De twee woningbouwblokken die M3H Architecten in opdracht van Ymere heeft ontworpen, staan op de plek van twee gesloopte blokken uit de periode 1915-1920 van de Amsterdamse architect Willem Leliman. De oorspronkelijke blokken aan de noordrand van de Transvaalbuurt waren gebouwd op het breukvlak van twee tijdperken, waarin volkswoningbouw, stedenbouw en de bestaande architectuurpraktijk werden geherdefinieerd. Bovendien was het een bijzonder model van volkswoningbouw, waar een specifieke doelgroep arbeiders zelf opdracht gaf voor de bouw en dat aan de buitenwereld wilde tonen.
De cultuurhistorie en de historisch-ruimtelijke genen van het ensemble zijn in meerdere lagen vertaald in het nieuwe ontwerp van de twee middelste blokken III en IV. De nagenoeg vierkante blokken staan exact op de footprint van de voorgangers, zijn net zo hoog, zijn ook afgedekt met een schuin dakschild aan alle straatzijden zoals hun voorgangers en zijn beide voorzien van een gemeenschappelijke tuin aan de hofzijde. De gemeenschappelijke binnenhoven – gekoppeld aan ondiepe private tuinen langs de hofgevels – zijn een moderne vertaling van het sociale uitgangspunt van Leliman, waarin zowel de private tuin als de gemeenschappelijke ruimte bijdroeg aan een hoogwaardig woon- en sociaal klimaat. Alle benedenwoningen zijn consequent ontsloten vanaf de straat, zoals gebruikelijk in deze buurt. En het materiaal- en kleurgebruik sluit nauw aan op de andere Leliman-blokken.
Lelimans ambiguïteit tussen de rationele gevelopzet op het kleinere schaalniveau en de romantische grootschalige elementen is in het nieuwe ontwerp eveneens opgepakt, maar in een moderne, abstract-decoratieve vormtaal. De centrale trappenhuizen vormen uiterst monumentale accenten, terwijl de architectonische expressie op het kleinere schaalniveau hoofdzakelijk is gekoppeld aan de functionele elementen. Hoofdzakelijk, want M3H slaat een meer ‘toegevoegde’ decoratieve weg in op het kleinere schaalniveau. Onder andere door middel van de zeer sprekende alternerende metselwerkvlakken en kleurige stroken van geglazuurde stenen, ontworpen door AtelierNL in de neggen van de ramen en entrees.
De in hoofdvorm, richting, verband en patronen variërende metselwerkvlakken zijn ingezet om het achterliggende programma – zoals de centrale trappenhuizen, de verschillen tussen de beuken en tussen de boven elkaar liggende woningen – leesbaar te maken. Ook verlenen de metselwerk- verbanden de woningen op subtiel niveau individualiteit, brengen ze een extra laag van architectonische expressie aan en een ritme en telbaarheid in de lange gevels. Leliman zette plastiek en reliëf in om de monotonie van lange horizontale repetitie te breken. M3H keert dit middel in de nieuwe ontwerpen om: bij Leliman kraagde de plastiek naar buiten door middel van erkers en metselwerkbanden, maar in de nieuwe blokken is plastiek voornamelijk naar binnen getrokken. Het ritmerende en telbare effect is goed vergelijkbaar met de blokken van Leliman. Met de geschiedenis én de hedendaagse praktijk van stedelijke vernieuwing in het achterhoofd onderscheidt dit project zich door zijn uiterst subtiele verhouding tussen orde en complexiteit, tussen repetitie en afwijking en variatie daarop.
De geslaagde afstemming van hedendaagse architectuurmiddelen op cultuurhistorische en historisch-ruimtelijke referenties draagt hieraan ook bij. En dát is precies de cruciale stap die m3h met dit project wel heeft gezet.