Het 89-meter hoge hoofdkantoor van de Nederlandse Gasunie is ontworpen door Alberts & Van Huut. De karakteristieke organische signatuur van de architecten is door de werkwijze Vector-i en Zwartwoud volledig gerespecteerd.
Het gebouw was gesloten, de gangen donker. Vector-i verwijderde en verplaatste gericht bestaande binnenwanden om de kantoorvloeren te openen. Daardoor nemen de spontane ontmoetingskansen tussen werknemers toe en krijgt zonlicht de ruimte.
Materialen oogsten
Om een circulair interieurontwerp mogelijk te maken is aan het begin van het ontwerptraject een inventarisatie gemaakt van de bestaande situatie. Meubels en architectonische elementen zijn in kaart gebracht en opgenomen in een database. Van elk afzonderlijk elementen is vervolgens de potentie beoordeeld aan de hand van het programma van eisen en de circulaire prioriteitsladder.
In totaal transformeerde Vector-i en Zwartwout zo 3862 kilo aan houten bureaubladen, kasten en kozijnen.
Organische deurkozijnen
Wat het kan opleveren blijkt met name uit de stiltecabine's waarin de karakteristieke deurkozijnen van het kantoor zijn verwerkt. Het nieuwe interieur past daardoor op een vanzelfsprekende manier in het gebouw. Op dezelfde manier zijn oude tafelbladen verwerkt in een 'hub' met een grote plantenbak.
Voor alle elementen is naar alternatief gebruik gezocht wanneer de architect ze niet direct in het gebouw kwijt kon. Meubels zijn bijvoorbeeld geschonken aan non-profitorganisaties of mensen die in armoede leven. Als ook dat niet kon is overgegaan tot recycling. Het tapijt was bijvoorbeeld op en is door de fabrikant als grondstof teruggenomen. Het nieuwe tapijt dat is gelegd is circulair.
Circulaire keuzes
In het project zitten meer manuren dan voor een project gebruikelijk is, maar laten de ontwerpers weten "Daardoor is het echter niet duurder geworden – juist door circulaire keuzes te maken is bespaard op materiaalkosten, energie en transport."