontwikkeld door eenvoudige repetitieve patronen. In het project is het aangepast aan de afgeknotte kegel, het evolueert door de verschillende ruimtes zonder specifieke richtingen. De structuur bestaat uit 800 massief houten balken van gelijke doorsnede. 25 niveaus van reciprociteit zijn gerangschikt om het oppervlak van de kegel met een diameter van 29 meter te bedekken. Het resultaat is een zeer complexe structuur waarin elk stuk uniek is en alle houten balken beïnvloedt.
Wit
Voor de afwerking van het interieur van het paviljoen koos kunstenaar Jean Glibert voor wit als verwijzing naar het licht. Zo biedt hij het mikadogewelf dat het nieuwe gebouw doorklieft, een witte voile die de complexe houdstructuur opent.