Acht jaar geleden kreeg Mecanoo de opdracht om de Zuid-Taiwanese stad Kaohsiung in één klap te voorzien van het volledige arsenaal aan podia dat in een Nederlandse stad in de loop van eeuwen organisch is gegroeid. Kaohsiung is van oudsher een havenstad, gelegen op het zuidelijke puntje van het eiland Taiwan. De culturele centra lagen allemaal in het noordelijke Taipei. Door Kaohsiung te ontwikkelen wil de staatsoverheid cultuur binnen het bereik brengen van alle Taiwanezen. Wanneer het National Kaohsiung Center for the Arts (Wei-WuYing) af is, kan elke Taiwanees binnen vier uur een voorstelling bijwonen.
De locatie is een 65 hectare groot voormalig militair terrein. Een groene oase in het verder volstrekt verstedelijkte Kaohsiung, waar de plaatselijke bevolking en masse recreëert onder de banyanbomen. Deze schaduwrijke bomen met bovengronds even veel kruin als ondergronds wortel, inspireerden Francine Houben tot het ontwerp van een 156 bij 225 meter groot gebouw en tien hectare glooiend landschap waar je je onder dak kunt bevinden zonder naar binnen te gaan. Een gebouw als een holle berg met vier kernen als boom- stammen. Daarbinnen speelt zich het besloten programma af.
Interessant genoeg viel er nauwelijks winst te behalen in het samenvoegen van programma- onderdelen. Podia, zalen, techniek en logistiek functioneren allemaal het beste bij een volledige scheiding – liefst zelfs met een flinke tussenruimte. Alleen op het gebied van algemene functies, zoals parkeren, kantoren, kleedkamers, restaurants, bibliotheek en laden en lossen kon Mecanoo zaken combineren. Op het totale programma is dat echter zowel ruimtelijk als financieel verwaarloosbaar. Projectdirecteur Friso van der Steen van Mecanoo, dat samenwerkte met Theateradvies in Amsterdam en Yitai in Taipei: “Theaterlogistiek is ongelofelijk ingewikkeld en veeleisend. Het is zelfs zo dat een theater nooit echt succesvol kan worden, als het niet goed is georganiseerd. Als je niet snel kunt opbouwen en afbreken en als de zaal niet gemakkelijk aanpasbaar is aan verschillende soorten voorstellingen, kun je namelijk eenvoudigweg niet elke dag open.”
De logistiek kwam dus op één in dit project – terwijl Mecanoo tegelijk een alzijdig gebouw wilde maken en een landschap waar de bezoeker gemakkelijk doorheen kon dwalen. “Bijna alle theaters hebben een klote achterkant. Dat wilden wij in elk geval niet. Ook wilden we de toegang voor vrachtwagens op maaiveldniveau hebben – maar dan zonder dat de wandelaar er last van heeft.” Het bureau heeft daarom ‘sleuven’ in het gebouw gemaakt waarin hele trailers kunnen verdwijnen. Vijf volledige vrachtwagens kunnen het gebouw inrijden. En dan is er nog ruimte voor vijftien andere op de parkeerplaatsen op het terrein. De sleuven worden overkapt met een geleidelijk oplopende vloer, een soort heuvel dus. De wandelaar loopt zo in 150 meter één verdieping omhoog. Dat kan gemakkelijk, zonder dat het stoort. Sterker nog: de heuvelachtige begane grondvloer geeft wel een speels effect. De zalen en podia bevinden zich op begane grondniveau. Van der Steen: “In een groot theater beslaan de zaal en het podium een fractie van de ruimte achter de coulissen. De operazaal in Kaohsiung heeft bijvoorbeeld een toneelvloer van vijftien bij zestien meter. Daarvan ziet de toeschouwer alleen het voorste deel waar de acteurs op spelen. Maar er is nog veel meer: een volledig achtertoneel, twee volledige zijtonelen, een ondertoneel en een achteronderpodium. Zes podia dus, waarvan er altijd maar één voor de zaal staat. Bij sommige voorstellingen heb je meer dan één podium nodig. Dan kun je het in de pauze ver-wisselen. De rest kan intussen worden op- en afgebouwd, zodat je elke dag een andere voor- stelling kunt hebben.”
Van der Steen beschouwt het toneel technisch gezien als de bovenkant van een lift. De zij- en achtertonelen in het Wei-Wu-Ying kunnen elk een meter zakken, waarna het hoofdtoneel van plaats kan worden verwisseld. Hiermee verplaats je de staande decorstukken. De hangende stukken en coulissen hangen aan 72 trekken die aan kabels in de toneeltoren hangen. De trekken en toneelliften gaan met hoge snelheid op en neer. “Als je er zo over nadenkt, is het een wonder dat een acteur zonder helm op het podium mag staan. Voor een lifttechnicus zouden ze die uitzondering nooit maken.” Om te zorgen dat de toneeltechnici overdag in het daglicht kunnen werken – een niet veel voorkomende luxe in dat metier – is de toneeltoren uitgerust met raamopeningen Ook bevinden zich in het dak drie grote patio’s en diverse daklichten die zorgen voor daglichttoetreding in de foyers, de bibliotheek en de Banyan Plaza. Behalve de techniek rond de podia en de trekken, is er de kunst van het laten verschijnen en verdwijnen van een orkestbak (met één druk op de knop) of een voorpodium. Dit laatste vraagt niet alleen een lege ruimte – waartoe de stoelen wederom met een druk op een knop ondersteboven onder de vloer kunnen kantelen – maar ook licht en geluid.
Zie ook: Mecanoo ontwerpt bibliotheek in Kaohsiung
Daartoe bevindt zich boven de eerste rijen een ‘tension grid’: een netwerk van staalkabels waarover de technici kunnen lopen en waaraan alle toneeltoebehoren kunnen worden bevestigd. De theaterzaal heeft voorts een optioneel zijtoneel, ook weer met een druk op de knop te veranderen in een paar rijen stoelen. Dat is nodig voor Chinese voorstellingen, waarbij de acteurs worden begeleid door een orkest van vijf tot tien man. “Een interessant verschil met onze Westerse invulling, waar het orkest onzichtbaar is, niet alleen voor het publiek, maar ook voor de acteurs. Alleen de dirigent ziet het toneel en die zorgt dat het orkest het stuk volgt. In China zou dat nooit kunnen, omdat de acteurs het orkest volgen.”