Een Amerikaans College in Pankow
Toelichting door Atelier Kempe Thill - Pankow - Niederschönhausen is een Berlijns stadsdeel met open bebouwing, grote, groene privétuinen en krachtige bomen langs de straten. De gesloten bouwblokken met relatief hoge dichtheid langs de randen van het gebied hebben zich in de loop van de tijd niet kunnen voortzetten. In plaats daarvan is er een primair informele ontwikkeling ontstaan van stadsvilla's, twee- en eengezinswoningen die kunnen worden omschreven als een stedelijke buitenwijk.
Tijdens het DDR-tijdperk werden de ambassadegebouwen van veel landen binnen deze ontwikkeling gebouwd, wat resulteerde in een delicaat evenwicht tussen wonen en openbare functies. De voormalige ambassades hebben allemaal ruime kavels met parkachtige tuinen en zijn ontworpen in laat modernistische stijl. Door de hereniging van Duitsland verloren de ambassadegebouwen in Pankow hun functie en kwamen leeg te staan.
Binnen deze stedenbouwkundige context heeft het Bard College Berlin, een Duits-Amerikaanse universiteit voor geesteswetenschappen en sociale wetenschappen uit Annandale-On-Hudson in de staat New York, sinds 2003 zijn vestiging in Berlijn. Daartoe bouwde het college na de hereniging van Duitsland geen aparte campus, maar verwierf een aantal van de leegstaande ambassadegebouwen en assimileerde zich binnen de bestaande residentiële context.
Deze vervoegende benadering in het stedelijk gebied lijkt op het eerste gezicht enigszins onpraktisch vanwege de relatief kleine gebouwen die beschikbaar zijn. Door de kleine afstanden tussen de gebouwen is de situatie echter gemakkelijk te organiseren. Net als in het verleden bij de ambassades, vermengt het stedelijk gebied zich geleidelijk met de activiteiten van de studenten. Het college assimileert zich in de open bouwstructuur en met de bevolking van Berlin Pankow en creëert zo een nieuw campusmodel.
Henry - Koerner - Hall
De nieuwbouw voor de Henry Koerner Hall volgt dezelfde logica van langzaam "inbreiden" en is qua grootte verwant aan de omliggende, vrijstaande gebouwen. Speciaal voor dit oogmerk heeft het gebouw een schaalverdeling in de volumetrie gekregen, zodat het niet over de volle lengte als één geheel wordt ervaren.
Door zijn modernistische architectuur probeert het gebouw bewust verbinding tot stand te brengen met de architectuur van de voormalige DDR-ambassades. De architectuur van het woongedeelte is voorzien van een straatgevel die bewust de soms banale, informele context doorbreekt en daarmee het publieke karakter van het College onderstreept.
Het aangrenzende perceel op het zuiden wordt ingenomen door het cafetaria van Bard College, ook gevestigd in een voormalig ambassadegebouw. De twee panden zijn open met elkaar verbonden, waardoor een aantrekkelijk, klein, gemeenschappelijk park ontstaat dat de bewoners van de Henry - Koerner - Hall kunnen gebruiken voor picknicks, samen leren en dergelijke. Beide gebouwen vormen samen een ensemble.
Studentenwoningen als maisonnettes
Bij appartementengebouwen rijst immer de vraag op welke wijze het mogelijk is om appartementen een onmiskenbaar eigen karakter te geven? Maisonnettes met dubbelhoge ruimtes zijn hiervoor uitermate geschikt, omdat ze de bewoners het gevoel geven dat ze bijna in een eengezinswoning wonen.
Bij studentenappartementen stelt zich de specifieke vraag wat een goede omvang voor wooneenheden is? Hoeveel studenten moeten er samenwonen zodat er een gevoel van gemeenschap ontstaat en nog altijd verantwoordelijkheid voor de gedeelde keukens en badkamers bestaat?
In het geval van Henry - Koerner - Hall bestaat aanvullend de vraag naar flexibiliteit en transformeerbaarheid van het gebouw op de lange termijn. Voor het Bard College is het van belang dat het pand later door families gebruikt kan worden en onder bepaalde omstandigheden weer verkocht kan worden.
Om een zinvolle grootte voor de wooneenheden vast te leggen is de Henry - Koerner - Hal grotendeels ontworpen in maisonnette-appartementen voor gemiddeld zes studenten. In het hoofdvolume hebben alle appartementen ruime dubbelhoge woonkamers. Hierbij zijn twee appartementen op elkaar gestapeld. De onderste zijn rechtstreeks toegankelijk van buitenaf via een pad aan de achterkant van het pand, de bovenste zijn tevens aan de achterkant via een galerij ontsloten.
Deze combinatie zorgt hierbij ook voor een typologische variatie: in de lager gelegen appartementen ga je direct de woonkamer in en via een interne trap zijn de slaapkamers op de eerste verdieping te bereiken. In de bovenste appartementen ga je de woning boven binnen en loop je via de binnentrap naar beneden de woonkamer in. In beide gevallen verbindt de dubbelhoge kamer het trappenhuis en de woonkamer en creëert zo een sterke ruimtelijke identiteit met krachtige visuele relaties. Alle woonkamers hebben een open keuken.
In het kleinere volume, dat naar achteren verspringt, bevinden zich op de onderste twee bouwlagen appartementen van een enkele etage. Op de bovenste twee bouwlagen bevinden zich grote maisonnettes zonder dubbelhoge kamer.
Dankzij de grote raampartijen worden de binnenruimtes optisch vergroot en krijgen ze een royale ruimtelijkheid, wat vooral een zeer positief effect heeft op de kleinere studentenkamers. Daarnaast worden de grote en gevarieerde bomen, zowel voor als achter het gebouw, omlijst door de grote ramen en worden zo onderdeel van het interieur.
Economy of means
Een geminimaliseerde ontsluiting is van doorslaggevend belang voor de economische efficiëntie: de onderste maisonnettes zijn direct van buitenaf te betreden, het compacte trappenhuis is zonder lift ontworpen, de bovenste maisonnettes zijn toegankelijk via de korte galerij, welke ook ruimtelijk verrijkend werkt vanwege zijn kortheid.
De grootte van de appartementen varieert tussen circa 80 m2 voor de maisonnettes in het hoofdvolume en van circa 60 m2 tot 160 m2 voor de appartementen in het getrapte gedeelte. De as-maat is 6 meter en omwille van de stedenbouwkundige voorschriften is de bouwdiepte beperkt tot 9 meter.
Met name in Duitsland waar de gesubsidieerde woningbouw, mede door absurd ontwikkelende normen, naar Europese maatstaven inmiddels disproportioneel duur is geworden rijst in toenemende mate de vraag hoe nog goede woningbouw gerealiseerd kan worden?
De Henry - Koerner - Hall probeert hier een constructieve bijdrage aan te leveren. Het project is in eerste instantie sterk gerationaliseerd. Gelijke afmetingen, economische overspanningen, dezelfde raamsystemen, geprefabriceerde trappen en andere geoptimaliseerde en gestandaardiseerde componenten zorgen voor een economische basis. De gesloten delen van de gevel zijn aan de buitenzijde voorzien van een thermisch isolerend gevelstucwerksysteem, wat naast kostenbesparing ook zorgt voor de architectonische samenhang tussen alle gevels. In het interieur wordt uitgegaan van minimale middelen. Zo werd de dekvloer bijvoorbeeld alleen met betonverf afgewerkt en werden plinten achterwege gelaten.
Alle optimalisaties maken deel uit van een strategische asymmetrische kostenstrategie. Het doel hierbij is om via slimme besparingen elders een grote, onverwachte kwaliteit te genereren. In het geval van de Henry - Koerner - Hall maakte dit de royale beglazing van de oostgevel met geanodiseerde aluminium hefschuiframen en de dubbelhoge woonkamers mogelijk. Hierdoor ontstaat de ruimtelijke ruggengraat van de appartementen en tegelijkertijd een hoogwaardige straatgevel die de stedelijke ruimte versterkt. Binnen deze strategie was het ook mogelijk om een KfW 55-financiering te verkrijgen.
Een nieuw woonmodel
De architectuur van collectieve woongebouwen in de 21e eeuw moet niet alleen in staat zijn om innovatieve ruimtelijke concepten, waarvan de ontwikkeling begon in de moderne tijd van de jaren twintig, voort te zetten en uit te breiden, maar ook om ze democratisch bereikbaar te maken voor de massa.
Om deze redenen biedt de Henry - Koerner - Hall, welke onder extreem krappe economische omstandigheden werd gebouwd, niet slechts het hedendaagse, haast cynische "Wohnen für das Existenzminimum", maar vooral verregaande hedonistische kwaliteiten. Wonen moet, ook al zijn de economische omstandigheden en normen zwaar, in de eerste plaats plezier brengen.
Beelden Ulrich Schwarz
0215_200204_detail.pdf
Download0215_200204_detail.pdf
Download0215_200204_facade-east.pdf
Download0215_200204_facade-north.pdf
Download0215_200204_facade-south.pdf
Download0215_200204_facade-west.pdf
Download0215_200204_plan-1.pdf
Download0215_200204_plan-0.pdf
Download0215_200204_plan-1-1.pdf
Download0215_200204_section-bb.pdf
Download0215_200518_section-perspective-bb.pdf
Download