Toelichting door Houben / Van Mierlo Architecten - Aan de zuidzijde van Den Bosch aan een van de uitvalswegen huisde Rijkswaterstaat in een betonnen kolos uit de jaren ’70. Het gebouw voegde zich, ondanks het verschil in maat, naadloos in de omringende fijnmazige woonwijk. Behoud van dit brutalistische icoon had de voorkeur ten opzichte van nieuwbouw. Het gebouw gedroeg zich echter als een gast en mengde zich niet in zijn omgeving. Houben/VanMierlo Architecten nam de uitdaging aan en transformeerde het voormalige kantoorgebouw in een levendige biotoop.
De plint biedt ruimte voor maatschappelijke functies en op de verdiepingen zijn appartementen gerealiseerd. De bewoners hebben hun entree in de opgewaardeerde cour waar ontmoetingsplekken zijn gecreëerd. In samenwerking met MTD-landschapsarchitecten is bekeken hoe de bestaande looproutes, die voorheen het gebouw negeerden, doorgetrokken konden worden door het gebouw. De gesloten holle kern is daarbij geopend voor bewoners en passanten.
Het gebouw is voorzien van extra wooncapaciteit. Door slim zware bouwmassa te verwijderen kon zonder extra funderingsmateriaal het gebouw opgetopt worden met twee extra woonlagen. Deze optopping komt de stedenbouwkundige architectonische setting ten goede. Er ontstaat een basement-lijf-kroon. De daken zijn volledig ingericht met pv-panelen en er is gebruik gemaakt van warmtepompen, gerecyclede of herbruikbare materialen en van lichtgewicht microbeton voor een gewichtsreductie. Het regenwater wordt vertraagd gefilterd of rechtstreeks op het maaiveld geloosd. De biodiversiteit is zo min mogelijk aangetast door het behoud van bomen en het uitbreiden van groen in en om het gebouw. Het voormalige kantoor is duurzaam herontwikkeld en bestendig gemaakt voor een tweede en wellicht een derde leven.
