Tot voor kort was de Hessenberg een grotendeels braakliggend stuk stad, op een voormalig weeshuis en een parkeergarage na. Het plan van AWG en MTD borduurt voort op een aantal historische structuren. De belangrijkste hiervan is die van het kloostercomplex waar het weeshuis oorspronkelijk deel van uitmaakte. Het plan is geen reconstructie van wat er ooit was. Wel ontleent de nieuwe buurt zijn permeabele en tegelijkertijd opzichzelfstaande karakter aan het voormalige kloostercomplex.
Aan de randen van het gebied wordt in maat, schaal en ritme aansluiting gezocht bij de structuur van de bestaande stad, zonder deze letterlijk over te nemen. Daar waar de nieuwbouw het bestaande dicht nadert, zijn de hoeken naar binnen geklapt. Hierdoor blijft er ruimte voor de omringende bebouwing. Dieper in de buurt gelegen hogere bouwvolumes duiken op achter de lagere volumes aan de randen. De hoogbouw blijft zo op gepaste afstand van het bestaande. Zichtlijnen doorsnijden de buurt niet, maar richten zich op de stad, waardoor er aansluiting is gevonden met de omgeving. Het grootste hoogteverschil in het hellende terrein is vier meter. In de ene richting wordt dit in drie niveaus door trappartijen overbrugd. Haaks hierop zorgen hellingen en hellingbanen voor de aansluiting op de omgeving. De hogere delen van het gebied zijn door parkeergarages onderkelderd. Het voordeel van deze ingreep is dat voetgangers zich de nieuwe buurt eenvoudig kunnen toe-eigenen. Het nadeel is dat het aantal bewegingen in de openbare ruimte hierdoor wordt beperkt.
In de stedenbouwkundige structuur zitten prachtige extremen: hele smalle stegen worden afgewisseld met ruime doorgangen en pleinen met elk een eigen karakter. De openbare ruimte in dit nieuwe stuk stad is volledig publiek toegankelijk. Wel zijn door vormgeving en materialisatie van de ruimtes verschillende gradaties van beslotenheid gerealiseerd. De niveauverschillen zijn hierbij optimaal benut. Om uitdrukking te geven aan de eigenheid van de pleinen en verbindende ruimtes is daarnaast door MTD landschapsarchitecten zeer selectief een aantal ruimtelijke elementen ingezet: schijven die de hoogteverschillen markeren of juist begrenzen, een enkel bankje en grote perken. Voor de detaillering van deze stedelijke ruimte is gebruikgemaakt van een zeer beperkt scala aan materialen, zoals eenvoudige klinkers en hardsteen. De buitenruimte is daardoor vrij hard, de bomen komen nog.
Binnen deze structuur heeft biq vier bouwvolumes gerealiseerd. In de gevels is gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen de sokkel en de opbouw. Op een aantal bijzondere plekken zijn de sokkels, uitgevoerd in antracietgrijze bouwstenen, over het hele gevelvlak door-getrokken. Voor de hogere delen van de gevels is een lichte baksteen gebruikt. Deze delen vallen op door veel reliëf, dat onder meer is bereikt door verticale gemetselde penanten en lichtere horizontale betonnen banden. Ook deze textuurrijke gevelwanden zorgen voor detail in de openbare ruimte. Drie grote bouwvolumes zijn ingevuld door AWG. Deze zijn gedacht als monolieten, in een architectuur van grote lijnen met een bijna schematische en abstracte kwaliteit. De door het architectenbureau gebruikte baksteen is donker, in een meer of minder bont assortiment voor de verschillende volumes. Naast deze donkere steen is oogverblindend wit stucwerk toegepast. Flinke hardstenen platen keren onder meer terug in de plint aan de Hessenberg en in de ommuringen van een aantal hoven.
Naast de drie grote gebouwen heeft AWGmet grote zorgvuldigheid en gevoeligheid het ontwerp van een drietal kleine inpassingen in en aanvullingen op de bestaande bebouwing opgepakt. Het oude weeshuis is als een van de laatste historische overblijfselen weer ingebed in de stedelijke structuur. Tussen de nieuwe gebouwen is het weeshuis een karakteristiek element, dat mede vorm en eigenheid geeft aan de openbare ruimte.
In het gebied zijn voornamelijk woningen gerealiseerd, met een aantal bedrijfsruimtes in de plint aan de Hessenberg. Het merendeel van de woningen is vanuit portieken ontsloten. De positionering van de portieken is zodanig dat aan elk plein ten minste een portiek ligt. Een van de bouwblokken heeft een galerij-ontsluiting om een hof en er is een enkele grondgebonden stadswoning gerealiseerd.
De woningplattegronden van AWG en biq zijn als driedimensionale puzzels ingepast in de specifieke volumes. Heel veel ontwerplust is nodig geweest om in de soms diepe bouwblokken interessante en bruikbare woningen te realiseren. De bouwblokken zijn van weinig buitenruimte voorzien. Slechts enkele bewoners hebben de beschikking over een loggia of een privédakterras. Bij mooi weer zal het leven in deze buurt zich hierdoor noodgedwongen ook op straat afspelen. En dat kan helemaal geen kwaad. De Hessenberg is nog niet echt tot leven gekomen, maar begint wel voorzichtig onderdeel van het stedelijk weefsel te worden. De eerste Nijmegenaren verleggen hun routes door dit nieuwe stuk stad.
In het stedenbouwkundig plan voor de Hessenberg is de kwaliteit niet zozeer in architectonische, maar vooral in ruimtelijke diversiteit gezocht. Het hellende terrein is hierin een belangrijke speler. Met een heel precieze, specifieke stedenbouw en een relatief neutrale, algemene architectuur is een stuk stad gerealiseerd dat de potentie heeft zich bijna onopgemerkt in het bestaande te voegen. Het plan is uitermate subtiel maar probeert niet te behagen.
Het gebied is stedelijk zoals een stad is, met voorkanten en achterkanten, met mooiere en minder mooie of zelfs ronduit lelijke plekken, met drukke verbindingen en desolate uithoeken. De ingetogen materialisatie werkt wat dit betreft mee door niet te zeer van zich te doen gelden. De detaillering en uitvoering van de door awg ontworpen woningblokken, zeker in vergelijking met de subtiliteit van het stedenbouwkundig ontwerp, zijn hier en daar zelfs wat ruig en kort door de bocht. Maar juist de afwisseling tussen deze en de meer verfijnde bouwblokken van biq, maakt dat deze nieuwe buurt wonderwel en vanzelfsprekend in de bestaande stad past.