Tot nu toe hebben Meyer en Van Schooten alleen kantoorpanden in de Hes gerealiseerd. Binnenkort wordt echter begonnen met de bouw van het nieuwe hoofdkantoor. De gebouwen in de Hes vallen op door hun eenvoud. Vooral de blokken een tot en met drie zijn in principe niets meer dan prachtig gedetailleerde aluminiumkokers die in het talud zijn gestoken en waarvan de beide uiteinden verbijzonderd zijn. Aan de kant van de Klingelbeekseweg, waar de blokken haaks op staan, liggen de achter reglit verstopte noodtrappenhuizen. Aan de andere kant bevindt zich de hoofdentree. Ondanks de bouwsnelheid zijn ze zorgvuldig gebouwd. Alleen de zonweringen vallen enigszins uit de toon. Deze bestaan uit elf stalen lamellen die op een staalconstructie zijn bevestigd. In vergelijking met de rest van het gebouw is deze echter te grof. Oorspronkelijk waren drie lamellen minder getekend, waardoor het geheel veel transparanter zou zijn geworden. Berekeningen toonden echter aan dat bij een laagstaande zon acht lamellen onvoldoende waren. De andere twee gebouwen, Hes 21 en 31, kennen een zelfde materialisatie, maar hier zijn aluminium zonweringen in de gevel geïntegreerd. Hierdoor ontstaat wanneer ze zijn neergelaten een gesloten schijf. Om de indruk van de schijf te benadrukken wordt deze voorbij de hoek nog even doorgezet en heeft meer massa gekregen dan functioneel noodzakelijk.
Op Hes 21 ligt een enorm rooster dat een weliswaar fraai, maar wat overbodig zonnescherm lijkt te zijn. De roosters hebben echter wel degelijk nog een andere functie. In de koepel op het dak worden namelijk allerlei soorten zendapparatuur getest. Om de reflecties van de apparatuur zo min mogelijk te laten afwijken moeten de roosters zo vlak mogelijk liggen en mocht de maaswijdte niet groter dan drie centimeter zijn, waardoor de roosters door de straling ervaren worden als een vlakke staalplaat. Een dichte plaat was uiteraard vanwege de afwatering niet mogelijk. De roosters moesten volgens het Programma van Eisen de vorm van een ovaal hebben, om architectonische redenen hebben Meyer en Van Schooten er een enorme rechthoek van gemaakt. In verband met het testen mochten zich op het dak geen stalen objecten bevinden. De hekjes, maar ook de koepel zijn daarom volledig uit kunststof opgebouwd. Daar gebogen lexaan, dat vanwege zijn transparantie de voorkeur genoot, onbetaalbaar is, werd voor de koepel gekozen voor glasvezel versterkt polyester. De beplating, de balkjes, zelfs het slot van de schuifdeuren is van kunststof gemaakt. Hierbij moest de detaillering zo vlak worden dat er geen of zo weinig mogelijk water op zou blijven staan.
Hoofdkantoor
Bij het hoofdkantoor zijn dezelfde uitgangspunten als bij de andere gebouwen gehanteerd. Opnieuw vormen de verkeersroutes belangrijke elementen en is er sprake van een horizontale gelaagdheid. Het grote verschil met de andere gebouwen is de zwaarte van de eerste twee verdiepingen van het hoofdkantoor. Hier zijn schoon beton voor de plint en leisteen met roestvaststalen strippen voor de kantoorverdiepingen toegepast. Bovendien krijgen de kozijnen maar liefst 40 cm diepe neggen. Hierboven ligt een heel transparante laag, waarin zich de vergaderruimtes van de directieleden bevinden. Het plafond hiervan wordt gevormd door de licht gebogen buik van de uitzonderlijke vorm die mede dankzij de transparantie van de tussenverdieping boven het gebouw lijkt te zweven. De indruk van zweven wordt versterkt door een zes meter lange overstek. Niets wordt gedaan om deze indruk weg te nemen, nergens is de ondersteunende constructie zichtbaar gemaakt. De trekstangen die deze staalconstructie dragen worden in de gangwanden weggewerkt. Zweven blijft hierdoor zweven.
Lees ook: Masterplan KEMA-terrein in Arnhem door Meyer en van Schooten