De Delftse vestiging van restaurant Maxime ligt ingeklemd tussen de historische binnenstad en de Zuidpoort, een gebied dat de afgelopen jaren intensief is herontwikkeld. Reeds in 1995, toen de eerste plannen voor Zuidpoort het levenslicht zagen, was de gemeente zich bewust van het vitale belang van het stuk grond aan de Asvest en verwierf er drie kavels. Op twee ervan stonden kleine grachtenhuizen, het derde kavel was onbebouwd.
Oorspronkelijk won Bureau Kroner de prijsvraag van de gemeente met een ontwerp voor een wijnbar. Toen de plannen in de definitieve ontwerpfase waren, haakte de ontwikkelaar af, en in zijn kielzog ook de beoogde exploitant van de wijnbar. Er werd een nieuwe ontwikkelaar/aannemer gevonden die het prijsvraagplan wilde uitvoeren. Na een korte zoektocht werd Maxime aangetrokken als nieuwe uitbater. Het veranderde programma vroeg om een lichte wijziging van de plannen, maar de hoofdopzet bleef overeind. Een glazen kas met een archetypische vorm is aan het uiteinde van de rij woningen geplaatst, op het punt waar enkele zicht- en verkeersassen vanuit de binnenstad en de Zuidpoort elkaar kruisen. De gevels en het dak zijn bekleed met lamellen van naturel geolied purperhart, die de relatie tussen interieur en omgeving door een subtiel filter halen. Overdag trekt de bijzondere detaillering de aandacht, terwijl het volume ’s avonds een bijzonder licht verspreidt.
De kas is verbonden met het aanpalende bestaande pand door een aantal deur- en raamopeningen in de vroegere buitenmuur te zagen. Deze openingen worden omlijst door zwarte stalen portalen, bestaande uit industriële stalen h-profielen. Ook de kas is robuust maar zorgvuldig gedetailleerd. In combinatie met het subtiele materiaalgebruik in andere delen van het interieur is een evenwichtig geheel gerealiseerd.
De ontwerpers uiteenlopende sferen gecreëerd. In de oudbouw is een oorspronkelijk hoogteverschil uitgebuit om twee intieme eetgedeeltes te realiseren. Op de begane grond van de kas heerst een stedelijke sfeer: de stad die zich door de houten lamellen heen duidelijk manifesteert, vindt zijn complement in de materialisering van de ruimte.
Deze is met een donkere houten vloer, een metallic koper geverfde baksteenmuur en in het zicht gelaten spanten duidelijk rauwer dan de ruimtes in de oudbouw. De eerste verdieping van de nieuwbouw staat in verbinding met de keuken, die op zijn beurt via de vide in contact staat met de begane grond van de oudbouw. Zo vloeien alle ruimtes in elkaar over en is de culinaire activiteit overal voelbaar. Blikvanger in de kas is de betonnen cilinder met spiltrap die gasten naar de eerste verdieping leidt. Dit element bepaalt niet alleen de ruimtelijke beleving, maar is ook nadrukkelijk aanwezig in de stedelijke omgeving, doordat het door de glazen gevel duidelijk zichtbaar is voor passanten.
Bijzonder in het ontwerp van Bureau Kroner is de wisselwerking tussen interieur en exterieur. Door te spelen met glas en filtering heeft het interieur een stedenbouwkundige betekenis gekregen. Vooral ’s avonds, als het interieur als lichtbaken fungeert voor de verschillende routes, vervult de nieuwbouw zijn rol als ‘urban interior’. Maar omgekeerd bepalen de lamellen aan de buitenzijde ook de sfeer binnen. De warme gloed van het hout dient als thema voor de materialisering en de kleurstelling van de inrichting. Op deze wijze weet restaurant Maxime paradoxaal genoeg haar exclusieve programma te verenigen met haar publieke betekenis als stedenbouwkundig markeringspunt.