Circa twintig jaar geleden kampte het kunstencentrum nOna te Mechelen met plaatsgebrek. De bestaande Art-Deco theaterzaal in de Begijnenstraat had haar beperkingen en voldeed qua flexibiliteit niet meer aan de huidige eisen. In 1999 ontstond het idee om op de aanliggende site van Mechelse drukkerijen een tweede theaterzaal te bouwen. In afwachting daarvan werd de drukkerij tijdelijk omgevormd tot drie oefenzalen voor artiesten in nood, genaamd nOva. In 2016 begon de effectieve renovatie en bouw van de uitbreiding van kunstencentrum nOna. Dit kadert binnen het stedenbouwkundig beleid van de stad Mechelen om de Begijnenstraat te versterken als cultuur-as tussen de Grote Markt en de Lamot site.
De site ligt te midden van een bouwblok aan een middeleeuwse brandsteeg die de bestaande en nieuwe site letterlijk van elkaar scheidt. Het nieuwe gedeelte werd ingebed in het stedelijke weefsel in de vorm van een aaneenschakeling van binnen- en buitenkamers met elk een eigen materialiteit en sfeer. Op deze manier werd ingespeeld op de grillige vorm van de bouwkavel en werd een repliek gegeven op het amalgama van tuinmuren en koterijen. Zo ontstonden er drie patio’s als stedelijke kamers rond de nieuwe theaterzaal en het forum, een multifunctionele ruimte met de allure van een overdekte markthal. De inkompatio vormt de schakel tussen de Begijnenstraat en het binnengebied. Hij ent zich op de middeleeuwse brandstraatjes en de voorbouw. De grote patio vormt het verlengde van het forum en de langwerpige patio verzorgt de ontsluiting naar de achterliggende artiestenfoyer. De grens tussen binnen en buiten wordt vervaagd door gevelbrede openingen. De buitenpatio’s werden in samenwerking met kunstenaar Nick Ervinck uitgewerkt naar het concept ‘baksteen in beweging’.
De nieuwe zaal is een multifunctionele betonnen doos geworden, waarbij de gevelbekleding in prefabbetonpanelen werd voorzien van de ingelegde letters N O N A, als evidente verwijzing naar de naam van het kunstencentrum, maar ook als reminiscentie naar het drukkerij-verleden van de site. In functie van de akoestische eisen werd de theaterzaal opgevat als doos-in-doos principe. Aan de straatzijde werd een nieuwe invulbouw gerealiseerd die een gezicht geeft aan nOna en een poort is naar het achterliggende binnengebied. Het gebouw linkt de nieuwe site met de oude speelzaal. Door de glazen gevelarchitectuur gaat het kunstencentrum de interactie aan met de stad. LED lichtkranten geven de programmatie op de gevel weer, animeren het straatbeeld en nodigen zo voorbijgangers uit.
Op vlak van duurzaamheid werd ingezet op verschillende niveaus. Zo is nOna het eerste gebouw in de Benelux dat opgetrokken werd in ‘groen’ (of circulair) beton en er werden oude printplaten van de vroegere drukkerij hergebruikt als afwerking van de sanitaire wanden. Het zoeken naar het verdichten van de stedelijke site realiseert nieuwe duurzame verbindingen in de stad. Het netwerk van middeleeuwse stegen werd hersteld en ingezet om het grote bouwblok terug doorwaadbaar te maken.
Gedurende het 20-jarige bouwproces werd er op alle niveaus ingezet op participatie en werden er duurzame samenwerkingen aangegaan met onder andere de buren, de stad, vzws en ambachtsscholen. Verschillende sessies met de buren resulteerden in een aangenaam werfgebeuren en vrijwilligershulp. Vzw Onbetaalbaar zette alle partners in het licht aan de hand van QR codes die hun herinneringen aan het proces vertellen. Tevens maakte fotografe Kaat Pype tijdens de werken beelden die ook werden tentoongesteld. Tussen Onbetaalbaar en dmvA werd ook een sociaal tewerkstellingsproject opgestart dat resulteerde in unieke deurtrekkers.