Terraswoning Geldrop door Inbo (1974)

Door C. Zwinkels - Van het vrij grote aantal woningprojecten dat de laatste tijd het predicaat experimenteel krijgt opgespeld zijn de laagbouwprojecten veruit in de meerderheid. Het lijkt erop dat we van de weeromstuit het hoge wonen hebben afgezworen. Toch zijn er natuurlijk weer uitzonderingen. Een daarvan is het project van 188 terraswoningen in Geldrop, naar ontwerp van Architectenbureau voor Industriële Bouw Inbo nv te Woudenberg, dat onlangs definitief het begeerde predicaat verwierf. Het omvat twee gebouwen van 6 a 8 bouwlagen met 14 verschillende woningtypen. In feite is dit het eerste project volgens de 'ontwerpstructuur S 200', waarvan het ideeënplan reeds in 1971 experimenteel werd verklaard. Over de achtergronden van deze ontwerpstructuur en wat er in de praktijk mee kan worden gerealiseerd spraken wij met de heer K. Geerts, architect HBO en directeur van Inbo nv.

Welke ontwikkeling is aan de totstandkoming van de ontwerpstructuur S 200 voorafgegaan?  Geerts: Toen we een jaar of twaalf geleden begonnen, zijn we eerst - precies zoals dat in andere takken van nijverheid bij de industrialisatie is gegaan - op industriële wijze woningen gaan maken die zoveel mogelijk identiek waren aan de vertrouwde, traditioneel ontworpen en vervaardigde huizen. We werkten dan aanvankelijk ook met een beperkt aantal woningtypen, waarvan de variatie- en schakelmogelijkheden gering waren. Meer was in die tijd niet mogelijk en werd ook niet zozeer gevraagd. Nu wel, en de veranderde markt geeft des te meer de discrepantie aan tussen de behoefte aan variatie van de bewoners en de behoefte aan eenheid van de fabrikant. Dus aan de ene kant variatie, differentiatie in alle mogelijke opzichten, maar daarnaast standaardisatie, normalisatie, eenheid. Dat zijn schijnbaar onoverbrugbare tegenstellingen; een kloof, waarvan je zegt: daar bouw je nooit een brug tussen. Om een uitweg te vinden hebben we van het begin af aan geprobeerd mogelijkheden te vinden, een meervoudig gebruik van elementen tot stand te brengen. Hoe groter het aantal posities evenwel, dat je voor een bepaald element bedenkt, hoe meer dat element een schaap met vijf poten gaat worden. Daarom zijn we in het midden van de jaren 60 gaan zoeken naar een woningenserie of ontwerpreeks waarbij een verband kon worden gelegd tussen ontwerp en industrialisatie behoeften. Ons stond daarbij voor ogen een woonstructuur die vanaf het eengezinshuis tot ongeveer acht niveaus in allerlei schakelingen van woonvormen opklom. Toen we daar, met inachtneming van o.a. verkeers- en stedenbouwkundige aspecten mee bezig waren kwamen we tot de conclusie dat dit eigenlijk een beetje te hoog gegrepen was. Het leek ons daarom verstandiger de eengezinswoningen los van de andere woonvormen te gaan beschouwen. Dus beide categorieën een eigen leven laten leiden omdat anders de eisen die aan een element gesteld zouden moeten worden te hoog waren geworden.

Terraswoning Geldrop door Inbo (1974)
Twee gebouwen terraswoningen zijn in eerste instantie gerealiseerd. Op het rechter gebouw zijn de metalen terrasbeëindigingen nog niet aangebracht.

De verschillende woonvormen hebben we toen op een zelfde manier uitgewerkt, al liep die van de eengezinshuizen, mede gestimuleerd door de toenemende vraag in die tijd, wel voorop.
Drie zaken hebben we daarbij in hun onderlinge samenhang op een rijtje gezet, te weten:
a) de functionele aspecten van het wonen;
b) de constructieve uitgangspunten, mede bepaald door het productieproces, en
c) als logische derde: welke woonvormen dienen te worden gerealiseerd?

Met deze drie punten zijn we op zoek gegaan naar een zo groot mogelijke variatie, zowel qua  in- en uitwendige verschijningsvorm,gedifferentieerd naar grootte, inhoud en ligging als qua schakelmogelijkheden, dus stedenbouwkundig. We hebben al die zaken zorgvuldig geformuleerd, daarna de meest optimale begrenzingen voor de componenten bepaald en daarin de functies uitgewerkt. Toen zijn we gaan kijken welke posities die componenten konden hebben ten opzichte van een bepaalde denkbeeldige as of nullijn. Daaruit kwam voor de gestapelde woningen een zo onafzienbaar aantal schakelmogelijkheden dat van een of meer woningtypen geen sprake meer was. We hebben het geheel van woonmogelijkheden daarom ’ontwerpstructuur Serie 200 voor meergezinshuizen' genoemd.

Componenten

Wat omvat zo'n component feitelijk?
Geerts: Nou, een component is een maatgebied of een wooneenheid (geen woning) naar functie bepaald, in onderdelen omschreven en in gevarieerde schakeling toepasbaar. Is bijvoorbeeld een overspanning gegeven van 4,80 m en kies je een dieptezonering van 1,50 m dan is een component n x 1,50 m x 4,80 m x de hoogte. Het getal dat je voor n invult hangt dan af van de functie of functies die in die bepaalde component zijn ondergebracht.

Het grote aantal schakelmogelijkheden van de verschillende componenten heeft ons genoopt de wenselijke woonvorm ontwikkelingen duidelijk af te bakenen. We moesten immers zorgen dat al die componenten die zowel in horizontale als in verticale zin in de ontwerpbenadering geschakeld konden worden, dat die wel een gemeenschappelijk raakvlak hadden. Dat hebben we toen de nullijn genoemd, als denkbeeldige as waaraan elke component weer gerelateerd kon zijn en ten opzichte waarvan hij bepaalde vaste posities in het ontwerpschema kon innemen. Met de componenten van de S 200-reeks kunnen we nu portiek-, galerij-, terras- en corridorwoningen samenstellen in gevarieerde hoogten van twee tot acht lagen, in alle mogelijke schakelingen, waarbij zelfs geheel of gedeeltelijk hellende daken zinvol kunnen worden toegepast.

Terraswoning Geldrop door Inbo (1974)
Wonen op de begane grond, aan corridor, portiek of galerij.

Productietechnisch, zowel voor de ontwerper als voor de fabriek en de bouwer, heeft het werken met deze componentenmethode een paar belangrijke voordelen. Door eenmaal de zaak goed uit te werken en te formuleren voorkom je een enorme hoeveelheid ontwerpherhalingen. Je hebt dan meer tijd om uit die grote scala van koppel-, draaien schakelmogelijkheden een optimale combinatie te destilleren. Een ander belangrijk punt is dat, wanneer je een woning naar component kunt normaliseren en onderverdelen, je natuurlijk ook zo’n component zelf weer kunt normaliseren en analyseren. Per component eenmaal vastleggen wat wel en niet kan zodat je dat niet steeds weer moet uitrekenen of uittrekken. Je beschrijft elke component zodanig in samenstellende onderdelen dat je die op de computer kunt zetten. Een ideaalbeeld is dienaangaande de situatie waarbij elk onderdeel van het besliskundige proces van conceptie tot oplevering en nacalculatie deel uit maakt van één integraal computerprogramma. We zijn dit nu aan het uitwerken, we hebben de uitgangspunten al vrij duidelijk voor ogen en willen nog dit jaar tot programmering van de componenten van de Serie 200 overgaan. Apart hiervoor hebben we een systeemanalist aangetrokken want in de computerwereld kent men dit soort bezigheden niet.

Geldrop

Kan het Geldropse terraswoningenproject representatief worden genoemd voor de mogelijkheden van de Serie 200?
Geerts: Wel in die zin dat we nog nergens verder hebben kunnen gaan en dat toch een redelijk aantal schakelingen en woonvormen is gerealiseerd. Dit is mede te danken aan het feit dat we voor het uitbreidingsplan Coevering-West een totaalplan konden maken. Dus ook stedenbouwkundig. Het verdere gedeelte van de wijk heeft daarom eveneens een vrij grote variatie in woningen, zowel eengezinswoningen als portiek- en galerijflats.Terug naar de terraswoningen. De twee gebouwen die in eerste instantie worden gerealiseerd  zijn geen lineaire blokken maar hebben knikken op die plaatsen waar de verkeersintensiteit maximaal is; dus bij de entrees en de liften. Elk van de te bouwen telt twee van die knopen. Daartussen is de bouwhoogte 8 lagen, ernaast 6 lagen. Op de begane grond en op de 3de laag hebben we inpandige corridors gemaakt en daarom heen kun je al aardig wat verschillende woonvormen projecteren. Wij hebben bijvoorbeeld op de begane grond woningen van één verdieping hoogte; de lagen 2, 3 en 4 sluiten dan de tweede corridor zodanig in dat je twee maisonnettes boven elkaar kunt maken die door de bajonetachtige schakeling nu  eens drie woonlagen beslaan.Op de vijfde en zevende laag  hebben we verder galerijen gemaakt die zowel toegang geven  tot flats op die woonlagen maar ook via afsluitbare trappenhuizen tot woningen op de laag erboven.  Doordat het gebouw naar boven toe minder diep wordt en door soms twee beuken  voor een woning te gebruikenkrijg je dus al een flink aantal verschillende woningen. Een niet onbelangrijk onderdeel van het gehele concept zijn de tot 3 meter diepe terrassen die op elke woonlaag aanwezig zijn. Ze geven bovendien uitzicht op het riviertje de Dommel dat het plangebied begrenst. Maar ook buiten de terrassen hebben we wel wat gedaan om de kwaliteit van het gestapeld wonen te verhogen. We hebben hoogwaardige materialen gebruikt die het geheel een beetje een luxe aanzien geven. Zo hebben we in de entreepartijen en corridors veel hardhout gebruikt. Op de vloer van de corridors ligt een vaste vloerbedekking. Dat doet enigszins aan een hotel denken.

Terraswoning Geldrop door Inbo (1974)
De overvloedig verspringende terrassen en balkons vanaf de bovenste bouwlaag gezien.

Verder hebben we bij die knikken op de begane grond ruimten opengelaten met een toegang tot de  tuin die door de Ja, wat ons met die gestapelde bouw voor ogen stond omvat eigenlijk twee dingen, d.i. a) te komen tot woonvorm ontwikkelingen die niet alle negatieve aspecten hebben, op grond waarvan het publiek een aversie is aan de dag gaan leggen tegen gestapelde woonvormen, zoals de vaak monoïstische wijze waarop die zijn toegepast, en b) om daarmee ook vooral te denken aan de lagere vormen van gestapeld wonen, dus van 2, 3, 4 tot maximaal 5 lagen. Die hebben een veel groter aardgebonden karakter en zijn niet zo geïsoleerd. Met name in stedelijke of semi-stedelijke gebieden kunnen dit soort gestapelde woonvormen goede oplossingen bieden. Immers, we moeten rekening houden met een aanzienlijke groep mensen die nou niet zo nodig een eengezinshuis willen hebben, die meer belangstelling hebben voor een goed geoutilleerd, comfortabel appartement. Wat zijn de huurprijzen van de terraswoningen? Geerts: De prijzen naar woningtype weet ik niet precies, maar gemiddeld was het netto bedrag ƒ 261,-, met inbegrip van de kostenstijging tijdens de bouw.
De woningbouwvereniging Goed Wonen in Geldrop verhuurt ze inclusief verwarming voor ƒ 250,- tot en met ƒ 440,- per maand. De grootte van de woningen varieert van 3,5 tot 5,5 verblijfseenheden.

Andere projecten

Terraswoning Geldrop door Inbo (1974)
Een stukje gevel (terraszijde) en een kopgevel behorend tot het ontwerp voor het project Buytenwegh-De Leyens te Zoetermeer. Op de beganegrond aan de achterzijde is onder de woningen parkeerruimte gecreëerd.

Wordt ook voor andere plannen al de ontwerpstructuur S 200 gebruikt?
Geerts: Ongeveer parallel aan het project Geldrop hebben we in Delft een project van 307 terraswoningen gebouwd. Dat is minder spectaculair, niet meer dan vier bouwlagen met minder variaties in doorsnede, wat voortvloeide uit de aard van  het programma. Dus wat langere lineaire blokken. Ook de aankleding is wat eenvoudiger, vanuit dat soberder uitgangspunt. In voorbereiding is een aantal van circa 250 woningen voor Alphen aan den Rijn. Daar zal de doorsnede weer anders samengesteld zijn, de eerste twee verdiepingen ongeveer identiek aan Geldrop en anders gevormde trappenhuizen waar de woningen niet voor langs lopen. In Oldenzaal zijn we bezig met een project van 125 woningen in de stad op het terrein van een oude fabriek waar we zowel de Serie 200 als eengezinswoningen bouwen. Dat is trouwens een aanpak die bij uitstek geschikt is voor geïntegreerde projecten waar een gevarieerde bebouwing tot stand moet worden gebracht. In Zoetermeer gaan we bijvoorbeeld weer 650 woningen bouwen in het plan Buytenwegh-De Leyens waarvan ongeveer de helft voortkomt uit de Serie 200 terwijl de rest wordt gerealiseerd volgens verschillende ontwerpreeksen voor eengezinswoningen.

Terraswoning Geldrop door Inbo (1975)

Terraswoning Geldrop door Inbo (1975)
Terraswoning Geldrop door Inbo (1975) - 'De Architect' uitgave november 1975 (pag. 43)