Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten

Door Harm Tilman - Het nieuwe station van Delft voldoet in veel opzichten niet aan het traditionele beeld dat we van een station hebben. Het is een hybride complex, een combinatie van een ondergronds treinstation en een stationshal die in het stadskantoor ligt. Minstens zo bijzonder is dat twee architecten van naam aan dit project werkten: Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten. Tot slot is het station in tegenstelling tot het oude, zowel een horizontaal als een verticaal complex. Sporen, fietsenkelder en stationshal liggen op elkaar, terwijl het station, de tram, de bussen en de taxi's naast elkaar liggen.

Gemeenten nemen steeds vaker het initiatief in stationsontwikkeling en bepalen daardoor mede wat gebeurt. Delft is daarvan een goed voorbeeld. Nog in de jaren zestig liep in deze stad het spoor op maaiveld en verplaatsten de bewoners zich via drie spoorovergangen van de ene naar andere kant van de stad. Treinen rijden nu door een tunnel, binnenkort zal het in 1965 dwars door de stad aangelegde spoorviaduct worden afgebroken. Door zich vanaf het begin van de besluitvorming voorstander van een viersporige tunnel te betonen, kreeg de gemeente maximale invloed op de planvorming. In 2003 maakte de Spaanse stedebouwkundige Joan Busquets een plan om de kloof in de stad te helen.

Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten
Het oude station van Delft dat dateert uit 1886, ligt naast het nieuwe station van Delft. Beide grenzen aan het stationsplein waar de bussen staan opgesteld. Op de voorgrond loopt het fietspad dat aan de oostzijde toegang geeft tot de fietsparkeergarage die zich onder het stationsplein en boven de sporen bevindt. Foto Jannes Linders

Omdat het een nieuw station betreft, is aan het begin van het planproces de positionering van het station in de stad onderzocht en vastgelegd. De binnenstad ligt niet in het middelpunt van de stad, maar excentrisch aan de noordkant. Vooral de gemeente wilde het station zo dicht mogelijk bij de binnenstad hebben; de plek van de voormalige Irenetunnel viel daardoor bijvoorbeeld af. Het  nieuwe spoortracé loopt ten oosten van het oude stationsgebouw. In de plannen van Busquets is voorzien dat de stationshal deel uitmaakt van de stedebouwkundige massa.

Lees ook:Station Delft

Het idee was dat het nieuwe station van Delft het begin zou zijn van een grote herinrichtingsoperatie die tot 2030 zou voortduren. In het vrijkomende gebied zal een twintig hectare grote stadswijk  ontstaan. Bovenop de spoortunnel komt een groot lineair stadspark te liggen. In Busquets’ plan waren 1.500 woningen, 40.000 vierkante meter kantoren en tal van andere bestemmingen gedacht. Door de financiële en economische crisis van 2007 stagneert de ontwikkeling en wordt de stad geconfronteerd met oplopende schulden. Als gevolg hiervan is  bijvoorbeeld het aantal woningen teruggebracht tot 1.200. Het station zal de hem toegedichte rol als katalysator voorlopig niet gaan vervullen.

Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten
Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten

Ontwerp ondergronds station

Het station is de vrucht van een succesvolle samenwerking tussen Benthem Crouwel en Mecanoo. Terwijl de eerste het ondergrondse station inclusief fietsenkelder en mezzanine ontwierp, richtte Mecanoo de stationshal in, als onderdeel van het Stadskantoor dat pas over twee jaar in  zijn geheel zal worden opgeleverd.

In het ontwerp dat Benthem Crouwel samen met Railinfra Solutions maakte voor het ov-knooppunt, zijn de auto’s aan de westzijde en de bussen aan de zuidzijde van het station gesitueerd. Alle verkeersmodaliteiten zijn zodanig uit elkaar getrokken, dat de reizigers hun weg kunnen vervolgen zonder andere verkeersstromen hinderlijk te kruisen. Zo bieden verdiepte fietspaden aan beide zijden van het spoor direct toegang tot de parkeerverdieping voor de fietsen. Fietsers hebben dus op het stationsplein niets meer te zoeken. Voor de bussen is over de Westvest een tweede brug gemaakt, waardoor deze eenvoudig kunnen aanrijden en voor de reizigers gemakkelijk zijn te bereiken vanuit de stationshal.

Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten
De perrons liggen negen meter onder de grond. Tussen maaiveld en perrons is de fietsparkeergarage gemaakt die vanaf de perrons zichtbaar is. Foto Jannes Linders

Door de kruising met de Binnen- en Buitenwatersloot liggen de sporen op een diepte van negen meter. Deze hoogte is door de ontwerper niet benut om een spoorwegkathedraal te maken, zoals bijvoorbeeld in Antwerpen of Sevilla, maar om de verschillende onderdelen te stapelen. Zo is aan de zuidzijde tussen busstation en perrons een stalling voor vijfduizend fietsen gemaakt. Vanuit deze  stalling kan de reiziger gemakkelijk op de onder de stalling gelegen perrons komen. Het station vormt een zeer compact, gestapeld systeem.

Lees ook: Opening tweede ondergrondse fietsenstalling station Delft

Het meest bijzondere is wellicht dat de perrons niet zijn opgenomen in een hoge, verticale maar in een brede, horizontale ruimte. Het station ademt daarmee een uitermate gemoedelijke, haast huiselijke sfeer. Dit wordt versterkt door het feit dat in de ruimte geen kolommen staan en dat de perrons zijn afgewerkt met monolieten terrazzovloeren met biezen aan de kanten. Deze zijn herhaald in het plafond door vleugels aan de randen te maken.

Gewelfde stationshal

Aansluitend op het station is door Francine Houben van Mecanoo het ontwerp van het stadskantoor gemaakt. Houben ziet dit gebouw, samen met  beide kerken en het oude stadhuis van Delft, als onderdeel van één stedelijke compositie. Uitgangspunt was de wens een alzijdig gebouw te maken dat je vanuit alle richtingen kunt benaderen. Mecanoo stond voor de opgave een gebouw te maken dat enerzijds aansluit op het station van Benthem Crouwel, maar dat tegelijkertijd een beeld naar de stad definieert en is daar wonderwel in geslaagd.

Dat de bezuinigingen aan het station van Delft niet ongemerkt zijn voorbijgegaan, is overigens merkbaar in het stationsgebouw. Enkele jaren geleden is de bovenste verdieping van het gebouw afgehaald, een besluit overigens waar niet veel Delftenaren, ook Francine Houben niet, rouwig om zullen zijn. Spijtiger is wellicht dat het Delftsblauwe, keramische interieur dat Francine Houben in het winnende ontwerp voor ogen stond, geen doorgang kon vinden. We moeten het doen met een gewelfd lamellenplafond waarop op ingenieuze wijze een historische plattegrond van Delft is geprint.

Lees ook: Station Delft krijgt draaideuren terug

De stationshal biedt reizigers en bewoners zo de ervaring in Delft aan te komen. Voor Mecanoo is Delft echter niet alleen een toeristische bestemming, maar ook een universiteits- en kennisstad. In de gevel is een afwisseling gemaakt van normaal met gegoten glas. De percentages van binnenvallend licht zijn bepalend voor de afwisseling van  beide glassoorten. Overigens zal de aan de  stationshal gekoppelde stadshal pas worden geopend, als het hoogspoor is afgebroken en de tweede tunnelbuis in gebruik is genomen (2017).

Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten
Blik vanaf het busstation in de stationshal. De glazen wand is zowel geopend naar het zuiden als oosten en biedt de aankomende reiziger een panoramisch beeld van Delft. De glazen vloer voor de pui van de stationshal (met een overspanning van 25 meter) laat daglicht toe in het ondergrondse station. Foto Mecanoo Architecten

Licht als ontwerpmateriaal

Licht, of liever gezegd de combinatie van dag- en kunstlicht, is cruciaal in het ontwerp, zowel beneden als boven de grond. Benthem Crouwel legde het zwaartepunt van zijn lichtontwerp bij het  trappencomplex dat de stationshal verbindt met de perrons. Deze mezzanine is omgeven door glazen puien, terwijl licht binnenvalt door een glazen vloer met een overspanning van 25 meter. De band van de mezzanine met de stationshal is hierdoor  hechter geworden.

Door middel van lichtschakeringen hoopt de architect de reizigers de weg te wijzen van entree naar de sporen en andersom. Ook het kunstlicht speelt hierbij een rol. Boven de perrons zijn plafonds met aluminium lamellen gemaakt, die het spoor en de snelheid ervan symboliseren. Het kunstlicht accentueert het centrale stijgpunt, maar druppelt weg naar het einde van het station. Aan het einde van het perron waar de treinen het station binnenkomen, is opnieuw een concentratie van licht. Eenmaal bovengekomen waan je je als reiziger in een hal die een Delftse variant lijkt toe te voegen aan het rijke palet van Byzantijnse architectuur. In deze ruimte valt het licht niet vol naar binnen zoals in de ondergrondse ruimtes, maar gefilterd. Architect Francine Houben heeft in het volume sneden gemaakt die als patio’s in het gebouw  steken. Ze voorzien de toekomstige kantoren van daglicht, maar laten ook licht door via een glazen koker in het gewelfde plafond van de stationshal.

Station Delft door Benthem Crouwel en Mecanoo Architecten
De van onder aangelichte kolommen zijn bekleed met mozaïek en zorgen voor een rustige, haast Byzantijnse atmosfeer. Foto Mecanoo Architecten

Samenwerking

Het station van Delft ademt zowel onder als boven de grond een welhaast huiselijke atmosfeer. Ondanks de strakke detaillering ondergronds, lijken de voorbijrijdende treinen nauwelijks enig lawaai te maken. Doordat de voor stations typerende elementen zoals seinen, borden, sporen en bovenleidingen integraal zijn opgelost, is op de perrons een rustig beeld bereikt. Dit beeld is met andere middelen in de stationshal doorgetrokken. Met mozaïek betegelde wanden en van onder aangelichte paddenstoelkolommen suggereren een grote geborgenheid.

Lees ook: Flexwerken op zolder station Delft

Het station is daarmee echt het station van Delft, en niet van een andere stad. Dit komt in de eerste plaats door wat je ziet, zoals de blauwwitte stadsplattegrond die op het plafond is geprint, en het panoramische uitzicht dat je vanuit de stationshal krijgt. Minstens zo belangrijk is datgene wat je niet ziet, maar ervaart dankzij de schakering en filtering van het licht en de verbluffende akoestiek van  perrons en stationshal.