World Trade Centre in Brussel door André en Jean Polak

Door G. Treep - Het zien van de plannen voor een World Trade Centre In Brussel, dat meer waarheidsgetrouw de naam van Manhattan Centre krijgt, deed de vraag rijzen of dit kolonisatieproces niet te stuiten valt. Politici hebben na de tweede wereldoorlog Europa verdeeld door een ijzeren gordijn waardoor Europa van zelfstandig werelddeel tot een randgebied van elkaar vijandige machten wordt geforceerd. Invloed van deze machten wordt steeds groter en is op ieder terrein merkbaar. Invloed die ten koste gaat van het eigene van ons werelddeel, dat juist door zijn rijkdom aan geestelijke stromingen en culturele waarden altijd een zeer eigen bijdrage tot de wereldcultuur heeft gegeven. In wezen is Europa de geestelijke vader van beide machten. De persoonlijke verantwoordelijkheid, een geschenk van Europa aan de wereld, wordt in hoge mate bedreigd. Het behoud en de ontwikkeling van de persoonlijkheid kan alleen door bezinning worden gestimuleerd. Als onderdeel van een groter geheel heeft Europa zeker in de toekomst een taak te verrichten. „Haalt de USSR 1980" is door de verbannen Almarik al gesteld en „Haalt de USA 1980" is thans ook een vraag waarover gedacht wordt.

In 1928 werd in Delft het lustrumspel „Mens-Machine" opgevoerd, een groot opgezet openluchtspel met als thema het verworden van mensen tot wezens zonder persoonlijkheid. Als slaven van een door hen zelf gebouwde technische wereld hadden alle medespelenden op één na alle menselijke trekken verloren. Als langzaam draaiende drijfriemen bewogen in eindeloze ketens steke en blind gemaskerde wezens, doof en stom, sloom en willoos in een keiharde wereld van hellingen, stellingen, vliegwielen, putten en felle schijnwerpers. Een profetische visie die in 1971 nog actueler is geworden door het razend snelle tempo waarin de massaficering alles gaat overheersen. Het behoud van eigen persoonlijkheid is in onze huidige samenleving een probleem dat samenhangt met een allesomvattende ontwikkeling in steeds grotere verbanden.

De grote vraag

Hoe kunnen we onderdeel zijn en toch ons zelf blijven? Een vraag die wij ook kunnen stellen ten aanzien van de functie van ons kleine land in de gehele wereld. In hoeverre zal een land als Nederland opgaan in een groter geheel en eigen identiteit toch kunnen bewaren. Kort samengevat, gewoon herkenbaar blijven. Nederland heeft specifieke problemen die niet door navolging van anderen goed kunnen worden opgelost. Opgenomen in een stroom van niet te stuiten ontwikkelingen wordt de mens steeds meer bewust van zijn machteloosheid. Wanneer gegeven omstandigheden, eigen geschiedenis en ontwikkeling en geaardheid van geen belang meer zijn rest slechts een slavenral. 'Het persoonlijke of het eigene is een kostbaar goed waar lang over geploeterd is om het te bereiken.

De persoonlijkheid

Sinds honderdduizenden jaren leven er al mensen op aarde. Van de laatste vijf- tot zesduizend jaar bezitten wij een vrij behoorlijk gedocumenteerde geschiedenis. Karl Daspers onderscheidt in die samenhangende geschiedenis vier belangrijke feiten:

  • 1. het ontstaan van talen, het uitwinden van werktuigen en het ontsteken en gebruiken van vuur;
  • 2. tussen 5-3000 v. Chr. ontstonden de oude grote culturen in Egypte, Mesopotamië, aan de Indus en aan de Hoangho in China;
  • 3. omstreeks 500 v. Chr. volgde de geestelijke fundering van de mensheid, in China, Indië, Perzië, Palestina en Griekenland;
  • 4. het wetenschappelijk-technisch tijdperk, voorbereid in Europa sinds het einde van de Middeleeuwen, geestelijk geconstitueerd in de zeventiende eeuw, zich op ruime schaal ontvouwend sinds het einde van de achttiende eeuw en thans met een fantastische snelheid ontwikkelend.

Jaspers noemt de periode van 800-200 v. Chr. voor de gehele wereld een „spiltijd" in verband met het zich afspelend geestelijk proces. In die tijd leefden in China Confucius en Laotse, in Indië Boeddha, in Perzië Zarathustra, in Palestina vele profeten, in Griekenland Homerus en Plato, om maar enkele namen te noemen.
Het nieuwe van dit tijdperk is dat de mens zich van het zijn van zichzelf en van zijn grenzen bewust wordt. Het volstrekt eigene van ieder mens, het persoonlijke was ontdekt. Het Christendom bracht de inkeer tot zichzelf, het zoeken naar een waarheid die in het innerlijk van de mens woont, en is gekomen tot het inzicht, dat het aankomt op het vrije doen en laten van de mens, op de houding die de mens tegenover het zijn aanneemt. Het geestelijke milieu in Europa is in hoofdzaak door deze opbouwende keten van „ladende" gedachten bepaald.

Kenmerkend voor het eigene van Europa was nooit de kwantiteit, maar uiteindelijk altijd de kwaliteit. Is er één werelddeel waarin op zo'n klein bestek zoveel verschillen zijn aan te treffen in klimaat, natuurlijke gesteldheid en bevolkingsaard? Het is een uitermate boeiend geheel, vitaal en vol afwisseling. Ortega Y. Gasset heeft, naar ik meen, Europa voor het eerst vergeleken met een grote familie. Een familie die onderling wel eens enorme herrie kon maken, maar na afloop van iedere oorlog weer alle krachten inspande om elkaar weer op de been te helpen. In tegenstelling tot oorlogvoering in andere werelddelen werd totale vernietiging van een tegenstander steeds voorkomen. Zo moeten wij onze Griekse voorgangers wel heel dankbaar zijn dat zij zeer terecht Mars als de minst intelligente god beschouwden.
Zo'n vonkje herinnering kan een verklaring zijn voor het feit dat Duitse atoomgeleerden zeer bewust hun onderzoekingen op het gebied van de kernsplitsing vertraagd hebben toen zij beseften dat Hitler misbruik van hun ontdekkingen zou kunnen gaan maken.

Iedere samenleving heeft een doel

Aanvankelijk streefde men naar een zo goed mogelijk leven voor een kleine groep van mensen. De Bosjesmannen in de Kalahari woestijn leven nog zo. Vervolgens dient een samenleving alleen maar om één persoon, de koning in zijn functie van vertegenwoordiger der góden of godheid, goed te laten leven. Dan ontwikkelt de samenleving zich tot een democratie, waarbij rekening wordt gehouden met minderheden en de verhoudingen „doorzichtig" dienen te zijn, opdat een ieder zijn 'invloed kan laten gelden.

In onze dagen heeft de democratische samenleving zich echter weten te ontwikkelen tot een technisch-wetenschappelijk economisch en politiek labyrint, waarin de verhoudingen allerminst doorzichtig zijn en onze persoonlijkheid dreigt onder te gaan in de massaficering. Een zeer snelle welvaartsontwikkeling is ten koste gegaan van ons welzijn. De oorzaak kan wel liggen in een onderwijs dat meer gericht is op feitenkennis en specialisatie dan op inzicht in geestelijke zaken. In voorgaande tijden werd daar bepaald meer aandacht aan geschonken en de staatslieden of leidende figuren hadden nog een jemeenschappelijk geestelijk fundament, waardoor begrip en contact eerder moge lijk waren. In onze huidige samenleving is een doelgericht beleid op hoog niveau heel moeilijk te verwezenlijken. Om in leven te blijven hebben mensen zich altijd moeten beschermen tegen de natuur en tegen invloeden van anderen.

Holen, paalwoningen, versterkte huizen, kastelen, ommuurde steden, legers en vloten waren de hulpmiddelen die men bedacht om het eigene te beveiligen. Het leidde tot een geleidelijke ontwikkeling van een eigen volksaard waarbij nieuws en geestelijke stromingen in Europa bedachtzaam verwerkt en in eigen cultuur opgenomen konden worden. Het is nu wel grondig veranderd; naast de mens moet nu ook de natuur beschermd worden, tijd voor rust en bezinning is nauwelijks beschikbaar omdat invloed van anderen op ieder gewenst en ongewenst ogenblik ongehinderd onze huizen vervult.

Via onze moderne communicatiemiddelen komt alles wat er ook en waar dan ook op de gehele wereld gebeurt op ons af als een plaag, net zo als de insecten, slangen en vleesetende dieren en angst die onze vroege voorvaderen belaagden voor ze enige bescherming ontdekten in een hol. Zij hadden echter nog het „geluk" minder ontwikkelde hersenen te hebben. Zo zijn wij nu, na honderdduizenden jaren geploeter en gezwoeg om mensen tot persoonlijkheden op te bouwen na de laatste wereldoorlog razend snel (in de geest van deze tijd) bezig om van mensen een soort apen te maken. Wat kan je anders doen ais tijd voor bezinning ontbreekt dan na-apen.

Keiharde manager

De keiharde manager is „in" en denkt en handelt op zijn „Amerikaans". In handel en industrie en dus ook in het bouwen is die sfeer niet onbekend meer en zelfs mode. Zonder aanzien zien des persoons wordt een ieder die anders denkt aan de kont gezet. Alleen met gelijk gestemden kan men werken. Gelukkig klinken er in de Verenigde Staten nog altijd stemmen die deze mentaliteit veroordelen en verfoeien. Het neemt niet weg dat een weinig geslaagd amerikanisme ons leven en ons gebouwde milieu steeds sterker gaan beïnvloeden en — wat nog erger is — eigen verworven waarden dreigt te vernietigen.

Dit gebeurt op het ogenblik overal in Europa. Het waardevolle van Europa of het belangrijkste geschenk dat Europa aan de wereld geschonken heeft, is de verscheidenheid en het feit, dat nooit één kracht of één geestelijke beweging alles overheersend is geweest.  Er waren spanningen als in een wedstrijd. Denk maar aan de strijd tussen keizer en kerk, rooms-katholicisme en protestantisme, absolutisme en democratie, liberalisme en socialisme enz.

In bijna alle Europese steden kan men tegenwoordig voorbeelden van Amerikaanse bouwwerken aantreffen die haastig nageaapt en niet verteerd zijn. Zo is men nu in Brussel begonnen aan een „world-trade-centre" wat als „Manhattan Centre" straks bekend zal zijn. Er is geen woordje Belgisch meer bij, de taalstrijd heeft men er zelfs bij vergeten. Het verlies van het typisch eigene signaleert Huizinga in vroeger tijden in zijn boek „Nederlands beschaving in de zeventiende eeuw". Een verlies dat echter niet zo ernstige afmetingen aannam omdat het eigen milieu overwegend behouden bleef.

In het laatste hoofdstuk kan men de volgende passage lezen: „Zodra de architectuur begint te streven naar strakke, strenge vormen, is het alsof er iets verloren gaat van de pittigheid en sappigheid, die ons het bloeitijdperk zo vertrouwd en dierbaar maakte. Deze bouwkunst kon innig Nederlands, echt nationaal blijven, zolang de noot van vrolijke fantasie en originele lust tot versiering domineerde en zij meer in het behaaglijke dan in het grootse zocht. Eenmaal op zoek naar de grote stijl, wordt zij onweerstaanbaar aan- en meegetrokken door het voorbeeld van de Romaanse landen, vervalt in nabootsing en verliest den eigen nationale stempel."

Het stadhuis of paleis van Amsterdam staat altijd nog wat vreemd in de echt Amsterdamse sfeer van woonhuizen, grachten, bruggen en kerktorens. Bij Italianen en Fransen roept het bepaald niet op wat ons altijd is bijgebracht. Hoewel wij het verlies „van den eigen nationalen stempel" weer wat anders beschouwen dan Huizinga destijds deed, nu wij ons sterker bewust zijn onderdeel van een groter geheel te zijn, roepen zijn woorden toch wel de gedachte op of wij door eigen kracht kunnen voorkomen onherkenbaar te worden en of wij misschien ook iets eigens kunnen bijdragen aan de oplossing van de vele problemen. Een Amerikaans criticus schreef enige jaren geleden over de grote Deense architect Arne Jacobsen: „Hij was op zijn best wanneer hij bouwde in de Deense traditie, waardoor wij iets van hem konden leren en hij inspireerde. In latere jaren werden Amerikaanse invloeden overwegend in zijn werk en niet altijd met de beste resultaten.

Onbegrepen boodschap

Rietveld kon ook stimuleren maar kon niet onbegrepen nagevolgd worden. Hij is zeker niet verantwoordelijk voor de vele mislukte glazen of gesloten dozen, waar alles ongeacht doel en bestemming ingeperst moest worden omdat het mode geworden was.

De boodschap van zijn werk is door vele bouwers totaal niet begrepen. Maar als je „modern" wilde zijn ging je vlak, plat en glazig bouwen, waarbij ook aan de onderdelen niet de minste aandacht werd geschonken. De tegenwoordige mode van de plank als trapleuning is daar een typisch voorbeeld van. Europa heeft eindeloos lang leuningen gemaakt, van de meest simpele tot de meest rijke vormen, maar je kan die nooit over een sloot leggen! Zij zijn in de eerste plaats leuning en bezitten iets eigens waardoor men over de functie niet behoeft te twijfelen, ze hebben op hun manier persoonlijkheid. Europa wordt bedreigd door krachten die het wezenlijke d.w.z. 'de verscheidenheid trachten te vernietigen.

Voor die vernietigende krachten zijn al vele deuren geopend. De enige kans om de zaken in eigen huis weer zelf te regelen ligt in bezinning. De mens vormt niet alleen maar een onderdeel van de situatie in de wereld waarin hij geplaatst is; de situatie programmeert hem, hij mag en moet er zelf handelen volgens wat hij als zijn opdraoht ziet. Het kenmerkende van Europa 'is altijd geweest de persoonlijkheid tot verantwoordelijkheid te stimuleren.