ARC20: Chocoladefabriek in Tongeren (B) - a2o-architecten

Deze opdracht betrof de herbestemming van de monumentale Chocoladefabriek en de omliggende terreinen in Nerem, een deelgemeente van het Belgische Tongeren, tot een woongebouw in een parkomgeving. De fabriek is in 1909 oorspronkelijk opgericht voor de productie van peperkoek en chocolade door de Luikse industrieel Rosmeulen en heeft verschillende soorten bedrijvigheid gehuisvest tot 2012. Het complex ligt midden tussen twee dorpse kernen, en is met elk van die kernen verbonden door typisch Vlaamse lintbebouwing bestaande uit vrijstaande woningen. In deze perifere context bleek het moeilijk een nieuwe bestemming te vinden voor dit soort vastgoed. Verschillende voorgaande initiatieven liepen op niets uit omdat er geen maatschappelijk draagvlak voor een nieuwe bestemming leek te zijn; wie zou hier willen wonen of werken? Het projectteam zette een proces in gang, in de plaatselijke en regionale gemeenschap, in de ruimte en via (digitale) media, om de mogelijkheden van het gebouw te leren kennen en om draagvlak te scheppen voor een herbestemming. Dit proces kreeg vorm als een periode van tijdelijk gebruik onder andere door kunstenaars en door de gemeenschap. Deze gebeurtenissen gaven de fabriek weer een plek in de harten en hoofden van omwonenden, en schiepen begrip voor planvoorstellen. Dankzij deze minshift kon een woongebouw tot realisatie gebracht worden met 45 woningen, twee kantoorruimtes en collectieve ruimtes in én buiten de fabriek.

Toelichting architect - De fabriek bestaat uit een prominente risaliet met daarin de hoofdtoegang en aan weerszijde twee fabrieksvleugels van twee bouwlagen; het geheel is onderkelderd. De linkervleugel (gezien staande voor het gebouw) is uitgebreid met een toren die werd gebruikt voor de raffinage van cacao, en daarnaast een voormalige werkplaats onder een gewelfd dak. Aan de voorzijde valt vooral een groot Art Deco raam op, boven de ingang in de middenrisaliet, en de ritmiek van de gevel. De achterzijde wordt bepaald door een perron onder een betonnen luifel waar vroeger treinstellen gelaad en gelost werden. De draagstructuur is van beton, een van de eerste in het werk gestorte gewapende betonconstructies van België.

Collectieve buitenruimtes

Het ontwerp past in de bestaande betonstructuur maar liefst 17 onconventionele woningtypes in. Deze zijn afgestemd op de voor handen zijnde bouwdiepte en verdiepingshoogte. Het concept van het gebouw stelt voorop om om circulatie niet door het fabrieksvolume te leggen, maar de toegang tot elke woning zoveel als mogelijk vanuit collectieve buitenruimtes te organiseren. De bestaande betonnen constructie kan zo van gevel tot gevel ingevuld worden met woonruimte. De woningoppervlaktes variëren van 72 m2 tot 162 m2, wat diversiteit stimuleert – een exclusieve high-end ontwikkeling zou hier niet wenselijk en niet rendabel geweest zijn. Op de eerste verdieping van de fabrieksvleugels zijn de woningen ontsloten via twee genereuze dakstraten aan weerszijde van de hoofdentree, elk van 240 m2. Deze liggen achter een ranke en transparante opbouw, de daadwerkelijke entree tot de beneden liggende lofts. Twee waardevolle binnenruimtes vormen de overgangsruimte van deze dakstraten naar het de fabriekstuin en worden gedeeld door de gemeenschap. De centrale hoofdentree, met een oppervlakte van 200 m2 verdeeld over twee verdiepingen, ligt achter het prominente art-nouveau raam. In de voormalige werkplaats aan de voet van de toren (240 m2) komt de bouwhistorie duidelijk tot uiting door de indrukwekkende constructie van betonnen vakwerken die het dak dragen en de behouden kraanbaan. Beide collectieve ruimtes zijn zowel gebruiks- als circulatieruimtes, waaraan geëigende woningtypologieën liggen die sterk betrokken zijn op de gedeelde interieurs. Met grote deurpartijen geven naastliggende wooneenheden uit op de gemeenschappelijke ruimte en bieden zo flexibiliteit om bij gelegenheid de ruimtes te schakelen. De woningen op de begane grond die niet op deze collectieve ruimtes aansluiten hebben hun voordeur en voortuin die uitgeven op de fabriekstuin.

Kluswoningen

De woningen zijn opgeleverd als kluswoningen, ze kunnen naar inzicht van de bewoner ingedeeld en afgewerkt worden. De mogelijkheden van de inrichting werden tijdens het draagvlak scheppende voortraject onderzocht met kandidaat bewoners. Deze woningtypes zijn ook onderling te onderscheiden naar gelang hun private buitenruimte, die varieert van 9 m2 tot wel 200 m2. De private buitenruimtes zijn zodanig ingepast dat het monumentale gevelbeeld intact blijft. Ze liggen hoofdzakelijk als tuinen op het maaiveld, als veranda op de historische loskade waar het treinspoor langs liep, als terras op het dak en als loggia’s achter de gevel. Op de verdieping liggen ze achter de baksteen gevel, wat zich toont in het weghalen van het glas uit enkele raamopeningen. De collectieve tuin ontworpen door BuroLandschap vormt de overgang van de private terrassen en entrées van de wooneenheden op de begane grond naar het publieke landschap van het beekdal.

Nieuwe woongemeenschap

De nieuwe woongemeenschap heeft de woningen geleidelijk betrokken en toegeëigend. Zij maken de doorstart van een bewustwordingsproces naar een collectiviteitsproces. Ook de collectieve ruimtes worden door deze bewoners gedeeld en gebruikt, ingericht en – in geval van de tuin – gecultiveerd.

Krachtlijnen herbestemming

De krachtlijnen van de herbestemming van de Chocoladefabriek zijn deze:

1. De unieke programmering van tijdelijk gebruik droeg bij aan het ontstaan van nieuwe waardering van het erfgoed bij toekomstige bewoners en de plaatselijke gemeenschap, omdat er ook effectief gebruik van werd en er vertrouwen ontstond in de voorstellen van a2o voor de definitieve herbestemming.

2. De Chocoladefabriek kent een rol van betekenis is het diffuse woonlandschap van Nerem. In deze suburbane – niet stedelijke maar ook niet meer dorpse – omgeving behuist de Chocoladefabriek nu een gemeenschap met kritische massa, die gedeeld gebruik en collectiviteit als kernwaarde uitdraagt.

3. Het erfgoed-bewustzijn is in deze context een immateriële common geworden van een gemeenschap in wording bestaande uit bewoners en omwonenden. Ondanks de monumentale architectuur en de unieke historische draagstructuur, is het gebouw geen beschermd monument. De inkadering als erfgoed berust vooral op herwonnen plaatselijke waardering als gevolg van het herbestemmingstraject.

4. Het project omvat herontwikkeling van de fabriekssite tot een autoluw en parkachtig landschap, een samenstel van publieke, collectieve en private buitenruimtes. Er is aandacht gegeven aan landschapsherstel en waterberging.