ARC20: Post Utrecht aan de Neude, Utrecht - Rijnboutt

Toelichting Rijnboutt - Het voormalige hoofdpostkantoor opent zich naar de stad, letterlijk en figuurlijk. Waar dit rijksmonument voorheen alleen een entree aan de Neude had, heeft het nu ook ingangen aan de Oudegracht en Potterstraat. Door een diversiteit aan functies is Post Utrecht een bestemming geworden in het hart van de stad, die niet alleen overdag maar ook s' avonds zorgt voor nieuwe levendigheid.

Het voormalige PTT-Hoofdkantoor aan de Neude te Utrecht is getransformeerd tot een multifunctionele bestemming. Het rijksmonument heeft daarmee een actieve rol gekregen in het stedelijk weefsel en het ambitieuze programma van ‘bibliotheek van de toekomst’ is samen met winkels en horeca als vanzelfsprekend ingepast. De transformatie van postkantoor tot Post Utrecht is gedaan met respect voor de historische en maatschappelijke waarde van het pand. Het multifunctionele programma maakt het gebouw toekomstbestendig en waardevol voor komende generaties.

Aan de Oudegrachtzijde zijn vier ruime winkels gerealiseerd voor Bever, Broese Boekverkopers en de recent geopende Amac en Søstrene Grene, met daar boven het auditorium van de bibliotheek. De Potterstraat heeft een horecagelegenheid die connectie heeft met de bibliotheek en biedt daarnaast de entree naar de foodmarkt van Albert Heijn. In het souterrain is een ruime fietsenstalling gerealiseerd. Vanaf de oorspronkelijke entree aan de Neude betreedt men de monumentale hal van het gebouw, die het centrale plein van de bibliotheek vormt. Bibliotheken zijn bijzondere publieke ruimten. Een bibliotheek is een plek voor iedereen. Het is een plaats tussen werk en thuis, tussen formeel en informeel. Er heerst een zekere concentratie die aanstekelijk werkt. Samen met de andere culturele gebouwen vormen zij de huiskamers van de stad.

Dit stelt bijzondere eisen aan het gebouw waarin de bibliotheek wordt gehuisvest. Het gebouw moet transparant zijn, toegankelijk, welkom. Men moet er zich thuis voelen en er gemakkelijk de weg kunnen vinden. Tegelijkertijd moet het een civiele ankerplaats zijn die nieuwsgierigheid oproept en onderzoek uitlokt.
In het vakgebied van herbestemming waren er twee tendensen: óf je ontwerpt een geforceerd contrast, óf je ontwerpt historiserend en verbloemend. In het project Post Utrecht is daarentegen voor elke ontwerpbeslissing – van kast tot casco, van ruimtegebruik tot dakpan – gezocht naar een vanzelfsprekende verbondenheid of dialoog tussen oud en nieuw; tussen bestaande waarden en nieuwe betekenis, tussen oorspronkelijke details en nieuwe materialen. Met als doel niet alleen om bestaande waarden te behouden, maar ook om nieuwe waarden te creëren. Dat gaat verder dan een moderne interpretatie van bestaande architectonische details. Deze keuze betreft namelijk niet alleen het esthetische ontwerp, maar ook de dialoog tussen gebouw en stad, tussen programma en ruimte, tussen exterieur en interieur, tussen publiekshal en programma. In het vakgebied van erfgoed en herbestemming is deze verbindende manier van ontwerpen vernieuwend.

Door het gebouw niet als een op zichzelf staand object te behandelen, krijgt het nadrukkelijk weer haar rol in de stad. Het ontwerp loopt hierin vooruit op de nieuwe omgevingwet die over anderhalf jaar van kracht zal worden. Die wet legt de nadruk op een gebiedsgerichte ontwerpbenadering in plaats van een objectgerichte ontwerpbenadering.

Verantwoording nemen als ontwerper is vandaag de dag synoniem aan het verantwoord omgaan met materiaal en energie. Het ontwerp voor Post Utrecht vormt hierop geen uitzondering. Op het niveau van comfort en techniek is de dialoog tussen oud en nieuw het uitgangspunt geweest om verantwoorde keuzes te kunnen maken.

Zo vraagt de nieuwe functie om een ruimtetemperatuur waarbij men enkele uren stil kan zitten lezen, en om een dempende akoestiek waarbij rustig en geconcentreerd gewerkt kan worden zonder te hoeven fluisteren. Een belangrijk kenmerk van de centrale hal is echter de sacrale akoestiek. Ook werkt het ietwat vervreemdend als het hier bijzonder warm was. Daarom is er gekozen voor een gradatie in comfort, om zo de juiste balans te vinden tussen architectonische beleving en bruikbaarheid. Tevens kon hiermee een belangrijke bezuiniging in installatietechniek worden doorgevoerd en werd een oneigenlijke toevoeging van geluiddempend materiaal voorkomen.
Het slagen van deze transformatie is in essentie een verdienste van het ontwerp én van het gebouw, maar alleen door een ingetogen ontwerp kan de aanwezige kwaliteit spreken. De centrale hal vormt het startpunt om de bibliotheek te verkennen – een huiskamer waar jong, oud, studenten en werkenden elkaar ontmoeten. Op deze plek treffen historie en 21e eeuw elkaar. Met intieme nissen, grote raampartijen, glas-in-loodwerk en moderne kunst. Een culturele samensmelting in het hart van de stad.