Groen raamwerk met bijzondere plekken
Het Cruquiusgebied wordt per perceel herontwikkeld. In de tussentijd is er ruimte voor (tijdelijke) initiatieven en bedrijvigheid en worden de historische gebouwen herbestemd. De dynamiek van grote en kleine, permanente en tijdelijke ontwikkelingen zal een grote impact hebben op de openbare ruimte. Daarom is een raamwerk opgesteld voor de openbare ruimte dat gedurende het hele proces eenheid en identiteit van het gebied garandeert. Kwalitatieve en kwantitatieve principes voor de inrichting van zowel de openbare ruimte als collectieve buitenruimtes zijn vastgelegd in een toolbox. Het raamwerk met de inrichtingsprincipes nodigt bewoners en gebruikers uit om initiatieven te ontplooien in het publieke domein.
Het raamwerk van het Cruquiusgebied is opgebouwd uit verschillende lagen met een duidelijke hiërarchie en identiteit. De basis bestaat uit een tapijt van gebakken klinkers waaruit de bouwvelden zijn gesneden. De Cruquiusweg vormt de ruggengraat en hoofdontsluiting van het gebied. De weg wordt begeleid door een beeldbepalend lint van vlinderlokkende beplanting en bomen in verschillende maten en soorten. Haaks op de weg staan erven die het eiland in dwarsrichting doorsnijden en het water overal voelbaar maken. De woonerven zijn ingericht voor ontmoeting, verblijf en spel. Grote vakken met vlinderlokkende beplanting en bomen kleuren de erven groen. Daar waar de erven de kade ontmoeten, ontstaan ‘explosies’ van groene vakken op de kade en ruime boardwalks langs de waterkant.
De kades vormen de rand van het eiland en zijn autovrij. Op specifieke plekken verschijnen kadeparken met een afwijkende natuurstenen verharding, kleine vogelbosjes en grasvlakken. Sommige kades krijgen een boardwalk zodat het water binnen handbereik is. Functionele dwarsstraten ontsluiten diepe of brede bouwblokken. Beplanting, parkeren, verkeer en elementen zijn efficiënt opgelost. Sommige bouwblokken zijn voorzien van binnenhoven. Deze groene oases liggen verscholen tussen de bebouwing en zijn via bescheiden routes vanuit het omringende weefsel toegankelijk.
Binnen het raamwerk onderscheiden we bijzondere plekken: de relicten, waardevolle bebouwing, het Insulinde- en Sigmaterrein, en de kop van het eiland met het aangrenzende plein. Deze plekken krijgen extra aandacht door een afwijkende inrichting, beplanting of relatie met het water.
Gebouwen en openbare ruimte bevorderen biodiversiteit
Bijzonder voor Amsterdam is dat al vanaf de eerste ontwerpfases rekening is gehouden met natuur en biodiversiteit. Natuur is inclusief, integraal onderdeel van zowel de architectuur als de openbare ruimte. Gebouwen worden voorzien van groene daken, in de gevels worden nestgelegenheden voor vogels gerealiseerd en verblijfplaatsen voor vleermuizen. Ook de buitenruimte wordt zodanig ingericht dat deze optimaal geschikt is voor wilde planten, insecten (o.a. vlinders, bijen, hommels), vogels (o.a. gierzwaluw, huismus), vleermuizen en andere dieren (eenden, vissen, egels). De nieuwe inrichting en bebouwing versterken zo gezamenlijk de reeds aanwezige land- en waterbiotopen.
De fasering van het plan wordt aangegrepen om op zo’n manier met beplanting om te gaan dat het biodiversiteit bevordert. In een vroeg stadium wordt gestart met onttegeling en vergroening op plekken waar dat mogelijk is, zoals het vlinderlint langs de Cruquiusweg. De aanplant van bomen in verschillende maten, soorten, afstanden en plantverbanden leidt tot een natuurlijker beeld met meer kansen voor biodiversiteit en seizoensbeleving. De keuze voor waardplanten en planten voor vruchtgebruik, beschutting en nestgelegenheid stimuleert ook de biodiversiteit.
Tot slot wordt de biodiversiteit versterkt door de opzet van het raamwerk met lange lijnen en dwarsverbindingen. Het fijnmazige, groene netwerk sluit aan op de randen van het gebied en creëert nieuwe ecologische verbindingen met de omgeving.
Nautisch karakter
Het Cruquiusterrein ademt een nautische sfeer in architectuur en openbare ruimte. Waardevolle historische bedrijfsbebouwing en relicten worden herbestemd om het maritieme karakter te bewaren. Het water is vanaf het hele eiland zichtbaar en vanaf de kades bereikbaar met boardwalks. Een haventje en zit- en uitkijkpunten aan de kades maken het water beleefbaar. Ook het materiaalgebruik refereert aan de nautische identiteit van het gebied. Op de kades blijven zoveel mogelijk de aanwezige natuursteen deksloven met de ijzeren plaatjes voor de rails behouden. Nieuwe deksloven en banden zijn stoer en breed en sluiten qua materiaal, kleur en oppervlaktebehandeling aan op de bestaande elementen. Het voorstel voor het nieuwe basismateriaal is een gebakken klinker vanwege de tijdloze en neutrale uitstraling. Verbijzonderingen in dit tapijt krijgen een nautisch karakter, zoals bijvoorbeeld natuursteen met een stoere uitstraling, scoriabricks of stelconplaten op pleinen aan het water.
Deelgebieden
Rondom de nieuwbouw aan de kade heeft Buro Lubbers concrete inrichtingsplannen ontworpen. De kades, erven, dwarsstraten en binnenhoven zijn herkenbaar door hun stoere materiaalgebruik en groene karakter. Ook de historische plek rondom ‘Huisje Insulinde is ingericht. Het oude ketelhuis en pompengebouw worden gerenoveerd en krijgen een nieuwe bestemming. In de voormalige oliefabriek ‘Huisje Insulinde’ is bierbrouwer Bruut Bier neergestreken. Het terrein is ingericht als groene oase met speelplekken en terrassen. Insulinde wordt een eerste publieke bestemming en is daarmee een kwartiermaker van Cruquius. Ook het terrein van de voormalige verffabriek Sigma, aan de overzijde van de Cruquiusweg, wordt momenteel herbestemd. Rondom de fabriek verrijzen stadswoningen. Buro Lubbers ontwierp het inrichtingsplan; een tapijt van industriële betonplaten verbindt de oude en nieuwe gebouwen tot één aantrekkelijk ensemble. De kade aan de Nieuwe Vaart wordt een fijne verblijfsplek in de zon met uitzicht op de sluis.